[Apparaatinstellingen]:
|
Hierbij worden de authentificatiegegevens gebruikt die zijn ingesteld bij [Registreer LDAP-server]. (Zie "Opslaan van een LDAP server.") Verdere instellingen zijn niet vereist voor elke gebruiker.
|
[Aanmeldings- geg. apparaat]:
|
Hierbij worden de authentificatiegegevens gebruikt voor het inloggen op de machine. Verdere instellingen zijn niet vereist voor elke gebruiker.
Deze instelling is beschikbaar onder de volgende condities
Wanneer dezelfde authentificatiegegevens worden gebruikt voor het inloggen op de machine en op de LDAP-server
Wanneer u een loginservice gebruikt die Geïntegreerde authentificatie ondersteunt*
* Neem contact op met uw officiële plaatselijke Canon-verdeler om te weten of de loginservice die u gebruikt, Geïntegreerde authentificatie ondersteunt.
Wanneer Geïntegreerde authentificatie niet uitgeschakeld is
|
[Reg.geg. vr elke gebr.]:
|
Hierbij worden de authentificatiegegevens gebruikt die door elke gebruiker van een LDAP-server zijn geregistreerd. Verdere instellingen zijn vereist voor elke gebruiker.
|
N.B.
|
U kunt de authentificatiegegevens registreren voor elke gebruiker van op het scherm met basisfuncties voor [Scannen en verzenden], het scherm met basisfuncties voor [Fax], het Verzendscherm voor [ToegangTurvatulostus bestanden] en het Verzendscherm voor [Fax/I-Fax postbus] Verzendscherm.
|