Beperkingen instellen voor functies van het bedieningspaneel

U kunt het gebruik van de sleutelparen op het bedieningspaneel beperken om te verhinderen dat de apparaatinstellingen abusievelijk worden veranderd.
1
Start de externe UI en meld u aan in de managementstand. De UI op afstand starten
2
Klik op [Instellingen/registratie].
3
Klik op [Beveiliging]  [Beheerinstellingen].
4
Klik op [Bewerken].
5
Voer het wachtwoord van de systeembeheerder in [Huidig wachtwoord systeembeheerder].
6
Activeer het selectievakje van de te bepreken sleutel en klik op [OK].
[Te vergrendelen toetsen]
U kunt het selectievakje activeren om de overeenkomstige sleutel te vergrendelen, ook als hij wordt ingedrukt vanaf het bedieningspaneel. Deactiveer het selectievakje om de sleutel te ontgrendelen. U kunt de instelsleutel ook ontgrendelen vanaf het bedieningspaneel (Instellingen beheren).
Functies van de sleutels Bedieningspaneel
1009-048