
![]() |
|
Als <Tonerbesparing> is ingesteld op <Aan>, kunt u deze afstelfunctie niet gebruiken. Tonerbesparing
|
.
/
om <Printerinstellingen> te selecteren en druk vervolgens op
.
<Densiteit>.|
1
|
Selecteer <Densiteit> en druk op
.![]() |
|
2
|
Gebruik
/ om de dichtheid in te stellen.![]() |
|
3
|
Druk op
. |
Een fijnafstelling van de tonerdichtheid realiseren via het dichtheidsniveau
|
1
|
Selecteer <Densiteit (fijnaanpassing)> en druk op
.![]() |
|
2
|
Selecteer het dichtheidsniveau en druk op
.![]() |
|
3
|
Gebruik
/ om de dichtheid in te stellen.![]() |
|
4
|
Druk op
.Als u ook instellingen op andere dichtheidsniveaus wilt realiseren, herhaal dan de handelingen in de stappen 2 t/m 4.
|
|
5
|
Selecteer <Toepassen> en druk op
. |
.|
Als de afgedrukte tekst of dunne lijnen vervagen
|
|
U kunt de hele afdruktaak donkerder maken met behulp van <Printerdensiteit> onder <Aanpassing/onderhoud> in het menu Instellingen van het bedieningspaneel.
|