Dialoogvenster [Gedetailleerde instellingen] (Tabblad [Kleur])

Hiermee worden gedetailleerde instellingen opgegeven voor kleurenafdrukken.
Klik op een van de volgende koppelingen om naar de beschrijving te gaan.
 
Beschrijvingen onder Tabblad [Kleur] (Instellingen)

Beschrijving van instellingen

[Geheel zwarte tekst]
Hiermee kunt u selecteren of u zwarte (R=G=B=0) tekst met alleen zwarte toner wilt afdrukken.
[Standaardwaarde printer]
De printerinstelling wordt gebruikt.
[Uit]
Hiermee wordt zwart met alle tonerkleuren afgedrukt.
[Aan]
Hiermee wordt zwart met alleen zwarte toner afgedrukt.
[Zwarte overdruk]
Als u zwarte tekst afdrukt op een gekleurde achtergrond, kunt u hiermee eerst de gekleurde achtergrond afdrukken, vervolgens de zwarte tekst met overlay afdrukken op de gekleurde achtergrond zodat er geen verkeerde registratie plaatsvindt. Deze instelling is alleen beschikbaar als [Geheel zwarte tekst] is geselecteerd.
[Standaardwaarde printer]
De printerinstelling wordt gebruikt.
[Uit]
Hiermee wordt de kleurenachtergrond afgedrukt terwijl de zwarte gedeelten op de voorgrond leeggelaten worden. Hierna wordt de zwarte voorgrond opgevuld.
[Aan]
Hiermee wordt de gehele achtergrond in kleur afgedrukt, waarna dit met de zwarte voorgrond overgedrukt wordt.
[Gescheiden kleuren combineren]
Hiermee kunt u selecteren hoe u gescheiden CMYK-gegevens kunt afdrukken wanneer u scheidingen uit PostScript-toepassingen afdrukt.
Als u [Aan] selecteert voor deze functie, kunt u wellicht de functies watermerk, pagina-opmaak, papierselectie, poster, boekje afdrukken, N op 1 afdrukken (en niet 1, 2 en 4) en CanoFine niet gebruiken.
[Vierkleurenoverdruk]
Hiermee kunt u een overdruk maken van een overdrukattribuutobject dat vanuit een toepassing is ingesteld in de vierkleurenuitvoerstatus.
Aangezien alle kleuren die in de gegevensset worden gebruikt op één plaat worden overgedrukt, kunt u het uiteindelijke resultaat bevestigen zonder de kleuren te scheiden.
[Steunkleurafstemming]
Hiermee geeft u de optimale methode voor het reproduceren van een steunkleur (speciale kleur) op. Als u een benoemd kleurenprofiel gebruikt dat is opgegeven in een toepassing, kunt u kleuren converteren naar apparaatonafhankelijke CMYK-waarden die het dichtst bij de steunkleuren liggen. Als u dit wilt doen, moet u eerst het benoemde kleurenprofiel downloaden naar de printer met de resource downloader.
[Tonerdichtheid]
Hiermee kunt u de tonerdichtheid aanpassen. Deze functie is handig wanneer u toner wilt besparen en om de tonerdichtheid aan te passen wanneer u barcodes afdrukt. Wanneer [Details] wordt weergegeven, kunt u de dichtheid aanpassen en de dichtheid van elke kleur fijn afstellen in het dialoogvenster [Details voor tonerdichtheid].
Als u [Standaardwaarde printer] selecteert, kan het voorkomen dat u een onbedoeld afdrukresultaat verkrijgt, afhankelijk van de instelling op de printer. De instelling [Standaardwaarde printer] kan bijvoorbeeld resulteren in een lichtere uitvoer dan de instelling [-1 [Licht]].
Als [Opslaan] of [Bewaren] is geselecteerd als [Uitvoermodus], kunt u de tonerdichtheid niet aanpassen in [Details].
Functies die niet samengaan met deze functie: [Tonerspaarstand] → [Aan]
[Helderheid]
Hiermee kunt u selecteren of de helderheid vanaf de printer of vanaf de host is ingesteld.
Als u dit selectievakje inschakelt, wordt er aangegeven of de instelling voor helderheid op de printer wordt aangepast op de host.
Sleep de schuifregelaar naar links of rechts om de afbeelding donkerder of lichter te maken.
[Grijswaardenprofiel]
Hiermee kunt u selecteren of een kleureninstellingenprofiel wordt gebruikt wanneer in grijswaarden wordt afgedrukt.
[RGB-kleurinvoeraanpassing]
Hiermee kunt u de kleurinstellingen handmatig opgeven. Klik op de knop [Instellingen] om het dialoogvenster voor het opgeven van de tonerdichtheid te openen.
[Verhogen (Kleur)]
Klik op de knop van de kleur die u wilt versterken. U kunt de kleur aanpassen door de afbeelding naar de kleur(en) te slepen die u wilt versterken.
[Helderheid]
Hiermee kunt u de helderheid aanpassen met de schuifregelaar.
[Contrast]
Hiermee kunt u het contrast aanpassen met de schuifregelaar.
[Standaardwaarden herstellen]
Hiermee worden alle instellingen weer teruggezet op de standaardwaarden.
[CanoFine gebruiken]
Hiermee worden de kleuren van bitmaps automatisch aangepast in het af te drukken document. U kunt deze functie bijvoorbeeld gebruiken om afbeeldingen af te drukken die met een digitale camera zijn gemaakt. Klik op [Instellingen] om gedetailleerde instellingen op te geven.
[Verwerken in batch van enkele pagina]
Hiermee worden meerdere bitmaps op een pagina als een enkel item verwerkt. Schakel dit selectievakje in voor het afdrukken van geroteerde bitmaps of bitmaps waaruit vormen uit gesneden.
[Verbeterde verzadiging]
Kleurintensiteit voor CanoFine-verwerking verbeteren.
[Onderscheiden tussen kleur-/zwartwitpagina's op de host]
Hiermee kan de hostcomputer onderscheiden of het document in kleur of in zwart-wit moet worden afgedrukt.
Als de afdrukgegevens een grote hoeveelheid bitmapgegevens bevat, wordt het document in kleur afgedrukt.
[Kleur-/zwartwitpagina's toepassen vanuit toepassingen]
Hiermee wordt afgedrukt met prioriteit voor de instelling voor het afdrukken in kleur of het afdrukken in zwart-wit van de toepassing.