
![]() |
|
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u enveloppen in de gewenste afdrukstand plaatst. Daarnaast worden de stappen besproken die u moet uitvoeren voordat u enveloppen plaatst. Zie Basismethode voor het plaatsen van papier voor een beschrijving van de algemene procedure voor het plaatsen van enveloppen in de papierlade of in de papiertafel.
|
![]() |
|
Gebruik geen enveloppen met lijm op de sluitkleppen. De lijm kan smelten als gevolg van de warmte en de druk van de fixeereenheid.
Enveloppen kunnen tijdens het afdrukken kreukelen afhankelijk van het type enveloppen of de omstandigheden waarin deze worden bewaard.
Er kunnen strepen verschijnen wanneer enveloppen overlappen.
|
/b_C378.gif)
/b_C376n.gif)
/b_C375o.gif)
/b_C379.gif)

/b_C377n.gif)

|
1
|
Bereid enveloppenaanvoer A voor.
Verwijder enveloppenaanvoer A die is opgeslagen in papierlade 2.
![]() |
|
2
|
Stel de linkergeleider van papierlade 1 bij en bevestig enveloppenaanvoer B aan de linkergeleider.
![]() |
|
3
|
Bevestig enveloppenaanvoer A door de uitstekende delen van enveloppenaanvoer A uit te lijnen met de gaatjes op de papierontvanger onder op de papierlade.
![]() ![]() Bij het plaatsen van ISO-C5 hoeft u enveloppenaanvoer B niet te bevestigen.
Wanneer u de enveloppenaanvoeren niet gebruikt, kunt u ze opbergen in het opslaggedeelte van de papierladen. Berg de enveloppenaanvoer op in het opslaggedeelte van papierlade 2.
|
|
1
|
Bereid enveloppenaanvoer A voor.
Verwijder enveloppenaanvoer A die is opgeslagen in papierlade 2.
![]() |
|
2
|
Bevestig enveloppenaanvoer A door de uitstekende delen van enveloppenaanvoer A uit te lijnen met de gaatjes op de papierontvanger onder op de papierlade.
![]() ![]() Bij het plaatsen van Kakugata 2 hoeft u enveloppenaanvoer A niet te bevestigen.
Als u enveloppenaanvoer A niet gebruikt, kunt u deze opbergen in het opslaggedeelte van papierlade 2.
|
|
Papierlade 1
![]() |
Papierlade 2
![]() |
![]() |
/b_T02668.gif)
/b_T02669.gif)
/b_T02671.gif)
/b_T02672.gif)
/b_T02670.gif)
/b_T02673.gif)
/b_T02674.gif)
/b_T02675.gif)
/b_D02676_enve01.gif)
/b_D02676_enve02.gif)


/b_D02676_enve04.gif)
/b_D02676_enve05.gif)
![]() |
|
U kunt maximaal 10 enveloppen tegelijk plaatsen. Als de enveloppen niet goed worden aangevoerd, ook al zijn ze voorbereid volgens de procedures, plaats de enveloppen dan afzonderlijk op de papiertafel in plaats van diverse vellen tegelijk.
Druk niet af op de achterzijde van de enveloppen (de zijde met de gelijmde delen).
|
![]() |
|
Als u op enveloppen afdrukt, haal ze dan met 10 tegelijk van het opvangblad.
Wanneer u Kakugata 2 gebruikt, moet u deze horizontaal plaatsen.
Als de enveloppen verkreukelen, plaatst u de enveloppen met de lange zijde naar de machine toe.
|