
![]() |
De instellingen voor apparaatinstellingen inclusief correctie van de afdrukpositie voor iedere papierbron en verbetering van afdrukkwaliteit verschijnen in een lijst, met korte beschrijvingen. U kunt deze instellingen opgeven als het apparaat offline is. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool (
). |
![]() |
Sterretjes (*)Instellingen die zijn gemarkeerd met een sterretje (*), worden niet weergegeven, afhankelijk van andere instellingen en het feit of er al of niet een papiertoevoer of SD-card (allen optioneel) op het apparaat is geïnstalleerd.
|
|
|
|
-5,0 tot 0,0
tot +5,0 (mm) |
|
Multifunction. lade
-2,25 tot 0,00
tot +2,25 (mm)Lade 1 tot 4*
-2,25 tot 0,00
tot +2,25 (mm) |
|
-5,0 tot 0,0
tot +5,0 (mm) |
|
-2,25 tot 0,00
tot +2,25 (mm) |
|
-5,0 tot 0,0
tot +5,0 (mm) |
|
-2,25 tot 0,00
tot +2,25 (mm) |

|
Uit
Aan
![]() |
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Herstel afdrukken>
<Uit> of <Aan>


(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Teller initial.>
<Fixeereenheid>
<Ja>


|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Controleer pap.form.>
<Uit> of <Aan>

![]() |
|
Als een formaatverschil tussen het toegevoerde papier en de afdrukgegevens niet erg groot is, verschijnt er misschien geen bericht en blijft het afdrukken doorgaan, ook als de geselecteerde instelling <Aan>.
|

|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Vervangend formaat>
<Uit> of <Aan>


|
Modus 1
Modus 2
![]() Modus 3
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Auto detec. pprsoort>
Selecteer de modus


<Modus 1>
<Modus 2>
<Modus 3>
![]() |
|
Dit item is geactiveerd als <Auto detec. pprsoort> in de Menu Invoer selecteren een andere instelling heeft dan <Niet gebruiken>.
Als u de standaard fabrieksinstelling voor enige andere instelling verandert, kan het het automatisch detecteren van het papiertype onjuist werken.
|

|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Prior inv. korte zde>
<Uit> of <Aan>


|
Uit
![]() Niveau 1
Niveau 2
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Speciale beeldmodus>
Selecteer het niveau

![]() |
|
Afdrukdichtheid wordt lichter als u een sterkere verbetering selecteert.
|

|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Sp. transfermodus>
<Uit> of <Aan>

![]() |
|
Als u <Aan> kiest en het apparaat gebruikt in een omgeving met hoge luchtvochtigheid, kan de tonerdichtheid verminderen of ongelijkmatig worden.
|

|
Modus 1
![]() Modus 2
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Klr/z-w schakelmodus>
Selecteer de modus


<Modus 1>
<Modus 2>
![]() |
|
Als u <Modus 2> kiest, kan de afdruksnelheid lager zijn.
|

|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Spec. dichth.modus>
<Uit> of <Aan>

![]() |
|
Als u <Aan> kiest en het apparaat in een omgeving met lage luchtvochtigheid gebruikt, kunnen de afgedrukte afbeeldingen of tekst vlekken gaan vertonen.
|

(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Onderhoud SD-kaart>
<Formatteren>
<Ja>


|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Speciale afdrukmodus>
<Krulcorrectie>
Selecteer de papierbron
<Uit> of <Aan>


Selectie papierbron
De instellingen wijzigen
![]() |
|
Als u <Aan> kiest, kan de afdruksnelheid lager zijn. Tevens kunnen afdrukken vaag zijn.
|

|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Speciale afdrukmodus>
<Golv. vermin. (dun)>
<Uit> of <Aan>

![]() |
|
Als u <Aan> kiest, kunnen afdrukken vaag zijn.
|

|
Uit
Modus 1
![]() Modus 2
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Speciale afdrukmodus>
<Pap. plak. vermind.>
Selecteer de modus


<Uit>
<Modus 1>
<Modus 2>
![]() |
|
Het plakgedrag van het papier wordt verminderd, maar de snelheid van het dubbelzijdig afdrukken is bij <Modus 2> lager dan bij <Modus 1>.
|

|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Speciale afdrukmodus>
<Spec. envelopmodus>
<Uit> of <Aan>

![]() |
|
Als u <Aan> kiest, kunnen afdrukken vaag zijn.
|

|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Speciale afdrukmodus>
<Witte regel corrig.>
<Uit> of <Aan>

![]() |
|
Als u <Aan> kiest, kan de afdrukdichtheid lager zijn.
|

|
Uit
![]() Modus 1
Modus 2
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Speciale afdrukmodus>
<Tonerschilfer. verm.>
Selecteer de modus

![]() |
|
Als u <Modus 2> kiest, is de afdruksnelheid lager.
Een ander papiertype kiezen of de omgevingscondities veranderen zou het probleem van de loslatende toner kunnen oplossen zonder dat er instellingen behoeven te worden veranderd.
|

|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Speciale afdrukmodus>
<Eindecorr. vergroten>
<Uit> of <Aan>

![]() |
|
Als u <Aan> kiest, is de afdruksnelheid lager.
|

|
Modus 1
![]() Modus 2
Modus 3
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Speciale afdrukmodus>
<Pap.schuiv. vermind.>
Selecteer de modus


<Modus 1>
<Modus 2>
<Modus 3>
|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Spec. afdruk aanp. C>
<Uit> of <Aan>

![]() |
|
Als u dit item instelt op <Aan>, is de afdruksnelheid lager.
|

|
Normaal
![]() Smal
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Streepjescode aanp.>
<Normaal> of <Smal>


(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Firmware bijwerken>
Selecteer het verbindingstype
<Ja>


Selectie verbindingsmethode
|
Kleurmismatchcorr.
Na taken
![]() Onmiddellijk
Dichtheidscontrole
Na taken
![]() Onmiddellijk
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Eerste kalibratie>
<Kleurmismatchcorr.> of <Dichtheidscontrole>
<Na taken> of <Onmiddellijk>


Soort kalibrering
<Na taken>
<Onmiddellijk>

|
Snelheidsprioriteit
![]() Priorit. afdrukzijde
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Papierinvoermethode>
selecteer de papierbron
<Snelheidsprioriteit> of <Priorit. afdrukzijde>


Selectie papierbron
<Snelheidsprioriteit>
<Priorit. afdrukzijde>

(
) op het bedieningspaneel indrukt.|
Uit
Aan
![]() |
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Toon takenlijst>
<Uit> of <Aan>

![]() |
|
Als u
( ) indrukt wanneer <Uit> is geselecteerd, wordt de huidige afdruktaak geannuleerd. |

|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Modus laag tonervrbr>
<Uit> of <Aan>

![]() |
|
Als u dit instelt op <Aan>, kan de afdruksnelheid afnemen.
|

(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Inst. import/export>
<IMPORTEREN>
<Ja>
Selecteer het bestand dat u wilt importeren
Voer het wachtwoord in
Controleer het bericht


(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Inst. import/export>
<EXPORTEREN>
Voer het wachtwoord in
Wachtwoord (ter bevestiging)
Controleer het bericht
![]() |
|
Hiervoor kunt u alleen de USB-poort aan de rechterzijde van het apparaat gebruiken.
Als het scherm <Gereed om bestanden uit USB-geheugen af te drukken.> verschijnt terwijl USB geheugen is aangesloten, drukt u op
( ).Voor meer informatie over het importeren / exporteren van instellingsgegevens, raadpleegt u Geregistreerde gegevens opslaan/laden.
|

|
Standaard
![]() Hoog
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Kalibratiefrequentie>
<Standaard> of <Hoog>


|
Uit
![]() Aan
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Melding vr reiniging>
<Uit> of <Aan>


|
1000
tot 50000 |
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Tijd reinig.melding>
Voer het aantal afgedrukte pagina's in met behulp van
of


|
Standaard
![]() Aangepast
|
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Controletijd toner>
<Standaard> of <Aangepast>


|
1 t/m 20
t/m 99 (%) |
(
)
<Gebruikersonderhoud>
<Contr.tijd spec. tnr>
Voer met de numerieke toetsen de resterende hoeveelheid toner in
