BELANGRIJK
|
Druk voorzichtig met uw vingertoppen op de toetsen van het aanraakscherm. Gebruik geen potloden, balpennen of andere scherpe voorwerpen die de oppervlakte van het aanraakscherm kunnen krassen. Anders kunt u het aanraakscherm beschadigen.
|
N.B.
|
Als de informatie op het aanraakscherm moeilijk zichtbaar is, gebruikt u de knop voor het schermcontrast. Draai de knop rechtsom of linksom om het gewenste contrast te verkrijgen.
|
Functies
|
Toets
|
Locatie
|
Kopie
|
(KOPIËREN)
|
Bedieningspaneel
|
Verzenden of Faxen
|
(VERZENDEN)
|
|
Scannen op afstand, USB-geheugen media-afdruk of Beveiligd afdrukken
|
(SCANNEN/AFDRUKKEN)
|
|
Systeemmonitor
|
[Systeemmonitor]
|
Aanraakscherm
|
BELANGRIJK
|
Om de verzendfunctie te gebruiken met de imageRUNNER 2525/2520, moet de functie worden geactiveerd met de optionele Color Send Kit-Y1.
De Faxfunctie is alleen beschikbaar wanneer de optionele Super G3 Faxkaart-AG1 op de machine is aangesloten.
|
Toetsen met een naar rechts wijzend driehoekje () in de rechter onderhoek geven aan dat er extra schermen of keuzelijsten worden weergegeven om hun functies in te stellen als deze toetsen worden ingedrukt.
|
|
Niet opgelicht (Niet geselecteerd)
Opgelicht (Geselecteerd)
|
Toetsen die oplichten geven aan dat de desbetreffende instellingen of modi zijn geselecteerd. Druk de toetsen in die niet oplichten om de andere instellingen of modi te selecteren. U kunt op sommige knoppen die oplichten drukken om de geselecteerde instellingen of modi te annuleren.
|
Lichtgrijs (Niet beschikbaar om te selecteren)
|
Wanneer bepaalde instellingen zijn ingesteld, zullen de tekens op sommige toetsen lichtgrijs worden en onbeschikbaar zijn. Dit betekent dat de instellingen of modi die met deze toetsen overeenkomen niet kunnen worden geselecteerd in combinatie met de reeds ingestelde instellingen of modi.
|
De instellingen zijn opgeslagen.
Er zijn geen instellingen opgeslagen.
|
Toetsen met een zwart vierkantje () in de rechter onderhoek geven aan dat instellingen voor een bepaald doel al zijn opgeslagen voor deze toetsen. Als het vierkantje leeg is, zijn er geen instellingen opgeslagen voor de betreffende toets.
|
N.B.
|
Het display gaat automatisch terug naar het bovenste scherm als de machine niet wordt bediend gedurende de vooraf ingestelde periode. (Automatisch-wissentijd)
|
N.B.
|
U kunt ook een standaard USB-toetsenbord gebruiken om tekens in te voeren. (Tekens invoeren met een USB-toetsenbord)
|
BELANGRIJK
|
Als Taalomschakeling is ingesteld op 'Aan,' zijn sommige tekens uitgesloten en kunnen deze niet worden ingevoerd. Voor het invoeren van alle tekens dient u de Taalomschakeling op 'Uit' in te stellen. (Wijzigen van de taal op het scherm)
|
N.B.
|
De onderstaande procedure gebruikt het scherm Apparaatnaam als voorbeeld om aan te tonen hoe tekens worden ingevoerd. (Other System Settings)
|
1
|
Selecteer [Alfabet] om alfanumerieke tekens in te voeren.
|
2
|
Selecteer [Overige] om symbolen in te voeren.
|
1
|
Druk op de toetsen voor de gewenste tekens.
Om hoofdletters in te voeren, drukt u op [Shift] → voer de gewenste letters in.
|
1
|
Druk op [] of [] tot het gewenste symbool verschijnt.
|
2
|
Druk op de toets voor het gewenste symbool.
|
BELANGRIJK
|
De vorm van het USB-toetsenbord dient te voldoen aan de USB-specificaties. Het plaatsen van een connector die niet voldoet aan de USB-specificaties kan de USB-poort beschadigen.
Plaats de connector van het USB-toetsenbord nooit onder een hoek in de USB-poort.
Sommige USB-toetsenborden zullen wellicht niet goed werken.
|
N.B.
|
USB-toetsenborden kunnen op elk moment worden verwijderd van de machine. Er is geen speciale handeling vereist voor het verwijderen van het toetsenbord.
|
N.B.
|
Het geluid van de toetsinvoer van een USB-toetsenbord kan worden geregeld net als voor het toetsenbord op het scherm. (Volumeregeling)
|