N.B.
|
De resultaten van faxverzendingen kunnen worden afgedrukt.
De standaardinstellingen zijn:
Faxverzendrapport: 'Alleen voor foutmelding'
Rapport met TX-afbeelding: 'Aan'
|
|
[Aan]:
|
Drukt telkens na verzending van een fax een rapport af.
|
[Alleen voor foutmelding]:
|
Drukt alleen een rapport af wanneer bij de verzending een fout is opgetreden.
|
|
[Uit]:
|
Drukt geen rapport af.
|
1
|
Druk op [Aan] of [Uit] voor <Rapport met TX afbeelding> → druk op [OK].
|
1
|
Druk op [OK].
N.B.
Zelfs als <Rapport met TX afbeelding> is ingeschakeld ('Aan'), wordt de inhoud van het verzonden document niet op het rapport afgedrukt wanneer documenten in de kleur mode worden verzonden.
U kunt geen Multi TX/RX rapport afdrukken met een afbeelding van het verzonden origineel, zelfs niet als <Rapport met TX afbeelding> is ingeschakeld.
|
N.B.
|
De resultaten van e-mail, I-fax, bestandsserver en USB-geheugenapparaat kunnen worden afgedrukt.
De standaardinstellingen zijn:
E-mail-/I-fax-/bestandverzendrapport: 'Aan'
Rapport met TX-afbeelding: 'Aan'
|
|
[Aan]:
|
Drukt telkens na verzending van een document een rapport af.
|
|
[Alleen voor foutmelding]:
|
Drukt alleen een rapport af wanneer bij de verzending een fout is opgetreden.
|
[Uit]:
|
Drukt geen rapport af.
|
1
|
Druk op [Aan] of [Uit] voor <Rapport met TX afbeelding> → druk op [OK].
|
1
|
Druk op [OK].
N.B.
Zelfs als <Rapport met TX afbeelding> is ingeschakeld ('Aan'), wordt de inhoud van het verzonden document niet op het rapport afgedrukt wanneer documenten in de kleur mode worden verzonden.
U kunt geen Multi TX/RX rapport afdrukken met een afbeelding van het verzonden origineel, zelfs niet als <Rapport met TX afbeelding> is ingeschakeld.
|
N.B.
|
Een lijst met e-mail, I-fax, bestandsserver, USB-geheugenapparaat en faxtransacties wordt afgedrukt.
U kunt een activiteitenrapport op elk moment handmatig afdrukken via het scherm Systeem Monitor. (Controleren/Afdrukken van communicatielogboek)
De standaardinstellingen zijn:
Autom. Afdrukken: 'Aan'
TX/RX separaat: 'Uit'
Tijdstip dagelijks act.rapport: 'Uit'
|
|
[Aan]:
|
Het activiteitenrapport wordt automatisch afgedrukt zodra er 40 verzend- en ontvangsttransacties zijn uitgevoerd.
|
[Uit]:
|
Er wordt niet automatisch een activiteitenrapport afgedrukt.
|
|
[Aan]:
|
De verzend- en ontvangstlogs worden afzonderlijk afgedrukt.
|
[Uit]:
|
De verzend- en ontvangstlogs worden niet afzonderlijk afgedrukt.
|
|
[Aan]:
|
Het activiteitenrapport wordt afgedrukt op het ingestelde tijdstip. Geef alle vier cijfers van het tijdstip op (met inbegrip van nullen) in de 24-uursnotatie. Als u een vergissing maakt tijdens het invoeren van het tijdstip, drukt u op (Wissen) om uw invoer te wissen → voer een ander viercijferig nummer in.
Indien het aantal verzonden en ontvangen transacties vóór een bepaald tijdstip meer dan 40 bedraagt, dan wordt een activiteitenrapport met de meest recente 40 transacties afgedrukt. |
[Uit]:
|
Het tijdstip voor het afdrukken van het activiteitenrapport is niet aangegeven.
|
N.B.
|
De standaardinstelling is ‘Uit’.
|
|
[Aan]:
|
Drukt na elke ontvangst van een document een rapport af.
|
[Alleen voor foutmelding]:
|
Drukt alleen een rapport af wanneer bij de ontvangst een fout is opgetreden.
|
|
[Uit]:
|
Drukt geen rapport af.
|
N.B.
|
U kunt een fax-activiteitenrapport op elk moment handmatig afdrukken via het scherm Systeem Monitor. (Controleren/Afdrukken van communicatielogboek)
De standaardinstellingen zijn:
Autom. Afdrukken: 'Uit'
TX/RX separaat: 'Uit'
Tijdstip dagelijks act.rapport: 'Uit'
|
|
[Aan]:
|
Het fax activiteitenrapport wordt automatisch afgedrukt zodra er 40 verzend- en ontvangsttransacties zijn uitgevoerd.
|
[Uit]:
|
Er wordt niet automatisch een fax activiteitenrapport afgedrukt.
|
|
[Aan]:
|
De verzend- en ontvangstlogs worden afzonderlijk afgedrukt.
|
[Uit]:
|
De verzend- en ontvangstlogs worden niet afzonderlijk afgedrukt.
|
|
[Aan]:
|
Het Faxactiviteitenrapport wordt afgedrukt op het ingestelde tijdstip. Geef alle vier cijfers van het tijdstip op (met inbegrip van nullen) in de 24-uursnotatie. Als u een vergissing maakt tijdens het invoeren van het tijdstip, drukt u op (Wissen) om uw invoer te wissen → voer een ander viercijferig nummer in.
Indien het aantal verzonden en ontvangen transacties vóór een bepaald tijdstip meer dan 40 bedraagt, dan wordt een faxactiviteitenrapport met de meest recente 40 transacties afgedrukt. |
[Uit]:
|
Het tijdstip voor het afdrukken van het fax activiteitenrapport is niet aangegeven.
|