Afdrukken vanaf een computer

Dit verklaart de basisprocedure voor het afdrukken vanaf een computer.

Voorwaarden

Bevestig dat aan volgende voorwaarden wordt voldaan. Voltooi de voorbereidingsbewerkingen.
De apparaatopties instellen in het stuurprogramma
Als de functie Apparaatgegevens ophalen niet automatisch is ingesteld, moet u de opties van het apparaat handmatig instellen in het apparaat in het stuurprogramma.
Apparaatondersteuningsfuncties instellen
Voorzorgsmaatregelen die u moet nemen bij het afdrukken

Procedure

1.
Selecteer [Afdrukken] in het applicatiemenu.
Bij het afdrukken met een Windows Store-app of Windows-app
Bij gebruik van Windows 10:
Selecteer [Afdrukken] in het app-menu.
Bij gebruik van Windows 8/Server 2012:
Geef de charmsbalk weer aan de rechterkant van het scherm → klik op [Apparaten] → de printer die u gebruikt → [Afdrukken].
Bij gebruik van Windows 8.1/Server 2012 R2:
Geef de charmsbalk weer aan de rechterkant van het scherm → klik op [Apparaten] → [Afdrukken] → de printer die u gebruikt → [Afdrukken].
Als u afdrukt met de bovenstaande procedure, kunnen slechts enkele afdrukfuncties worden ingesteld.
2.
Selecteer het apparaat → klik op [Voorkeursinstellingen], [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].
3.
Stel de functies in zoals vereist in het afdrukinstellingenscherm van het stuurprogramma → klik op [OK].
Raadpleeg de help voor een uitleg van de instellingen.
4.
Klik op [Afdrukken] (of [OK]).

Verwante onderwerpen