Afdrukken vanaf een computer
In dit gedeelte worden de basisbewerkingen beschreven voor het afdrukken vanaf een computer waarop het printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
Help voor printerstuurprogramma's
Als u in het instellingenscherm van het printerstuurprogramma op [Help] (Windows) of

(Mac OS) klikt, wordt het Help-scherm weergegeven. Voor informatie die niet in de Gebruikershandleiding staat, inclusief over functies van het stuurprogramma en hoe u deze kunt configureren, raadpleegt u Help.
Basisbewerkingen voor afdrukken
In dit gedeelte wordt de basisvolgorde beschreven voor het afdrukken vanaf een computer.
Bij Windows
1
Open een document en geef het afdrukscherm weer.
2
Selecteer de machine en klik op [Voorkeursinstellingen] of [Eigenschappen].
3
Geef zo nodig de afdrukinstellingen op en klik op [OK].
Schakel zo nodig tussen de tabbladen om de gewenste afdrukinstellingen op te geven.
4
Klik op [Afdrukken] of [OK].
Het afdrukken wordt gestart.
|
|
Bij afdrukken vanaf de Windows Store-toepassing op Windows 8/Server 2012 of Windows 8.1/Server 2012 R2
Geef de emoticon aan de rechterkant van het scherm weer en selecteer [Apparaten]  [Afdrukken] (alleen bij Windows 8.1/Server 2012 R2)  de machine  [Afdrukken]. Wanneer u via deze methode afdrukt, zijn sommige functies beperkt.
|
Bij Mac OS
1
Open een document en geef het afdrukscherm weer.
2
Selecteer het apparaat.
3
Geef de gewenste afdrukinstellingen op.
Na selectie van het instellingenpaneel uit de vervolgkeuzelijst stelt u op elk paneel op afdrukken in.
4
Klik op [Druk af].
Het afdrukken wordt gestart.
KOPPELINGEN