Communicatie-instellingen voor E-mail/I-Fax configureren
Configureer met de UI op afstand de gedetailleerde instellingen voor het verzenden en ontvangen, zoals de instellingen voor het gebruik van het apparaat voor het verzenden en ontvangen van I-Faxen en de instellingen voor POP-verificatie en versleuteling of communicatie, voordat u e-mailberichten of I-Faxen verzendt. Neem contact op met uw provider of de netwerkbeheerder en vraag de instellingen die u nodig hebt.
1
Start de externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan.
De UI op afstand starten
2
Klik op [Instellingen/registratie] op de portaalpagina.
Scherm van externe UI
3
Selecteer [TX-instellingen]
[Netwerkinstellingen - E-mail-/I-faxinstellingen].
4
Klik op [Bewerken].
5
Geef de vereiste instellingen op.
[SMTP-server]
Voer met alfanumerieke tekens de naam van de SMTP-server of het IP-adres in voor het verzenden van e-mail en I-Faxen.
[E-mailadres]
Voer met alfanumerieke tekens het e-mailadres in dat u wilt gebruiken voor het apparaat.
[POP-server]
Voer met alfanumerieke tekens de naam van de SMTP-server of het IP-adres in voor het verzenden van e-mail en I-Faxen.
[Gebruikersnaam]
Voer met alfanumerieke tekens de gebruikersnaam in voor het opgegeven e-mail-account wanneer een POP3-server wordt gebruikt.
[Wachtwoord instellen/wijzigen]
U kunt het wachtwoord instellen of wijzigen wanneer een POP3-server wordt gebruikt, door dit selectievakje in te schakelen en alfanumerieke tekens in te voeren in [Wachtwoord].
De instellingen opgeven die nodig zijn voor I-Fax-ontvangst
[POP RX]
Schakel het selectievakje in als u I-Faxen wilt ontvangen.
[POP-interval]
Hiermee stelt u het interval (in minuten) in voor automatische verbinding met de POP3-server. Als er I-Fax-documenten op de server staan, worden die automatisch ontvangen en afgedrukt.
Automatische ontvangst uitschakelen
|
POP-verificatie vóór verzending configureren
De verificatiemethode POP vóór SMTP verhindert dat onbevoegde gebruikers e-mailberichten en I-Faxen kunnen verzenden, door gebruikersverificatie op de POP3-server te verrichten.
[Gebruik POP-authenticatie voor verzending]
Schakel, voordat u e-mail of I-Faxen verzendt, het selectievakje in als u de POP3-server voor verificatie wilt gebruiken.
[Gebruik APOP-authenticatie]
Schakel het selectievakje in om het wachtwoord tijdens het verificatieproces te coderen met APOP.
SMTP-verificatie configureren
Als u SMTP-verificatie (SMTP AUTH) gebruikt, worden op het moment van het verzenden van e-mail of I-Fax, de gebruikers geverifieerd aan de hand van een gebruikersnaam en wachtwoord.
[Gebruik SMTP-authenticatie (SMTP AUTH)]
Als u verificatie wilt inschakelen op de SMTP-server, schakelt u het selectievakje in en typt u alfanumerieke tekens in het tekstvak [Gebruikersnaam].
[Wachtwoord instellen/wijzigen]
Als u het wachtwoord wilt opgeven of wijzigen, typt u alfanumerieke tekens in het vak [Wachtwoord].
Gecodeerde communicatie configureren
U kunt codering van communicatie configureren met een SMTP- of POP3-server.
[Gebruik TLS voor SMTP]
Schakel het selectievakje in om de communicatie met de SMTP-server met behulp van TLS te versleutelen. Schakel desgewenst het selectievakje voor [Certificaat verifiëren] of [Voeg CN toe aan verificatie-items] in.
[Gebruik TLS voor POP]
Schakel het selectievakje in om de communicatie met de POP3-server met behulp van TLS te versleutelen. Schakel indien nodig de selectievakjes [Certificaat verifiëren] en [Voeg CN toe aan verificatie-items] in.
6
Klik op [OK].
7
Start de machine opnieuw op.
Zet de machine uit, wacht minimaal 10 seconden en zet de machine weer aan.
|
Afhankelijk van het netwerk dat u gebruikt, moet u mogelijk de instelling van de SMTP- of POP3-poort wijzigen ( Poortnummers wijzigen). Neem voor meer informatie contact op met uw internetprovider of de netwerkbeheerder.
|
KOPPELINGEN