![]() |
|
Voor de apparaathandtekening wordt gebruik gemaakt van een sleutel en certificaat, waarmee de ontvanger van een gescand document kan verifiëren dat het op deze machine is gemaakt. De ontvanger kan controleren welke machine is gebruikt om het document te maken, en nagaan of het document is gewijzigd. Voor het gebruik van deze functie is een optioneel product voor het systeem nodig (Systeemopties). Voordat u een apparaathandtekening kunt toevoegen, moeten sleutel en certificaat (apparaatcertificaat) die voor de apparaathandtekening worden gebruikt, eerst op de machine worden aangemaakt. Een apparaathandtekeningcertificaat genereren
|
![]() |
|
De gebruikershandtekening is gekoppeld aan functies voor persoonlijke-verificatiebeheer, zodat de ontvanger van een gescand document kan verifiëren wie het heeft gemaakt. Net als bij de apparaathandtekening kan de ontvanger met de gebruikershandtekening controleren of het document is gewijzigd nadat de handtekening is toegevoegd. Voor het gebruik van deze functie is een optioneel product voor het systeem nodig (Systeemopties). Voordat u een gebruikershandtekening kunt toevoegen, moeten sleutel en certificaat (gebruikerscertificaat) eerst via de Remote UI (UI op afstand) voor elke gebruiker worden geregistreerd. Een gebruikershandtekeningcertificaat registreren
|
|
TIPS
|
Een digitale handtekening weergeven (zichtbare handtekening)Gegevens over digitale handtekeningen kunnen worden weergegeven op de eerste pagina van het document, zodat de lezer gemakkelijk kan zien dat een digitale handtekening is toegevoegd. Alleen PDF-documenten ondersteunen zichtbare handtekeningen. Een digitale handtekening toevoegen
|