Afdeling-ID beheer configureren
U kunt de toegang tot het apparaat beheren door meerdere ID's te gebruiken voor meerdere gebruikers of groepen. Als een gebruiker probeert het apparaat te gebruiken terwijl Afdelings-ID beheer is ingeschakeld, verschijnt er een aanmeldingsscherm en moet de gebruiker zijn of haar Afdelings-ID met bijbehorende pincode invoeren om toegang te krijgen tot het apparaat. Afdelings-ID beheer geeft opgenomen details van het gebruik van het apparaat voor ieder Afdelings-ID. U kunt Afdelings-ID beheer configureren door Afdelings-ID's in te stellen en vervolgens de functie Afdelings-ID beheer in te schakelen. Er zijn extra instellingen nodig als u Afdelings-ID beheer wilt inschakelen voor afdrukken vanaf een computer.
|
|
De afdrukstatus van iedere afdeling beheren
|
Afdelings-id's en pincodes registreren en bewerken
U kunt een Afdelings-ID registreren en hieraan een pincode toewijzen. Er kunnen maximaal 300 Afdelings-ID's worden geregistreerd.
1
Start de externe UI en meld u aan in de managementstand.
De UI op afstand starten
2
Klik op [Instellingen/registratie].
3
Klik op [Afdeling-ID beheer] en registreer of bewerk Afdelings-ID's.
Een afdelings-id registreren
|
1
|
Klik op [Nieuwe afdeling registreren].
|
|
2
|
Geef de vereiste instellingen op en klik op [OK].
[Afdeling ID]
Voer maximaal zeven cijfers voor de Afdelings-ID.
[PIN instellen]
Als u een pincode wilt instellen, schakelt u het selectievakje in en voert u een code in van maximaal zeven cijfers in de tekstvakken [PIN] en [Bevestigen].
|
De instellingen van een opgeslagen afdelings-id bewerken
|
1
|
Klik op de overeenkomstige tekstkoppeling onder [Afdeling ID] om bewerkingen uit te voeren.
|
|
2
|
Wijzig de instellingen en klik op [OK].
|
Een Afdelings-ID wissen
Klik op [Verwijderen] bij de afdelings-ID die u wilt verwijderen

klik op [OK].
Afdeling-ID beheer inschakelen
Nadat u het gewenste aantal afdelings-id's hebt geregistreerd, kunt u Afdeling-ID beheer inschakelen.
1
Start de externe UI en meld u aan in de managementstand.
De UI op afstand starten
2
Klik op [Instellingen/registratie].
3
Klik op [Afdeling-ID beheer]

[Instellingen].
4
Schakel het selectievakje [Afdeling-ID beheer inschakelen] in en klik op [OK].
[Afdeling-ID beheer inschakelen]
Schakel het selectievakje in als u Afdelings-ID-beheer wilt activeren. Als u Afdelings-ID-beheer niet wilt gebruiken, schakel het selectievakje dan uit.
|
|
Als Afdelings-ID beheer is ingeschakeld
Als gebruikers proberen vanaf het bedieningspaneel een bestand in het USB geheugentoestel of een document dat op de SD card is opgeslagen, af te drukken, verschijnt het verificatiescherm. Voer Afdelings-ID en pincode in, selecteer <Inloggen> en druk op  .
|
|
Om u in de Algemene Gebruikersstand aan te melden op de UI op afstand, moet u de Afdelings-ID en pincode invoeren. De UI op afstand starten
|
Als het XPS printerstuurprogramma wordt gebruikt
Als u Beheer afdelings-ID wilt gebruiken terwijl het XPS printerstuurprogramma wordt gebruikt, stel dan sleutelparen in voor TLS beveiligde communicatie (
TLS gebruiken voor beveiligde communicatie). Nadat u de instellingen voor de sleutelparen hebt voltooid, configureert u onderstaande instellingen.
Meld u aan op de externe UI in de stand Systeembeheerder (
De UI op afstand starten)

[Instellingen/registratie]

[Netwerk]

[TCP/IP-instellingen]

[Bewerken] in [Instellingen voor pincodebevestiging afdeling-ID-beheer]

Activeer het selectievakje [Gebruik PIN-bevestiging voor Afdeling-ID beheer]

[OK]
[Gebruik PIN-bevestiging voor Afdeling-ID beheer]
Als u het selectievakje activeert, wordt Afdelings-ID-beheer ingeschakeld voor het afdrukken met het XPS printerstuurprogramma. Als u Afdelings-ID-beheer niet wilt gebruiken, schakel het selectievakje dan uit.
Afdelings-ID beheer instellen voor afdrukken vanaf een computer
Als u Afdelings-ID beheer wilt inschakelen voor afdrukken vanaf een computer, moet u instellingen opgeven met het stuurprogramma die u al op de computer hebt geïnstalleerd. Geef een Afdelings-ID op en eventueel de bijbehorende pincode.
|
|
|
Om de onderstaande procedure uit te voeren, moet u zich bij de computer aanmelden met een administratoraccount.
|
1
2
Klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram en klik op [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].
3
Klik op het tabblad [Apparaatinstellingen] en geef de vereiste instellingen op.
|
1
|
Activeer het selectievakje [Beheer afdelings-id gebruiken] en klik rechts ervan op [Instellingen].
|
|
2
|
Geef de instellingen op en klik op [OK].
[Pincode instellen toestaan]
Schakel het selectievakje voor het gebruik van een pincode in.
[Afdelings-id]
Voer maximaal zeven cijfers voor de Afdelings-ID.
[Pincode]
Voer maximaal zeven cijfers voor de pincode als deze is ingesteld voor de Afdelings-ID.
[Verifiëren]
Klik hier als u wilt controleren of de juiste ID en pincode zijn ingevoerd. Deze functie is niet beschikbaar als het apparaat en de computer via een USB- of een WSD-poort (Web Services on Devices) met elkaar zijn verbonden.
[Afdelings-id/pincode bevestigen bij afdrukken]
Selecteer het selectievakje voor het weergeven van het pop-upscherm [Afdelings-id/pincode bevestigen], steeds wanneer u afdrukt vanaf een computer.
[Afdelings-id en pincode verifiëren op apparaat]
Schakel het selectievakje in als de aansluiting tussen het apparaat en de computer via een USB- of een WSD-poort tot stand is gebracht.
|
|
3
|
Klik op [OK].
|
|
|
Aanmelden bij het apparaat
|
Als u vanaf een computer wilt afdrukken terwijl Afdelings-ID beheer is ingeschakeld, verschijnt het volgende scherm (tenzij het selectievakje [Afdelings-id/pincode bevestigen bij afdrukken] leeg is):
|
|
|
|
Taken blokkeren indien afdelings-id onbekend
De fabrieksinstellingen zijn zodanig dat ook wanneer Afdelings-ID beheer is ingeschakeld, u van een computer kunt afdrukken zonder dat u een ID en pincode hoeft in te invoeren. Als u wilt instellen dat afdrukken uitsluitend mogelijk is na het invoeren van een ID en pincode, volg dan deze procedure.
1
Start de externe UI en meld u aan in de managementstand.
De UI op afstand starten
2
Klik op [Instellingen/registratie].
3
Klik op [Afdeling-ID beheer]

[Instellingen].
4
Maak het selectievakje [Opdrachten met onbekende ID's accepteren] leeg en klik op [OK].
Als u het selectievakje deactiveert, kunnen gebruikers niet afdrukken met behulp van een methode die niet wordt ondersteund door afdelings-ID-beheer, of Direct Print gebruiken vanaf de externe UI waarop de gebruikers inloggen in de beheerdersmodus.
KOPPELINGEN