

![]() |
|
Ga pas afdrukken nadat u het formaat en het type papier hebt opgegeven dat is geladen in de papierbron.
|


[Paginaformaat]
[Uitvoerformaat]
![]() Klikbare UI
|
|
Op de voorbeeldafbeelding kunt u gemakkelijk, op intuïtieve wijze, instellingen zoals de paginalay-out en inbindpositie opgeven. Klik voor meer informatie op [Help] in het scherm van het printerstuurprogramma.
![]() |

[Papierbron]|
Instelwaarde
|
Papierbron
|
|
Auto
|
De papierbron wordt automatisch geselecteerd uitgaande van het opgegeven formaat en de opgegeven papiersoort voor het afdrukken en de instellingen die zijn geconfigureerd in het apparaat.
|
|
Multifunctionele invoer
|
Papier is in de multifunctionele lade geladen.
|
|
Lade 1
|
Papier wordt ingevoerd via de papierlade van het apparaat.
|
|
Lade N (N = 2 tot 5)
|
Papier wordt ingevoerd via de optionele papierinvoer.
|
|
Enveloptoevoer
|
Papier wordt ingevoerd via de als optie verkrijgbare enveloptoevoer.
|

[Papiersoort]





![]() |
Als u in Windows 8/Server 2012 afdrukt vanuit de app Windows StoreGeef de tekens aan de rechterzijde van het scherm weer en volg onderstaande procedure.
Windows 8/Server 2012
[Apparaten] het printerstuurprogramma voor dit apparaat tik of klik op [Afdrukken]Windows 8.1/Server 2012 R2
[Apparaten] [Afdrukken] het printerstuurprogramma voor dit apparaat tik of klik op [Afdrukken]Als u afdrukt volgens deze methode, is er slechts een beperkt aantal instellingen beschikbaar.
Als het bericht [Er is iets met de printer. Ga naar het bureaublad om dit op te lossen.] wordt weergegeven, gaat u naar het bureaublad en volgt u de instructies in het dialoogvenster. Dit bericht verschijnt als de machine zodanig is ingesteld dat de gebruikersnaam wordt weergegeven tijdens taken zoals afdrukken.
|