Door een CA uitgegeven sleutelparen en digitale certificaten gebruiken

Sleutelparen en digitale certificaten voor gebruik met het apparaat zijn verkrijgbaar bij een certificeringsinstantie (CA). U kunt deze bestanden opslaan en vervolgens registreren via de UI op afstand. Let er goed op dat het sleutelpaar en het certificaat voldoen aan de eisen die het apparaat stelt (Vereisten voor sleutels en certificaten). U kunt maximaal 8 sleutelparen (inclusief de vooraf geïnstalleerde paren) en maximaal 150 CA-certificaten (inclusief de 72 vooraf geïnstalleerde certificaten) registreren.
1
Start de externe UI en meld u aan in de managementstand. De UI op afstand starten
2
Klik op [Instellingen/registratie].
3
Klik op [Beveiliging]  [Instellingen sleutel en certificaat] of [Instellingen CA-certificaat].
Klik op [Instellingen sleutel en certificaat] voor het installeren van een sleutelpaar, of [Instellingen CA-certificaat] voor het installeren van een CA-certificaat.
4
Klik op [Registreer sleutel en certificaat] of [Registreer CA-certificaat].
Een geregistreerd sleutelpaar of CA-certificaat wissen
Klik op [Verwijderen] naast het sleutelpaar of CA-certificaat dat u wilt verwijderen  en klik vervolgens op [OK].
U kunt een sleutelpaar niet wissen als het op dat moment in gebruik is, bijvoorbeeld wanneer '[TLS]' of '[IEEE 802.1X]' wordt weergegeven onder [Sleutelgebruik]. In dat geval kunt u het pas wissen als u de functie hebt uitgeschakeld of het sleutelpaar hebt vervangen. U kunt het vooraf geïnstalleerde CA-certificaat niet wissen.
5
Klik op [Installeer].
Een sleutelpaar of CA-certificaat wissen
Klik op [Verwijderen] naast het bestand dat u wilt verwijderen en klik vervolgens op [OK].
6
Klik op [Bladeren], selecteer het bestand dat u wilt installeren en klik op [Installatie starten].
Het sleutelpaar of CA-certificaat is geïnstalleerd op het apparaat.
7
Registreer het sleutelpaar of CA-certificaat.
 Een sleutelpaar registreren
1
Klik op [Registreren] naast het sleutelpaar dat u wilt opslaan.
2
Voer de naam van het sleutelpaar en het wachtwoord in en klik op [OK].
[Sleutelnaam]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor de naam van het sleutelpaar dat u wilt opslaan.
[Wachtwoord]
Gebruik maximaal 24 alfanumerieke tekens voor het wachtwoord van de privésleutel die is ingesteld voor het bestand dat u wilt opslaan.
 Een CA-certificaat registreren
Klik op [Registreren] naast het CA-certificaat dat u wilt opslaan.
 
1009-04S