![]() |
|
Alle instellingen voor de afstelling en het onderhoud van het apparaat worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool (
). |
![]() |
Sterretjes (*)Instellingen gemarkeerd met een sterretje (*) zijn alleen beschikbaar als de optionele papiertoevoer (lade 2) is geplaatst.
|

|
Automatisch
![]() Aangepast
1 t/m 20
t/m 99 (%) |
<Aanpassing/onderhoud>
<Weergavetijd voor melding over cartridgevoorbereiding>
<Aangepast>
Voer het tonerniveau in
<Toepassen>


|
Negen niveaus
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Printerdensiteit>
Tik op
/
voor het aanpassen van de tonerdichtheid
<Toepassen>


|
Uit
![]() Aan
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Tonerbesparing>
Selecteer <Uit> of <Aan>

|
Multifunctionele lade
Verticaal aanpassen (voorkant)
-0,20 tot 0,00
tot +0,20 (") of -5,0 tot 0,0 tot +5,0 (mm)Horizontaal aanpassen (voorkant)
-0,12 tot 0,00
tot +0,12 (") of -3,0 tot 0,0 tot +3,0 (mm)Verticaal aanpassen (achterkant)
-0,20 tot 0,00
tot +0,20 (") of -5,0 tot 0,0 tot +5,0 (mm)Horizontaal aanpassen (achterkant)
-0,12 tot 0,00
tot +0,12 (") of -3,0 tot 0,0 tot +3,0 (mm)Lade 1
Verticaal aanpassen (voorkant)
-0,20 tot 0,00
tot +0,20 (") of -5,0 tot 0,0 tot +5,0 (mm)Horizontaal aanpassen (voorkant)
-0,12 tot 0,00
tot +0,12 (") of -3,0 tot 0,0 tot +3,0 (mm)Verticaal aanpassen (achterkant)
-0,20 tot 0,00
tot +0,20 (") of -5,0 tot 0,0 tot +5,0 (mm)Horizontaal aanpassen (achterkant)
-0,12 tot 0,00
tot +0,12 (") of -3,0 tot 0,0 tot +3,0 (mm)Lade 2*
Verticaal aanpassen (voorkant)
-0,20 tot 0,00
tot +0,20 (") of -5,0 tot 0,0 tot +5,0 (mm)Horizontaal aanpassen (voorkant)
-0,12 tot 0,00
tot +0,12 (") of -3,0 tot 0,0 tot +3,0 (mm)Verticaal aanpassen (achterkant)
-0,20 tot 0,00
tot +0,20 (") of -5,0 tot 0,0 tot +5,0 (mm)Horizontaal aanpassen (achterkant)
-0,12 tot 0,00
tot +0,12 (") of -3,0 tot 0,0 tot +3,0 (mm) |

|
Uit
Modus 1
![]() Modus 2
Modus 3
Modus 4
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale afdrukmodus A>
Selecteer de modus


![]() |
|
Bij het afdrukken vanaf de computer heeft de instelling in het printerstuurprogramma voorrang. Als de instelling van [Grafische modus] in het printerstuurprogramma is veranderd in [UFR II-modus], heeft de instelling in het bedieningspaneel voorrang. Er verschijnen vlekken op afdrukken
Dit item kan niet worden ingesteld als <Modus streepjescodeaanpassing> is ingesteld instelt op een waarde tussen <Modus 1> en <Modus 3>. Modus streepjescodeaanpassing
Afdrukdichtheid zal lichter zijn als u een grotere verbetering selecteert. Het kan ook leiden tot scherpe randen en ruwere details.
Als het probleem niet kan worden opgelost, ondanks dat dit item is ingesteld, stel dan <Speciale afdrukmodus D> in op <Aan>. Speciale afdrukmodus D
|

|
Uit
![]() Aan
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale afdrukmodus U>
<Aan>


![]() |
|
Als u dit item op <Aan> instelt, kan de afdrukkwaliteit lager zijn, afhankelijk van het papiertype of de omgevingscondities (nader bepaald: als u afdrukt op licht papier of het apparaat in een omgeving met hoge luchtvochtigheid gebruikt).
|

|
Uit
![]() Modus 1
Modus 2
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale afdrukmodus V>
Selecteer de modus


![]() |
|
Afdruksnelheid wordt lager als u een sterkere verbetering selecteert.
|

|
Uit
![]() Modus 1
Modus 2
Modus 3
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale afdrukmodus B>
Selecteer de modus


![]() |
|
Afdruksnelheid wordt lager als u een sterkere verbetering selecteert.
|

|
Uit
![]() Aan
|
<Aanpassing/onderhoud>
<Speciale verwerking>
<Speciale afdrukmodus D>
<Aan>


![]() |
|
Als u dit item instelt op <Aan>, wordt de afdruksnelheid lager.
|