Verbeteren van de beveiliging van elektronische bestanden

 
Elektronische bestanden zijn kwetsbaar voor beveiligingsbedreigingen, zoals bij bestanden die gemakkelijk in te zien zijn en waarmee gemakkelijk geknoeid kan worden, zonder dat er sporen worden achtergelaten. Bij het scannen van belangrijke papieren kunt u de beveiliging van de bestanden verbeteren door versleuteling of het toevoegen van een digitale handtekening.
Voor informatie over de optionele producten die vereist zijn om deze functie te gebruiken en over de bestandsindelingen, raadpleegt u Systeemopties.
Deze functies gebruiken
Sommige optionele producten moeten op de machine worden geïnstalleerd. Systeemopties
Alleen PDF-bestanden kunnen worden versleuteld.
PDF- en XPS-bestanden kunnen digitale handtekening hebben.

Versleutelen

Door het instellen van een wachtwoord bij het scannen van een origineel kunnen PDF-bestanden voor verzending/opslag worden versleuteld. Dat verkleint de kans dat de bestanden worden ingezien of bewerkt door anderen.
Deze functie gebruiken
Stel <Wijzig PDF naar PDF/A> in op <Uit>. <Wijzig PDF naar PDF/A>
1
Plaats het origineel. Originelen plaatsen
2
Druk op <Scannen en verzenden> in het hoofdmenu. Scherm <Hoofdmenu>
3
Geef de bestemming op het scherm met basisfuncties voor scannen op. Scherm met basisfuncties voor scannen
4
Druk op de instellingenknop voor de bestandsindeling.
5
Druk op <PDF> <Encryptie>.
6
Stel het wachtwoord in en druk op <OK>.
<Encryptieniveau>
Selecteer een versie van Adobe Acrobat.
<Wachtwoord nodig om document te openen>
Hiermee kunt u het wachtwoord instellen dat nodig is voor het openen van het bestand. Druk op <Wachtwoord nodig om document te openen>  <Wachtwoord om doc. te openen> om het wachtwoord in te voeren.
<Wachtwoord nodig om permissie te wijzigen>
Hiermee kunt u het wachtwoord instellen dat nodig is voor het afdrukken of bewerken van het bestand, zoals verwijderen van pagina's, en voor het opgeven van bewerkingen die zijn toegestaan. Druk op <Wachtwoord nodig om permissie te wijzigen>  <Permissiewachtwoord> om het wachtwoord in te voeren, en geef vervolgens de bewerkingen op die zijn toegestaan.
Bij <Afdrukken toestaan> of <Wijzigingen toestaan> geeft u de bewerkingen op die zijn toegestaan bij het afdrukken/bewerken van het bestand.
Als u op <Insch. van kopiëren en uitnemen van afb./tekst> drukt om een vinkje toe te voegen, mag u kopiëren, en afbeeldingen en tekst uit bestanden halen.
Als u op <Inschakelen toegang voor visueel gehandicapten.> drukt om een vinkje toe te voegen, wordt de functie geactiveerd voor het hardop lezen van een document.
Als u op de machine bent aangemeld met persoonlijke-verificatiebeheer (Gebruikers beheren), wordt de knop <Wachtwoord opslaan> weergegeven. Als u op deze knop drukt, worden de wachtwoorden die u hebt ingevoerd, opgeslagen, zodat u de volgende keer geen wachtwoorden meer hoeft in te voeren.
7
Druk op .
Originelen worden gescand en het verzenden/opslaan start.

Een digitale handtekening toevoegen

U kunt gescande originelen converteren naar PDF-/XPS-bestanden met een digitale handtekening. Een digitale handtekening is vergelijkbaar met het ondertekenen en verzegelen van papieren, zodat u kunt controleren wie het bestand heeft gemaakt en of er met het bestand is geknoeid of dat het is vervalst nadat het is ondertekend. Voor meer informatie over een digitale handtekening en de bijbehorende instellingen raadpleegt u Een digitale handtekening toevoegen aan verzonden bestanden.
1
Plaats het origineel. Originelen plaatsen
2
Druk op <Scannen en verzenden> in het hoofdmenu. Scherm <Hoofdmenu>
3
Geef de bestemming op het scherm met basisfuncties voor scannen op. Scherm met basisfuncties voor scannen
4
Druk op de instellingenknop voor de bestandsindeling.
5
Druk op <PDF> of <XPS> <Dig. handtek. toevoegen>.
Als u niet op de machine bent aangemeld met persoonlijke-verificatiebeheer en <XPS> selecteert, drukt u op <App. handtek. toevoegen>.
6
Selecteer de digitale handtekening en druk op <OK>.
<Apparaathandtekening>
De naam van de machine wordt aan het bestand toegevoegd als handtekening. De lezer kan verifiëren of het bestand is gescand vanaf de machine.
<Gebr.handtek.>
De naam van de gebruiker die zich op de machine aanmeldt met persoonlijke-verificatiebeheer wordt aan het bestand toegevoegd als een handtekening. De lezer kan verifiëren of het bestand is gescand door de gebruiker.
7
Druk op .
Originelen worden gescand en het verzenden/opslaan start.
Zorgen dat een digitale handtekening in een oogopslag wordt herkend door de lezer (zichtbare handtekening) (alleen bij een PDF-bestand)
Als u op <Zichtbare handtekeningen> drukt, verschijnt de handtekening op de eerste pagina van het bestand, zodat de lezer in een oogopslag kan controleren wie het bestand heeft gemaakt.
Bij gebruik in combinatie met versleuteling van PDF-bestanden
Als u een wachtwoord wilt instellen voor <Wachtwoord nodig om permissie te wijzigen> bij versleuteling van een PDF-bestand, selecteert u <Wijzigt uitgezonderd uitgenomen pagina's> voor <Wijzigingen toestaan>. Versleutelen
Als u S/MIME instelt, kunt u een e-mail met een digitale handtekening en met versleuteling verzenden. <S/MIME-instellingen>
1Y6A-13S