Directe verbinding maken (toegangspuntmodus)

Zelfs in een omgeving zonder draadloze LAN-router kunt u uw mobiele apparaat toch rechtstreeks aansluiten op de machine via de toegangspuntmodus, waarmee verbinding tussen het apparaat en de machine mogelijk is zonder dat u ingewikkelde instellingen moet configureren, of met behulp van Bluetooth of NFC voor een nog eenvoudiger verbinding.
Voor het gebruik van Bluetooth of NFC zijn optionele producten nodig. Systeemopties

Voorbereiden op het maken van een directe verbinding (toegangspuntmodus)

Maak in de volgende volgorde verbinding via de toegangspuntmodus.
 
 
Controleer de netwerkinstellingen van de machine.
Druk op   <Voorkeuren>  <Netwerk>  <TCP/IP-instellingen>  <IPv4-instellingen>  stel <Gebruik IPv4> in op <Aan>.
 
 
 
 
Bereid het mobiele apparaat voor.
Configureer het mobiele apparaat om de Wifi-verbinding in te schakelen.
 
 
Bereid de machine voor op de verbinding.
Druk op   <Voorkeuren>  <Netwerk>  <Directe-verbindingsinstellingen>  stel <Gebruik directe verbinding> in op <Aan>.
Druk op   <Hoofdmenu>  <Mobiel portaal>  <Directe verbinding>  <Inschakelen>.
Voor meer informatie over het gebruik van Canon PRINT Business raadpleegt u de verwante handleidingen. (http://www.canon.com/gomp/)

Directe verbinding maken

Het kan even duren voordat de verbinding tussen de machine en het mobiele apparaat tot stand wordt gebracht.

Handmatig verbinding maken

1
Met de machine als de verbindingsbestemming configureert u de draadloze LAN-instellingen op uw mobiele apparaat met behulp van de SSID en de netwerksleutelgegevens die worden weergegeven op het aanraakscherm van de machine.
2
Nadat u de gewenste bewerkingen hebt uitgevoerd, drukt u op <Uitschakelen>.

Verbinding maken met een QR-code

1
Start Canon PRINT Business op het mobiele apparaat.
2
Lees de QR-code op het aanraakscherm van de machine.
3
Nadat u de gewenste bewerkingen hebt uitgevoerd, drukt u op <Uitschakelen>.

Verbinding maken met Bluetooth (iOS)

1
Druk op   <Voorkeuren>  <Netwerk>  <Bluetooth instellingen>  stel <Gebruik Bluetooth> in op <Aan>.
2
Start Canon PRINT Business op het mobiele apparaat.
3
Configureer het mobiele apparaat om het gebruik van Bluetooth-instellingen mogelijk te maken.
4
Houd het mobiele apparaat in de buurt van de machine.
De apparaatnaam en PIN-code worden op het aanraakscherm weergegeven. Voer met deze informatie de pairing uit via het mobiele apparaat.
5
Nadat u de gewenste bewerkingen hebt uitgevoerd, drukt u op <Uitschakelen>.

Verbinding maken met NFC (Android)

1
Druk op   <Beheerinstellingen>  <Apparaatbeheer>  stel <Gebruik emulatie NFC-kaart> in op <Aan>.
2
Start Canon PRINT Business op het mobiele apparaat.
3
Configureer het mobiele apparaat om het gebruik van NFC-instellingen mogelijk te maken.
4
Plaats het mobiele apparaat dichtbij de NFC-markering van de machine.
5
Nadat u de gewenste bewerkingen hebt uitgevoerd, drukt u op <Uitschakelen>.
Voor meer informatie over het koppelen van mobiele apparaten raadpleegt u de Instellingen voor koppelen aan mobiele apparaten Gebruikershandleiding.
TIPS
Als u de aangesloten mobiele apparaten wilt controleren, drukt u op <Directe- verb.gegev.> op het scherm <Directe verbinding>.
U kunt een verbinding die gekoppeld is aan aangemelde gebruikers inschakelen door <Gebruik pers. SSID en netwerksleutel> in te stellen op <Aan> in de <Instellingen modus toegangspunt>. <Instellingen modus toegangspunt>
Bij verbinding via directe verbinding kunt u misschien geen verbinding maken met het internet, afhankelijk van het mobiele apparaat dat u gebruikt.
Als een draadloze verbinding vanaf een mobiel apparaat niet binnen 5 minuten tot stand wordt gebracht, terwijl de SSID en netwerksleutel worden weergegeven, wordt de wachtstatus voor verbindingen opgeheven.
Als de status zonder gegevensoverdracht tussen een mobiel apparaat en de machine onveranderd blijft tijdens communicatie via directe verbinding, dan kan de communicatie eindigen.
De sluimermodus bespaart minder energie bij verbinding via een directe verbinding.
Als de machine wordt gebruikt met een draadloos LAN, moet u de machine verbonden houden met het draadloos LAN als u een rechtstreekse verbinding gebruikt. Als de machine niet is verbonden met een draadloos LAN of de verbindingsprocedure is nog niet voltooid, dan kan de procedure voor de rechtstreekse verbinding niet beginnen. Als de verbinding tussen de machine en het draadloos LAN verloren gaat tijdens communicatie via een rechtstreekse verbinding, kan de communicatie stoppen.
Wanneer u de gewenste bewerking hebt afgerond, vergeet dan niet om de verbinding tussen de machine en het mobiele apparaat te verbreken. Als de verbinding niet wordt verbroken, wordt in de sluimermodus minder energie bespaard.
Als u de directe verbinding gebruikt, stel het IP-adres op het mobiele apparaat dan niet handmatig in. Als u dat wel doet, is goede communicatie na gebruik van de directe verbinding misschien niet mogelijk.
1Y6A-155