Inloggen op de machine

De machine is voorzien van diverse beveiligingsfuncties waarmee u de machine kunt beschermen tegen onbevoegde toegang. Als de machine wordt beheerd met Afdelings-ID's of Gebruikers-ID dient u zich aan te melden voor het gebruik van de machine.

Afdelings-ID en wachtwoord invoeren

Wanneer Afdelings-ID beheer is ingesteld, dient het Afdelings-ID (en wachtwoord) te worden ingevoerd voordat u inlogt op de machine.
N.B.
Om in te loggen op de machine, dient u te beschikken over een geldig Afdelings-ID (en wachtwoord) dat vooraf is opgeslagen in de machine. Voor instructies over het opslaan van een afdelings-ID en wachtwoord raadpleegt u Protecting the Machine from Unauthorized Access.
1
Voer uw Afdelings-ID en wachtwoord (respectievelijk max. zeven cijfers) in met - (numerieke toetsen).
1
Druk op [Afdelings-ID] → voer uw afdelings-ID in.
2
Druk op [Wachtwoord] → voer het wachtwoord in.
De cijfers die u voor het wachtwoord invoert, worden weergegeven als sterretjes (*******).
N.B.
Als er geen wachtwoord is ingesteld voor Afdelings-ID, laat dan [Wachtwoord] blanco.
Als u tijdens invoer van het Afdelings-ID/wachtwoord een vergissing maakt, drukt u op (Wissen) → voer het juiste ID/wachtwoord in.
2
Druk op (Inloggen/Uitloggen) op het bedieningspaneel.
Het bovenste scherm verschijnt op het aanraakscherm.
N.B.
Als het ingevoerde Afdelings-ID/wachtwoord onjuist is, zult u worden gevraagd het juiste ID/wachtwoord in te voeren.
3
Wanneer uw handelingen zijn voltooid, drukt u op (Inloggen/Uitloggen) om uit te loggen.
Belangrijk:
Zorg ervoor dat u systeembeheerder-PIN niet kunt vergeten. Als u de systeembeheerder-PIN bent vergeten, neem dan contact op met uw Canon-dealer.
N.B.
Het inlogscherm voor Afdelings-ID beheer verschijnt automatisch nadat de ingestelde automatisch-wissentijd is verstreken. (Automatisch-wissentijd)
De modi die u voor een opdracht hebt geselecteerd worden geannuleerd wanneer u uitlogt.

Gebruik van de controlekaart

Als de optionele kopiekaartlezer-F1 op de machine is aangesloten, kunt u een controlekaart gebruiken om in te loggen op de machine die wordt beheerd met Afdelings-ID's. (Copy Card Reader-F1)
N.B.
De optionele Kopiekaartlezer-F1 accepteert alleen de magneetstripkaart die door Canon wordt geproduceerd.
1
Steek de controlekaart in de kaartsleuf.
Zorg ervoor dat de kaart in de juiste richting wordt geplaatst en zo ver mogelijk naar binnen wordt geschoven.
Het bovenste scherm verschijnt op het aanraakscherm.
2
Zodra u gereed bent, verwijdert u de controlekaart uit de kaarthouder.
N.B.
U kunt de controlekaart verwijderen voordat alle taken in het geheugen van de machine zijn voltooid. De machine logt automatisch uit zodra deze taken zijn voltooid.

Invoeren van een Gebruikers-ID en wachtwoord

Wanneer Gebruikers-ID beheer is ingesteld, dient het Gebruikers-ID (en wachtwoord) te worden ingevoerd voordat u inlogt op deze machine.
BELANGRIJK
Om in te loggen op de machine, dient u te beschikken over een geldig Gebruikers-ID (en wachtwoord) dat vooraf is opgeslagen in de machine. Voor instructies over het opslaan van een gebruikers-ID en wachtwoord raadpleegt u Specifying Department ID and User Management.
1
Voer uw gebruikers ID en wachtwoord (respectievelijk max. 32 cijfers) in met het toetsenbord op het scherm en - (numerieke toetsen).
1
Druk op [Gebruikers-ID] → voer uw gebruikers-ID in → druk op [OK].
2
Druk op [Wachtwoord] → voer het wachtwoord in → druk op [OK].
De tekens die u voor het wachtwoord invoert, worden weergegeven als sterretjes (********).
N.B.
Als er geen wachtwoord is ingesteld voor Gebruikers-ID, laat dan [Wachtwoord] blanco.
Als u tijdens invoer van het gebruikers ID/wachtwoord een vergissing maakt, drukt u op (Wissen) → voer het juiste ID/wachtwoord in.
U kunt ook een standaard USB-toetsenbord gebruiken om tekens in te voeren. (Tekens invoeren met een USB-toetsenbord)
2
Druk op (Inloggen/Uitloggen) op het bedieningspaneel.
Het bovenste scherm verschijnt op het aanraakscherm.
N.B.
Als het ingevoerde Gebruikers-ID/wachtwoord onjuist is, zult u worden gevraagd het juiste ID/wachtwoord in te voeren.
3
Wanneer uw handelingen zijn voltooid, drukt u op (Inloggen/Uitloggen) om uit te loggen.
N.B.
Het inlogscherm voor Gebruikers-ID beheer verschijnt automatisch nadat de ingestelde automatisch-wissentijd is verstreken. (Automatisch-wissentijd)
De modi die u voor een opdracht hebt geselecteerd worden geannuleerd wanneer u uitlogt.
4HYC-00U