De ongelijkmatige dichtheid corrigeren

Als de densiteit ongelijk is bij het afdrukken, drukt u op <Corrigeer rastering>. Er zijn twee methoden voor correctie van de densiteit: Correctie met een densitometer met een commerciële densitometer en Visuele correctie.
Aanpassingen worden mogelijk niet goed uitgevoerd als er onvoldoende toner is.

Correctie met een densitometer

Meet een testpagina die u hebt uitgevoerd met een commerciële densitometer en geef de gemeten densiteitswaarden op om de densiteit van halftoongebieden te corrigeren.
1
Druk op   <Aanpassen/Onderhoud> <Aanpassen beeldkwaliteit> <Corrigeer rastering> <Densitometer correctie>.
2
Druk op <Start afdrukken>.
Een testpagina wordt afgedrukt.
3
Meet de testpagina met een densitometer.
Meet de markeringen 1-7 die op de testpagina zijn afgedrukt, en maak een notitie van de densiteitswaarden die zijn gedetecteerd.
4
Druk op <Fijnaanp.> voor elke kleur.
5
Geef de densiteitswaarden op.
Geef de densiteitswaarden op die u hebt gemeten en genoteerd in stap 3 in 1-7 voor elke kleur.
6
Druk op <OK>.
7
Druk op <Afdrukken van proefpagina> <Start afdrukken>.
Na correctie wordt een testpagina uitgevoerd.
8
Als er geen probleem is met de testpagina, drukt u op <Opsl. en afwerken>.
Als de densiteit van de testpagina na correctie ongelijkmatig is, voert u de procedure uit die wordt aangegeven in Visuele correctie.

Visuele correctie

Meet een testpagina die uit hebt uitgevoerd, visueel om een correctie uit te voeren met de densiteitsaanpassingswaarden die u vaststelt. Gebruik deze procedure als u geen densitometer hebt, of wanneer de correctie niet effectief is.
1
Druk op   <Aanpassen/Onderhoud> <Aanpassen beeldkwaliteit> <Corrigeer rastering> <Visuele correctie>.
2
Druk op <Afdrukken van proefpagina> <Start afdrukken>.
Een testpagina wordt afgedrukt.
3
Controleer de testpagina visueel om de densiteitsaanpassingswaarden vast te stellen.
Bereik van afgedrukte markeringen
Het bereik van afgedrukte markeringen voor elke kleur kan -6 tot +6 of -5 tot +5 zijn, afhankelijk van het gebruikte papierformaat voor de testpagina.
4
Druk op <Fijnaanp.> voor elke kleur.
5
Geef de densiteitswaarden op.
Geef de densiteitswaarden op volgens de resultaten die u visueel hebt gecontroleerd in stap 3 van -6 tot +6 (of -5 tot +5) voor elke kleur.
Geef een positieve waarde op om de densiteit te vergroten, of een negatieve waarde om de densiteit te verkleinen.
6
Druk op <OK>.
7
Druk op <Afdrukken van proefpagina> <Start afdrukken>.
Na correctie wordt een testpagina uitgevoerd.
8
Als er geen probleem is met de testpagina, drukt u op <Opsl. en afwerken>.
1Y6A-1C2