Afdrukkwaliteit

De instellingen over afdrukkwaliteit inclusief de gradatie en tonerdichtheid worden in een lijst geplaatst en kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ().
Sterretjes (*)
Instellingen gemarkeerd met een sterretje (*) worden niet weergegeven, afhankelijk van andere instellingen.

Gradatie

Geef bij het verwerken van de afdrukgegevens de gradatie op.
Hoog 1
Hoog 2

Toner sparen

Geef deze instelling op als u het afwerken zoals een grote afdruktaak afdrukken, wilt controleren. De afdrukmodus bespaart toner, en daarom kunnen dunne lijnen en gedeeltes met lichtere afdrukdichtheid vager worden.
Uit
Aan

Dichtheid: X (X=C, M, Y, K) *

Stel voor iedere CMYK kleur de tonerdichtheid in die voor het afdrukken wordt toegepast. Dit onderdeel verschijnt niet als <Toner sparen> is ingesteld op <Aan>. Afdrukdensiteit aanpassen
-8 tot 0 tot +8

Dichth. X (fijnaanp) (X=C, M, Y, K) *

Voor iedere CMYK kleur kunt u voor drie verschillende dichtheidsgebieden afzonderlijk een fijne instelling realiseren van de tonerdichtheid die wordt toegepast op het drukwerk. Dit onderdeel verschijnt niet als <Toner sparen> is ingesteld op <Aan>. Afdrukdensiteit aanpassen
Hoog
-8 tot 0 tot +8
Normaal
-8 tot 0 tot +8
Laag
-8 tot 0 tot +8

Kleurmodus

Geef op of u in kleur of in zwart/wit wilt afdrukken.
Auto (kleur/zwart)
Kleur
Zwart

Halftonen

U kunt de afdrukmethode selecteren voor het reproduceren van halftonen (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding).
Error Diffusion
Deze stand is geschikt voor het afdrukken van gegevens met tekst en dunne lijnen, en de gebogen lijnen van CAD-gegevens, enzovoort.
Uit
Aan
De stevigheid van de textuur en hechtende toner kan afnemen als u <Error Diffusion> gebruikt.
Resolutie/gradatie *
Selecteer de reproductiemethode met halftonen als <Error Diffusion> is ingesteld op <Uit>. U kunt dit onderdeel instellen voor ieder beeldtype dat zich binnen één document bevindt.
Tekst
Resolutie
Gradatie
Illustraties
Resolutie
Gradatie
Afbeelding
Resolutie
Gradatie

Grijscompensatie

Voor zwarte of grijze gegevens met kleurinformatie die bepaalt dat R=G=B is, selecteert u of er moet worden afgedrukt met uitsluitend zwarte (K) of met CMYK 4-kleurentoner. U kunt dit onderdeel instellen voor alle beeldtypen binnen één document.
Tekst
Uit
Aan
Illustraties
Uit
Aan
Afbeelding
Uit
Aan

CMS

Stel de verwerkingsmethoden in voor kleurcorrectie. U kunt verschillende instellingen realiseren voor verschillende datatypes binnen één document.
CMS-selectie
Stel in of kleurcorrectie aan de printerzijde of aan de hostzijde (printerstuurprogramma-zijde) moet plaatsvinden.
Printer
Host
CMS/Gamma
Selecteer de verwerkingsmethode voor kleurendruk. U kunt dit onderdeel instellen voor ieder beeldtype dat zich binnen één document bevindt.
Tekst
CMS
Gamma
Illustraties
CMS
Gamma
Afbeelding
CMS
Gamma
RGB-bronprofiel
Selecteer een geschikt profiel voor RGB-gegevens die passen bij de monitor die u gebruikt. U kunt dit onderdeel instellen voor alle beeldtypen binnen één document.
Tekst
sRGB v3.0 (Canon)
Canon HDTV gamma 1.5
Canon HDTV gamma 1.8
Canon HDTV gamma 2.4
Illustraties
sRGB v3.0 (Canon)
Canon HDTV gamma 1.5
Canon HDTV gamma 1.8
Canon HDTV gamma 2.4
Afbeelding
sRGB v3.0 (Canon)
Canon HDTV gamma 1.5
Canon HDTV gamma 1.8
Canon HDTV gamma 2.4
Dit onderdeel is beschikbaar als <CMS/Gamma> is ingesteld op <CMS>.
Afdrukprofiel
U kunt geschikte profielen selecteren voor gegevens die u wilt afdrukken. U kunt dit onderdeel instellen voor alle beeldtypen binnen één document.
Tekst
Normal
Photo
Illustraties
Normal
Photo
Afbeelding
Normal
Photo
Dit onderdeel is beschikbaar als <CMS/Gamma> is ingesteld op <CMS>.
Afstemmethode
Geef op welk element voorrang moet krijgen tijdens kleurafstemming door <RGB-bronprofiel>. U kunt dit onderdeel instellen voor alle beeldtypen in één document.
Tekst
Perceptueel
Verzadiging
Colorimetrisch
Illustraties
Perceptueel
Verzadiging
Colorimetrisch
Afbeelding
Perceptueel
Verzadiging
Colorimetrisch
Gammacorrectie
De helderheid kan worden aangepast zodat de helderste en donkerste delen van het origineel goed tot hun recht komen in het afdrukresultaat. U kunt dit onderdeel instellen voor alle beeldtypen binnen één document.
Tekst
1.0
1.4
1.8
2.2
Illustraties
1.0
1.4
1.8
2.2
Afbeelding
1.0
1.4
1.8
2.2
Dit onderdeel is beschikbaar als <CMS/Gamma> is ingesteld op <Gamma>.

Gradatie-instell.

Realiseer instellingen voor de vereffeningsstand die ervoor zorgt dat gradaties in lijnen, figuren of afbeeldingen zoals foto's vloeiend kunnen worden afgedrukt.
Gradatie
Geef op of u de vereffeningsmodus wilt in- of uitschakelen. Gradaties worden met <Gladmaken 2> vloeiender afgedrukt dan met <Gladmaken 1>.
Uit
Gladmaken 1
Gladmaken 2
Illustraties *
Geef op of u de vloeiende modus wilt toepassen op lijnen en figuren als <Gradatie> is ingesteld op <Gladmaken 1> of <Gladmaken 2>.
Uit
Aan
Afbeelding *
Geef op of u de vloeiende modus wilt toepassen op beeldgegevens zoals foto's als <Gradatie> is ingesteld op <Gladmaken 1> of <Gladmaken 2>.
Uit
Aan

Geavanc. gladmaken

Realiseer instellingen voor de vloeiende modus die ervoor zorgt dat randen van lijnen, figuren en tekst vloeiend kunnen worden afgedrukt.
Geavanc. gladmaken
Geef op of u de vloeiende modus wilt in- of uitschakelen. Randen worden vloeiender met <Gladmaken 2> dan met <Gladmaken 1>.
Uit
Gladmaken 1
Gladmaken 2
Illustraties *
Geef op of u de vloeiende modus wilt toepassen op lijnen en figuren als <Geavanc. gladmaken> is ingesteld op <Gladmaken 1> of <Gladmaken 2>.
Uit
Aan
Tekst *
Geef op of u de vloeiende modus wilt toepassen op tekst als <Geavanc. gladmaken> is ingesteld op <Gladmaken 1> of <Gladmaken 2>.
Uit
Aan

Tonervolumecorrectie

Geef het instellen van het tonervolume op als u gebieden met hoge dichtheid afdrukt.
Normaal
Gradatieprioriteit
Tekstprioriteit

Lijncontrole

Stel de beeldverwerkingsmethoden in voor lijnen.
Resolutieprioriteit
Gradatieprioriteit

Kwaliteit verlagen

Selecteer of het afdrukken moet worden voortgezet met automatische kwaliteitsreductie, als er onvoldoende geheugen beschikbaar is voor het verwerken.
Doorgaan m. afdruk.
Afdrukken stoppen
Als u <Afdrukken stoppen> selecteert, verschijnt een foutmelding en het afdrukken wordt gestopt als het geheugen van de machine op raakt. U kunt  () indrukken om het afdrukken met lagere kwaliteit voort te zetten.

Spec. gladmaakmodus

Wijzig de instelling als de uitgevoerde afdrukdichtheid ongelijk is of het drukwerk niet vloeiend is afgewerkt.
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Modus 4
Modus 5
Modus 6
Als <Modus 2> of <Modus 4> wordt opgegeven, worden gebieden met lage dichtheid misschien ongelijk van kleur voorzien.
Als <Modus 3> wordt opgegeven, worden gebieden met schrale dichtheid of schaduwpatronen misschien ongelijk van kleur voorzien.
Als <Modus 5> wordt opgegeven, wordt de omtrek van tekens, lijnen, of figuren misschien niet vloeiend afgedrukt.
Als <Modus 6> wordt opgegeven, kan dat leiden tot ongelijke kleuren.
126Y-05K