Aanpassing/onderhoud

 
Alle instellingen voor de afstelling en het onderhoud van het apparaat worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ().
Sterretjes (*)
Opties gemarkeerd met een sterretje (*) gelden alleen voor de MF244dw / MF232w.

Tijd voor melding cartr.voorber. tonen

Stel de display-timer in voor het bericht dat u meldt dat er nog maar weinig toner in de tonercartridges zit.
1 tot 10 tot 99 (%)

Tonerbesparing

Selecteer deze optie om tijdens het kopiëren de functie voor tonerbesparing in of uit te schakelen.
Kopiëren
Uit
Aan
Als <Aan> is ingesteld
Het kan gebeuren dat dunne lijnen en delen met een lichtere afdrukdichtheid vaag worden.

Speciale verwerking

Als de afdrukresultaten op speciale papiersoorten niet naar wens zijn, kunt u de volgende instellingen proberen om de kwaliteit van de afdrukken te verbeteren.
Speciale afdrukmodus U
Als er tonerspatten zichtbaar zijn rond tekst en patronen op afdrukken, selecteert u <Aan>.
Uit
Aan
Als <Aan> is ingesteld
De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het type papier (vooral lichtgewicht papier) en de afdrukomgeving (vooral hoge luchtvochtigheid).
Speciale afdrukmodus V
Wijzig deze instelling als gekrulde of gekreukelde afdrukken worden uitgevoerd.
Uit
Modus 1
Modus 2
Modus 3
De instelling activeren
Deze instelling wordt in de volgende omstandigheden geactiveerd.
Het papierformaat is ingesteld op <B5>, <A5>, <STMT> of <EXEC>
<Type papier> is ingesteld op <Normaal (60-89 g/m²)>, <Normaal L (60-89 g/m²)>, <Gerecycled (60-89 g/m²)>, <Kleur (60-89 g/m²)> of <Envelop>
Nadat de instelling is geactiveerd
De afdruksnelheid is lager.
Speciale afdrukmodus X *
Wijzig deze instelling als uw afdrukken strepen vertonen.
Uit
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Modus 4
Speciale afdrukmodus Z
Wijzig deze instelling als uw afdrukken strepen vertonen bij het kopiëren.
Uit
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Modus 4
Nadat de instelling is gewijzigd
Als u <Uit> of <Modus 1> opgeeft, krijgt u mogelijk afdrukken met strepen. Opgave van <Modus 3> of <Modus 4> kan resulteren in vage contouren of afbeeldingen die er wat korrelig uitzien. <Uit> geeft de donkerste afdrukdichtheid, <Modus 4> de lichtste.
Na het afdrukken vanaf een smartphone of tablet
Als er strepen op afdrukken zichtbaar zijn, wijzigt u de instelling met <Speciale afdrukmodus Z>.
Speciale afdrukmodus B
Wijzig deze instelling als uw afdrukken strepen vertonen nadat u de tonercartridge hebt vervangen of wanneer u voor het eerst na lange tijd afdrukt.
Uit
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Nadat de instelling is geactiveerd
De afdruksnelheid is lager.
Speciale afdrukmodus C
Wijzig deze instelling als uw afdrukken strepen vertonen.
Uit
Aan
Nadat de instelling is geactiveerd
Deze modus heeft een sterker effect dan <Speciale afdrukmodus Z>, maar de afdruksnelheid is lager.
Speciale afdrukmodus D
Wijzig deze instelling als uw afdrukken strepen vertonen. Als u deze instelling instelt op <Aan>, produceert het apparaat ook minder lawaai tijdens afdrukken.
Kopiëren
Uit
Aan
 
Afdrukken
Uit
Aan
Nadat de instelling is geactiveerd
Deze modus heeft een sterker effect dan <Speciale afdrukmodus Z>, maar de afdruksnelheid is lager.
Na het afdrukken vanaf een smartphone of tablet
Als er strepen op afdrukken zichtbaar zijn, wijzigt u de instelling met <Speciale afdrukmodus D>  <Kopiëren>.
Speciale afdrukmodus I
Selecteer alleen <Aan> als papier vaak vastloopt tijdens afdrukken op lichtgewicht of gekruld papier.
Uit
Aan
Als <Aan> is ingesteld
Er kunnen witte vlekken verschijnen in afbeeldingen die zijn afgedrukt op papier dat niet lichtgewicht is.
Speciale afdrukmodus J
Als dunne lijnen en vage afbeeldingen ongelijkmatig worden afgedrukt, selecteert u <Aan>.
Uit
Aan
Als <Aan> is ingesteld.
De volgende problemen kunnen zich voordoen.
Afdrukken zijn minder scherp.
Bij gebruik van een nieuwe tonercartridge komt er toner op niet-bedrukbare gebieden terecht.
Toner raakt mogelijk sneller op
Speciale afdrukmodus K
Als toner niet goed hecht en afdrukken flets zijn, selecteert u <Aan>.
Uit
Aan
Als <Aan> is ingesteld
De afdruksnelheid is lager.

Fixeereenheid reinigen

Reinig de fixeereenheid nadat een tonercartridge is vervangen of als afdrukken zwarte strepen bevatten. Fixeereenheid
1883-05W