
![]() |
|
Om foutieve faxverzending te voorkomen moet u altijd eerst
drukken.* Bestemmingen die door de vorige gebruiker waren ingesteld zijn mogelijk nog aanwezig. |
![]() |
|
U moet enkele procedures doorlopen voordat u de faxfuncties kunt gebruiken. Begininstellingen configureren voor faxfuncties
|

en tik <Fax>.
Bestemmingen opgeven met de numerieke toetsen
. (Druk eenmaal op de toets om het laatst ingevoerde teken te wissen. Houd de toets langer ingedrukt om alle ingevoerde tekens te wissen.)

|
1
|
Voer de internationale toegangscode in.
![]() |
|
2
|
Tik <Onderbreken>.
<p> (pauze) wordt ingevoegd tussen cijfers. In dit geval wordt 012 eerst gedraaid en 4 seconden later wordt het volgende nummer gedraaid.
![]() ![]() Het invoeren van pauzes is niet verplicht, maar als u opeenvolgende nummers invoert zonder pauzes, bestaat de kans dat de nummers niet goed worden herkend.
Pauzes kunnen continu worden ingevoegd.
Eén pauze komt overeen met een wachttijd van 4 seconden. Deze tijd kunt u desgewenst aanpassen. Stel pauzeduur in
|
|
3
|
Voer de landcode, het netnummer en het faxnummer in.
![]() |
|
4
|
Tik <Onderbreken> om eventueel een pauze aan het einde van het faxnummer toe te voegen.
De wachttijd die hier wordt ingevoegd, is standaard ingesteld op 10 seconden. Deze wachttijd kunt u niet aanpassen.
![]() |
|
5
|
Tik <Toepassen>.
![]() |


Bestemmingen opgeven vanuit het adresboek 
|
1
|
Tik <Bestemming>.
![]() |
|
2
|
Tik <Opgeven uit adresboek>.
![]() |
|
3
|
Selecteer een tabblad met
/ .![]() <Alles>
Alle bestemmingen weergeven die in het adresboek zijn opgeslagen. De symbolen of pictogrammen naast bestemmingen worden hieronder toegelicht.
<A-Z>/<0-9>/<ABC> aan <YZ>
Druk hierop om bestemmingen weer te geven met namen van ontvangers waarvan de eerste tekens overeenkomen met de tekens op het geselecteerde tabblad.
<
>Druk hierop om bestemmingen voor faxen weer te geven.
<
>Druk hierop om bestemmingen voor e-mails weer te geven. Niet gebruiken in deze procedure.
<
>Druk hierop om bestemmingen voor gedeelde mappen weer te geven. Niet gebruiken in deze procedure.
<
>Druk hierop om bestemmingen weer te geven die zijn opgeslagen met de functie Groepskiezen.
<
>Alleen bestemmingen voor snelkeuzenummers worden weergegeven.
|
|
4
|
Selecteer een bestemming.
![]() |
Bestemmingen opgeven door codes voor verkort kiezen rechtstreeks in te voeren
|
1
|
Tik <Bestemming>.
![]() |
|
2
|
Tik <Aangeven via kiescode>.
![]() |
|
3
|
Voer de code van drie cijfers (001 tot 100) in met de numerieke toetsen.
![]() |
Bestemmingen opgeven via sneltoetsen 
|
1
|
Tik <Bestemming>.
![]() |
|
2
|
Tik <Opgeven met sneltoets>.
![]() |
|
3
|
Selecteer een bestemming.
![]() |

om het verzenden te starten.
Tik <Ja>.
Als u in stap 1 documenten in de documentinvoer plaatst
Wanneer u in stap 1 documenten op de glasplaat legt
|
1
|
Selecteer het formaat van het document.
Als er maar één pagina hoeft te worden gescand, gaat u verder met stap 3.
|
|
2
|
Leg het volgende document op de glasplaat en druk op
.Herhaal deze stap totdat alle pagina's zijn gescand.
|
|
3
|
Tik <Start TX>.
De faxen worden verzonden.
|
![]() |
|
Als u faxen altijd met dezelfde instellingen wilt verzenden:
Als u een geluid wilt horen als de handset van de haak is:
|