Een proxy instellen

Een proxy (of HTTP-proxyserver) verwijst naar een computer of software die HTTP-communicatie uitvoert voor andere apparaten, met name bij communicatie met bronnen buiten het netwerk, zoals bij het browsen op websites. De clientapparaten maken via de proxyserver verbinding met het externe netwerk en communiceren niet rechtstreeks met de externe bronnen. Het instellen van een proxy maakt het niet alleen mogelijk het gegevensverkeer tussen interne en externe netwerken te beheren, maar blokkeert ook onbevoegde toegang en integreert de aanwezige antivirusbescherming voor een nog betere beveiliging. Wanneer u Google Cloudprinter gebruikt om af te drukken via internet, kunt u de beveiliging verbeteren door een proxy in te stellen. Als u een proxy instelt, moet u beschikken over de benodigde gegevens, zoals het IP-adres, het poortnummer, en een gebruikersnaam en wachtwoord voor verificatie.
Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt via de externe UI, raadpleegt u Menuopties instellen via de UI op afstand.
1
Start de externe UI en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten
2
Klik op [Instellingen/registratie] op de portaalpagina. Scherm van externe UI
3
Selecteer [Netwerkinstellingen]  [Proxy-instellingen].
4
Klik op [Bewerken].
5
Schakel het selectievakje [Gebruik proxy] in en geef de benodigde instellingen op.
[Gebruik proxy]
Schakel het selectievakje in om de opgegeven proxyserver te gebruiken voor communicatie met een HTTP-server.
[Adres HTTP-proxyserver]
Voer het adres van de proxyserver in. Geef het IP-adres op of de hostnaam, afhankelijk van de omgeving.
[Poortnummer HTTP-proxyserver]
Het poortnummer naar noodzaak wijzigen.
[Gebruik proxy binnen zelfde domein]
Schakel het selectievakje in als u ook de opgegeven proxyserver wilt gebruiken voor communicatie met toestellen in hetzelfde domein.
[Gebruik proxy-authenticatie]
Als de proxy-server verificatie moet uitvoeren, schakelt u het selectievakje in en typt u alfanumerieke tekens voor de gebruikersnaam in het vak [Gebruikersnaam].
[Wachtwoord instellen/wijzigen]
Als u het wachtwoord voor proxy-verificatie wilt instellen of wijzigen, schakelt u het selectievakje in en typt u alfanumerieke tekens voor het nieuwe wachtwoord in het vak [Wachtwoord].
6
Klik op [OK].
258A-049