|
U kunt bestemmingen oproepen die u eerder hebt opgegeven. Als u een eerder gebruikte bestemming opgeeft, worden ook de laatst gebruikte faxinstellingen, zoals de dichtheid, voor die bestemming geselecteerd.
|
Als <Beperk opnieuw verzenden vanuit log> is ingesteld op <Aan>, kunt u deze functie niet gebruiken. Eerder gebruikte bestemmingen blokkeren
Als u de machine uitschakelt of <Beperk nieuwe bestemmingen> instelt op <Aan>, worden de eerder gebruikte bestemmingen verwijderd en is deze functie niet beschikbaar. Nieuwe bestemmingen die kunnen worden opgegeven, beperken
De bestemmingen in Handmatig verzenden zijn niet beschikbaar voor deze functie. Eerst een gesprek tot stand brengen en dan een fax versturen (handmatig verzenden)
|
Wanneer u een bestemming opgeeft met deze functie, worden eerder opgegeven bestemmingen verwijderd.
|
1
|
Selecteer <Bevestig bestemming>.
|
2
|
Schakel het selectievakje voor de te verwijderen bestemming in, en selecteer <Verwijder vn best.>.
Als u het vakje bij Groepskiezen hebt geactiveerd, kunt u de bestemmingen bekijken die in de groep zijn geregistreerd, door <Details> <Bestemming> te selecteren.
|
3
|
Selecteer <Ja>.
|
1
|
Selecteer het originele formaat.
Als er maar één pagina hoeft te worden gescand, gaat u verder met stap 3.
|
2
|
Leg het volgende origineel op de glasplaat, en selecteer <Volg. scannen>.
Herhaal deze stap totdat alle pagina's zijn gescand.
|
3
|
Selecteer <Verz. starten>.
De faxen worden verzonden.
|