Omslaginstellingen

U kunt voor- en achteromslagen invoegen. U kunt papier gebruiken dat verschilt van de inhoudspagina's en opgeven welke zijde(n) moet(en) worden afgedrukt.
1.
Open het tabblad [Papierbron].
2.
Klik op [Instellingen voor-/achteromslag].
Het Dialoogvenster [Instellingen voor-/achteromslag] wordt weergegeven.
3.
Selecteer de in te voeren omslag(en) bij [Omslaginstellingen].
4.
Geef [Papierbron] en [Afdrukken op] op → klik op [OK].
Ga als volgt te werk als u een voorgedrukte omslag invoegt: Plaats de omslag in de invoegeenheid van de printer → selecteer [Papierbron] → Invoegeenheid.

Over deze functie

Vereiste opties
Voorgedrukte pagina's invoegen: Invoegeenheid
Functies die niet samengaan met deze functie
Tabblad [Algemene instellingen] of [Afwerking] → [Afwerking] → [Groeperen] of [Roteren]
Tabblad [Afwerking] → [Vouw] → [Vouw voor nietjes]
Referenties
U kunt niet op papier afdrukken dat in de invoegeenheid is geplaatst.
Als u deze functie wilt gebruiken bij het maken van een boekje, verschilt de afdrukstand waarin de omslagen moeten worden geplaatst ten opzichte van de instellingen voor [PS-uitvoer vanuit een applicatie] op het tabblad [Apparaatinstellingen].
Ga als volgt te werk als [Auto] of [Ingeschakeld] is ingesteld:
Ga als volgt te werk als [Uitgeschakeld] is ingesteld: