![]() |
|
Alle instellingen voor de printer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool (
). |
![]() |
Sterretjes (*)Opties gemarkeerd met "*1" zijn alleen beschikbaar als de optionele papiertoevoer (lade 2) is geplaatst.
Opties gemarkeerd met "*2" gelden alleen voor de MF419x / MF418x.
Prioriteit van instellingenAls er een afdrukinstelling is opgegeven van zowel het printerstuurprogramma als het bedieningspaneel van het apparaat, heeft de instelling van het printerstuurprogramma voorrang boven die van het bedieningspaneel. De instelling van het bedieningspaneel geldt voor bepaalde gebieden, bijvoorbeeld bij PS/PCL-afdrukken of wanneer u afdrukt vanaf UNIX of ander besturingssysteem dat geen printerstuurprogramma´s ondersteunt.
![]() |

|
Multifunctionele lade
Uit
![]() Aan
Uitvoer forceren
![]() Fout weergeven
Lade 1
Uit
![]() Aan
Uitvoer forceren
![]() Fout weergeven
Lade 2*1
Uit
![]() Aan
Uitvoer forceren
![]() Fout weergeven
|
<Printerinstellingen>
<Prioriteit stuurprogramma-instellingen bij afdrukken>
Selecteer de papierbron
<Aan>
Selecteer <Uitvoer forceren> of <Fout weergeven>


Papierbronnen
<Uitvoer forceren>
<Fout weergeven>
![]() |
|
Als de instellingen in het printerstuurprogramma niet overeenkomen met formaat en type geladen papier met <Aan>, kan het papier vastlopen of kan er een afdrukfout optreden.
|

|
1
tot 99 |
<Printerinstellingen>
<Kopieën>
Geef het aantal af te drukken exemplaren op
<Toepassen>


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<2-zijdig afdrukken>
Selecteer <Uit> of <Aan>


<Printerinstellingen>
<Standaardpapier>
Selecteer het papierformaat
Selecteer de papiersoort

|
Uit
![]() Aan |
|
17 niveaus
Fijnaanpassing
Hoog
17 niveaus
Medium
17 niveaus
Laag
17 niveaus
|
![]() |
|
De instellingen voor <Densiteit> worden uitgeschakeld wanneer u <Tonerbesparing> inschakelt.
|

|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Tonerbesparing>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
1200 dpi
600 dpi
![]() |
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Resolutie>
Selecteer <1200 dpi> of <600 dpi>


|
Uit
![]() Modus 1
Modus 2
Modus 3
|
<Printerinstellingen>
<Afdrukkwaliteit>
<Modus streepjescodeaanpassing>
Selecteer de modus

![]() |
|
Afdrukdichtheid wordt lichter als u een sterkere verbetering selecteert.
Bij het afdrukken vanaf de computer heeft de instelling in het printerstuurprogramma voorrang. Als de instelling van [Grafische modus] in het printerstuurprogramma is veranderd in [UFR II-modus] en [Modus Barcodeaanpassing] is veranderd in [Standaardwaarde printer], heeft de instelling in het bedieningspaneel voorrang.
Als u dit item instelt op een waarde tussen <Modus 1> en <Modus 3>, wordt <Speciale afdrukmodus A> automatisch ingesteld op <Uit>. Speciale afdrukmodus A
|

|
Lange zijde
![]() Korte zijde
|
<Printerinstellingen>
<Lay-out>
<Inbindlocatie>
Selecteer <Lange zijde> of <Korte zijde>


<Lange zijde>
<Korte zijde>

|
-50,0 t/m 00,0
t/m +50,0 (mm) |
<Printerinstellingen>
<Lay-out>
<Rugmarge>
Geef de inbindmarge op
<Toepassen>


Voer de instelwaarde in
/
om de cursor te verplaatsen en
/
om over te schakelen tussen '+' / '-' en de waarde te verhogen of te verlagen.|
Instelwaarde
|
Lange zijde
|
Korte zijde
|
|
Een waarde met een '+' teken
|
Linker papierrand
![]() |
Bovenrand van het papier
![]() |
|
Een waarde met een '-' teken
|
Rechter papierrand
![]() |
Onderrand van het papier
![]() |

|
-50,0 t/m 00,0
t/m +50,0 (mm) |
<Printerinstellingen>
<Lay-out>
Selecteer de combinatie van instellingsrichting en afdrukzijde
Specificeer de verschuivingswaarde
<Toepassen>


<Korte zijde verschuiven (voorkant)>/<Lange zijde verschuiven (voorkant)>
<Korte zijde verschuiven (achterkant)>/<Lange zijde verschuiven (achterkant)>
Voer de instelwaarde in
/
om de cursor te verplaatsen en
/
om over te schakelen tussen '+' / '-' en de waarde te verhogen of te verlagen.|
|
<Korte zijde verschuiven (voorkant)>
<Korte zijde verschuiven (achterkant)> ![]() |
|
<Lange zijde verschuiven (voorkant)>
<Lange zijde verschuiven (achterkant)> ![]() |
![]() |
|
Om de afdrukpositie te verschuiven, verandert u de instelling van [Grafische modus] in het printerstuurprogramma naar [UFR II-modus].
|

|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<Automatisch fout overslaan>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
5 t/m 15
t/m 300 (sec.) |
<Printerinstellingen>
<Time-out>
Stel de periode van inactiviteit in
<Toepassen>


|
Automatisch
![]() PS
PCL
PDF
XPS
|
<Printerinstellingen>
<Persoonlijkheid>
Selecteer de stand Persoonlijkheid


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<Prioriteit geven aan MF-lade>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Tekst
Resolutie
![]() Kleurtoon
Gradatie
Hoge resolutie
Illustraties
Resolutie
Kleurtoon
![]() Gradatie
Hoge resolutie
Afbeelding
Resolutie
Kleurtoon
![]() Gradatie
Hoge resolutie
|
<Printerinstellingen>
<UFR II>
<Halftonen>
Selecteer het type afbeelding
Selecteer de reproductiemethode met halftonen


Type afbeelding
<Resolutie>
<Kleurtoon>
<Gradatie>
<Hoge resolutie>
|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Papierbesparing>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Staand
![]() Liggend
|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Afdrukstand>
Selecteer <Staand> of <Liggend>


|
0
tot 104 |
|
0
tot 54 |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Lettergrootte>
Selecteer het nummer van het lettertype
<Toepassen>


|
4,00 t/m 12,00
t/m 999,75 (punt) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Puntgrootte>
Geef de puntgrootte op
<Toepassen>


|
0,44 t/m 10,00
t/m 99,99 (cpi) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Pitch>
Geef de pitchwaarde op
<Toepassen>


|
5 t/m 64
t/m 128 (lijnen) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Vormlijnen>
Geef het aantal lijnen op
<Toepassen>


|
|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Tekencode>
Selecteer de tekencode


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Gebruikerspapier>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Millimeter
![]() Inch
|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Maateenheid>
Selecteer <Millimeter> of <Inch>


|
77 t/m 216
(mm) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<X-dimensie>
Geef de afmeting op
<Toepassen>


|
127 t/m 356
(mm) |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Y-dimensie>
Geef de afmeting op
<Toepassen>



|
Ja
Nee
![]() |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<CR aan LF toevoegen>
Selecteer <Ja> of <Nee>


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<A4-afdrukbreedte vergroten>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Tekst
Resolutie
![]() Kleurtoon
Gradatie
Hoge resolutie
Illustraties
Resolutie
Kleurtoon
![]() Gradatie
Hoge resolutie
Afbeelding
Resolutie
Kleurtoon
![]() Gradatie
Hoge resolutie
|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<Halftonen>
Selecteer het type afbeelding
Selecteer de reproductiemethode met halftonen


Type afbeelding
<Resolutie>
<Kleurtoon>
<Gradatie>
<Hoge resolutie>
|
Inschakelen
Uitschakelen
![]() |
<Printerinstellingen>
<PCL>
<BarDIMM>
Selecteer <Inschakelen> of <Uitschakelen>

![]() |
|
U kunt het menu BarDIMM alleen inschakelen als u Barcode Printing Kit activeert. Wanneer u geen streepjescode afdrukt, moet u vooral het menu BarDIMM uitschakelen. Anders zal misschien de verwerkingssnelheid van gewone afdruktaken worden beperkt.
|
![]() |
|
De standaardinstelling is <Uitschakelen>. Als u de Barcode Printing Kit activeert, verandert deze in <Inschakelen>.
|

|
Uit
~
![]() "
#
$
/
\
?
{
}
|
|
<Printerinstellingen>
<PCL>
<FreeScape>
Selecteer een escapecode

![]() |
|
Deze instelling is alleen beschikbaar als <BarDIMM> is ingeschakeld.
|

|
0
tot 3600 (sec.) |
<Printerinstellingen>
<PS>
<Time-out opdracht>
Geef de time-outtijd voor de taak in seconden op
<Toepassen>


|
Uit
![]() Aan |
<Printerinstellingen>
<PS>
<PS-fouten afdrukken>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Tekst
Resolutie
![]() Gradatie
Hoge resolutie
Illustraties
Resolutie
![]() Gradatie
Hoge resolutie
Afbeelding
Resolutie
![]() Gradatie
Hoge resolutie
|
<Printerinstellingen>
<PS>
<Halftonen>
Selecteer het type afbeelding
Selecteer de reproductiemethode met halftonen


Type afbeelding
<Resolutie>
<Gradatie>
<Hoge resolutie>
|
sRGB
NTSC ![]() Uniforme RGB |
![]() |
|
Dit gedeelte bevat informatie over de instellingen voor het converteren van de kleurgegevens in grijswaarden.
Deze instelling is ongeldig voor zwart-witgegevens.
|
<Printerinstellingen>
<PS>
<Grijswaardeconversie>
Geef de grijswaardenconversie op


|
Uit
![]() Aan
|
<Printerinstellingen>
<PDF>
<Vergroten/verkleinen volgens papierformaat>
Selecteer <Uit> of <Aan>


|
Uit
![]() Aan
|
<Printerinstellingen>
<PDF>
<Afdrukgebied vergroten>
Selecteer <Uit> of <Aan>

![]() |
|
Als u <Aan> opgeeft, kan het gebeuren dat papiergedeelten kort bij de rand niet worden bedrukt of dat afdrukken er gedeeltelijk vlekkerig uitkomen, al naargelang het document.
|

|
Uit
![]() 2 op 1
4 op 1
6 op 1
8 op 1
9 op 1
16 op 1
|
<Printerinstellingen>
<PDF>
<N op 1>
Selecteer de hoeveelheid krimp


|
Uit
Automatisch
![]() |
<Printerinstellingen>
<PDF>
<Opmerkingen afdrukken>
Selecteer <Automatisch> of <Uit>


|
Tekst
Resolutie
![]() Gradatie
Hoge resolutie
Illustraties
Resolutie
![]() Gradatie
Hoge resolutie
Afbeelding
Resolutie
![]() Gradatie
Hoge resolutie
|
<Printerinstellingen>
<PDF>
<Halftonen>
Selecteer het type afbeelding
Selecteer de reproductiemethode met halftonen


Type afbeelding
<Resolutie>
<Gradatie>
<Hoge resolutie>
|
sRGB
NTSC
![]() Uniforme RGB
|
<Printerinstellingen>
<PDF>
<Grijswaardeconversie>
Selecteer het type grijswaardenconversie


<sRGB>
<NTSC>
<Uniforme RGB>
|
Tekst
Resolutie
![]() Gradatie
Hoge resolutie
Illustraties
Resolutie
![]() Gradatie
Hoge resolutie
Afbeelding
Resolutie
![]() Gradatie
Hoge resolutie
|
<Printerinstellingen>
<XPS>
<Halftonen>
Selecteer het type afbeelding
Selecteer de reproductiemethode met halftonen


Type afbeelding
<Resolutie>
<Gradatie>
<Hoge resolutie>
|
Tekst
sRGB
NTSC
![]() Uniforme RGB
Illustraties
sRGB
NTSC
![]() Uniforme RGB
Afbeelding
sRGB
NTSC
![]() Uniforme RGB
|
<Printerinstellingen>
<XPS>
<Grijswaardeconversie>
Selecteer het type afbeelding
Selecteer het type grijswaardenconversie


Type afbeelding
<sRGB>
<NTSC>
<Uniforme RGB>
|
Uitvoer
![]() Fout weergeven
|
<Printerinstellingen>
<XPS>
<Gecomprimeerde beelduitvoer>
Selecteer <Uitvoer> of <Fout weergeven>


<Uitvoer>
<Fout weergeven>