Display
Op het display worden schermen weergegeven voor kopiëren, scannen en andere functies, plus de schermen voor het opgeven van instellingen voor deze functies. U kunt het display ook gebruiken om foutberichten en de communicatiestatus van het apparaat te bekijken.
Hoofdscherm
Wanneer u drukt op
(COPY/SCAN) zal het hoofscherm voor de geselecteerde functie worden getoond. Hieronder ziet u bijvoorbeeld het hoofdscherm van de kopieerfunctie.
Scherm <Papierinstellingen>
Als u op
(Papierinstelling) drukt om het papier te selecteren waarop u wilt kopiëren of afdrukken, wordt het scherm <Papierinstellingen> weergegeven. Selecteer het papier op het scherm. U kunt deze toets ook gebruiken om de papierinstellingen te wijzigen wanneer u papier laadt met een ander formaat dan het papier dat u hiervoor hebt gebruikt. Het geladen papier wordt alleen juist ingevoerd als de papierinstellingen juist zijn.
De papierlade selecteren
Hiermee kunt u het papier voor elke lade selecteren.
Het type en formaat papier opgeven
<Veelgebruikte papierformaten selecteren>
U kunt het apparaat zodanig instellen dat alleen veelgebruikte papierformaten op het selectiescherm worden weergegeven.
Scherm <Menu>
Wanneer u op
drukt, wordt het scherm <Menu> weergegeven. Via dit scherm kunt u algemene instellingen opgeven voor het apparaat, zoals <Voorkeuren> of <Tijdklokinstellingen>. Daarnaast kunt u het scherm gebruiken om vele instellingen op te geven voor de verschillende functies, zoals kopiëren en scannen.
Het scherm <Statusmonitor>
Wanneer u op
drukt, verschijnt er een scherm waarmee u de status kunt controleren van documenten die worden afgedrukt, verzonden of ontvangen. Ook kunt u hier de status van het apparaat zien, bijvoorbeeld hoeveel toner er nog in de cartridges zit of informatie over de netwerkinstellingen zoals het IP-adres van het apparaat.
<Foutgegevens/melding>
Hiermee kunt u gegevens bekijken van fouten die zijn opgetreden.
Er wordt een foutbericht weergegeven
<Apparaatinformatie>
Hiermee kunt u de status van het apparaat weergeven, zoals de hoeveelheid papier of de hoeveelheid toner die nog in de tonercartridges zit.
<Papierinformatie>
Druk hierop om informatie weer te geven over de verschillende papierbronnen.
<Cartridgeniveau>
Controleren hoeveel toner er nog in de tonercartridges zit. Andere interne onderdelen kunnen versleten raken voordat de toner opraakt.
<Controleer tellerstand>
Hiermee kunt u de totalen voor afdrukken weergeven.
Aantal afdrukken weergeven
Status van kopieer-/afdruktaken
Hiermee geeft u de huidige status van het geselecteerde item weer. Hieronder ziet u het scherm <Status kopieeropdracht> als voorbeeld.
<Netwerkinformatie> (MF244dw / MF232w)
Geeft de netwerkinstellingen zoals het IP-adres van het apparaat weer en de status zoals de staat van de draadloze LAN-communicatie.
Er wordt een bericht weergegeven
In bepaalde situaties, bijvoorbeeld wanneer de toner bijna op is of een klep niet is gesloten, worden bovenaan het scherm berichten weergegeven. Het display toont dan afwisselend het gewone scherm en het bericht.
Er treedt een fout op
Als er een fout optreedt, worden er soms instructies weergegeven voor het oplossen van de fout. Volg in dat geval de aanwijzingen op het scherm om het probleem op te lossen. Hieronder ziet u bijvoorbeeld het scherm dat verschijnt als er papier is vastgelopen (
Er wordt een foutbericht weergegeven).
KOPPELINGEN