Adresboekgegevens importeren en exporteren via het faxstuurprogramma
U kunt adresboekgegevens in de indeling CSV uit andere programma's importeren op de machine, zoals uit Microsoft Excel. Omgekeerd kunt u het adresboek ook exporteren naar een bestand voor gebruik op andere faxapparaten of in andere programma's.
|
|
|
U kunt het adresboek niet gebruiken als u geen toegang hebt tot de map waarin het adresboek is opgeslagen. Meld u aan als een gebruiker met toegang tot de map of kies een andere opslaglocatie voor het adresboek.
|
Adresboekgegevens importeren
De drie bestandsindelingen die kunnen worden geïmporteerd in het faxstuurprogramma zijn CSV-bestanden (*.csv), Canon Address Book-bestanden (*.abk) en bestanden met waarde-informatie van apparaatinstellingen (*.dcm).
1
2
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor het faxapparaat en klik op [Printing preferences] (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
3
Klik op het tabblad [Select Destination] (Bestemming selecteren)

[Edit Address Book] (Adresboek bewerken).
4
Klik op [Importeren].
5
Selecteer het bestand dat u wilt importeren en klik op [Openen].
In het geval van een CSV-bestand geeft u de scheidingstekens op die in het bestand worden gebruikt.
De bestemmingen die uit het bestand worden geïmporteerd, kunt u nu kiezen in [Adresboek].
Adresboekgegevens exporteren
De twee bestandsindelingen die kunnen worden geëxporteerd vanuit het faxstuurprogramma zijn CSV-bestanden (*.csv) en Canon Address Book-bestanden (*.abk).
1
2
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor het faxapparaat en klik op [Printing preferences] (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
3
Klik op het tabblad [Select Destination] (Bestemming selecteren)

[Edit Address Book] (Adresboek bewerken).
4
Klik op [Exporteren].
Als u de [Beveiligen met een wachtwoord bij export van de adreslijst] hebt geselecteerd in het dialoogvenster dat verschijnt als u op het tabblad [Speciaal] op [Beveiligingsinstellingen] klikt, wordt er een dialoogvenster weergegeven voor het invoeren van een wachtwoord als u op [Exporteren] klikt. Klik voor meer informatie op [Help] in het faxstuurprogramma.
5
Geef de locatie op voor het opslaan van het bestand, de bestandsnaam en de bestandsindeling. Klik vervolgens op [Opslaan].
In het geval van een CSV-bestand geeft u de scheidingstekens op die in het bestand worden gebruikt.
De gegevens in het adresboek worden naar de opgegeven locatie geëxporteerd.
De locatie voor het opslaan van adresboekgegevens wijzigen
1
2
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor het faxapparaat en klik op [Printing preferences] (Voorkeursinstellingen voor afdrukken).
3
Klik op het tabblad [Bestemming selecteren]

[Adresboek bewerken].
4
Klik op [Een map opgeven].
5
Geef de locatie op voor het opslaan van de adresboekgegevens en klik op [OK].
Sla de adresboekgegevens op in een map waarvoor u schrijfbevoegdheden hebt, zoals de map [My Documents] (Mijn documenten).
6
Als u een adresboek wilt maken, klikt u op [Nieuw]. Als u het bestaande adresboek naar de opgegeven map wilt kopiëren, klikt u op [Kopiëren].
Het adresboek wordt gemaakt of gekopieerd.
Als de map uit stap 4 al een adresboek bevat, wordt het volgende bericht weergegeven. Als u het bestaande adresboek wilt gebruiken, klikt u op [Deze gebruiken]. Als u het adresboek van het faxstuurprogramma wilt gebruiken, klikt u op [Overschrijven].