De afdrukpositie aanpassen

Als het document excentrisch of buiten het afdrukbereik wordt afgedrukt, moet u de afdrukpositie aanpassen. U kunt de afdrukpositie voor iedere papierbron aanpassen: in het bereik -5,0 tot +5,0 mm in verticale richting en in het bereik -3,0 tot +3,0 mm in horizontale richting, beide in stappen van 0,1 mm.
De aan te passen richting en afstand controleren
Als u de afdrukpositie aanpast, geef dan de richting op met '+' en '-' en de afstand met behulp van 'mm'. Voor <Verticaal aanpassen (voorkant)>/<Verticaal aanpassen (achterkant)> geeft u een waarde met een '+' teken op om de afdrukpositie in de boven-naar-beneden richting te verschuiven. Voor <Horizontaal aanpassen (voorkant)>/<Horizontaal aanpassen (achterkant)> geeft u een waarde met een '+' teken op pm de afdrukpositie in de links-naar-rechts richting te verschuiven. Om in tegenovergestelde richting te verschuiven, geeft u een waarde met een '-' teken op.
<Verticaal aanpassen (voorkant)>/<Verticaal aanpassen (achterkant)>
 
<Horizontaal aanpassen (voorkant)>/<Horizontaal aanpassen (achterkant)>
1
Druk op .
2
Druk op / om <Aanpassing/onderhoud> te selecteren en druk vervolgens op .
3
Selecteer <Afdrukpositie aanpassen> en druk op .
4
selecteer de papierbron en druk op .
5
Selecteer de combinatie van instellingsrichting en afdrukzijde en druk op .
6
Stel een aanpassingswaarde in.
Met behulp van  / verplaatst u de cursor en met behulp van / schakelt u tussen '+' en '-' en vergroot of verkleint u de waarde.
7
Druk op .
Afdrukpositie aanpassen voor alle afdruktaken
U kunt <Printerinstellingen> in het instellingenmenu van het bedieningspaneel gebruiken om de afdrukpositie voor alle afdruktaken aan te passen, ongeacht de papierbron. U kunt de afdrukpositie instellen in het bereik -50,0 tot +50,0 mm in 0,5 mm stappen in verticale / horizontale richting.
0XEC-06C