[USB-verbinding] selecteren om te installeren
Dit verklaart de procedure voor het aansluiten van een apparaat en computer met een USB-kabel en het installeren van een stuurprogramma.
BELANGRIJKIndien u een verbinding maakt via USB en de installatie uitvoert, kunt u, omdat Canon Driver Information Assist Service niet tegelijk kan worden geïnstalleerd, de functie informatie ophalen niet zonder meer gebruiken. Indien u dit toch wenst te doen, installeer dan Canon Driver Information Assist Service nadat u het stuurprogramma hebt geïnstalleerd. Als u hebt verbonden via USB, kunt u de functie automatisch informatie ophalen, afhankelijk van de omgeving waarin u werkt, mogelijk niet gebruiken.
Voorwaarden
Installatie van het optionele USB-interfacepaneel (indien vereist voor het apparaat dat u gebruikt)
Functie-instelling van het apparaat Selectie van Page-Description Language (plug & play) (indien vereist voor het apparaat dat u gebruikt)
De [PDL-selectie (Plug and Play)] op het apparaat instellen in overeenstemming met het stuurprogramma dat u gebruikt. Raadpleeg de handleiding van het apparaat voor meer informatie over de instellingsmethode.
Wanneer u de computer start, moet u zich aanmelden als lid van Administrators.
[Bureaublad]-schermweergave (bij gebruik van Windows 8.1/Server 2012/Server 2012 R2)
Procedures
1.
Schakel het apparaat uit.
2.
Start het installatieprogramma.
Als u een installatieprogramma gebruikt dat is gedownload van de website
Dubbelklik op het gedownloade bestand om dit uit te pakken. Als het installatieprogramma niet automatisch start na het uitpakken, dubbelklikt u op [Setup.exe].
Bij gebruik van de bijhorende CD-ROM
(1) Plaats de CD-ROM in de computer.
Als het menu CD-ROM niet wordt weergegeven, klik dan op "Details openen".
Start het installatieprogramma door onderstaande procedure te volgen.
Als er een bericht wordt weergegeven dat aangeeft om een CD-ROM in te voeren of als Windows Verkenner wordt weergeven: voer dan [MInst.exe] uit.
Als er niets wordt weergegeven: dubbelklik dan op het pictogram CD-ROM.
Als het bovenstaande bestand [MInst.exe] niet bestaat: het bestand [Setup.exe] in de map van het stuurprogramma op de CD-ROM uitvoeren.
Als u [Setup.exe] hebt uitgevoerd, gaat u verder met stap
3.(2) Als het scherm voor taalselectie wordt weergegeven, selecteer dan een taal → klik op [OK].
(3) Klik op [Installatie] op het menuscherm.
(4) Als het scherm [Selecteer het type verbinding] verschijnt, selecteer dan [USB-verbinding] → klik op [Volgende].
(5) Bevestig in het weergegeven scherm dat het (de) te installeren stuurprogramma(s) is (zijn) geselecteerd → klik op [Installeren].
(6) Bevestig de inhoud van de LICENTIEOVEREENKOMST VOOR CANON-PROGRAMMATUUR → klik op [Ja].
Selecteer een taal → klik op [Volgende].
4.
Wanneer de LICENTIEOVEREENKOMST VOOR CANON-PROGRAMMATUUR wordt weergegeven: bevestig de inhoud → klik op [Ja].
5.
Selecteer [USB-verbinding] → klik op [Volgende].
Ga door met de installatie volgens de instructies op het scherm.
6.
Als het volgende scherm verschijnt, het apparaat aansluiten met een USB-kabel → het apparaat inschakelen.
Ga door met de installatie volgens de instructies op het scherm.
Als de installatie mislukt in het bovenstaande scherm, op "Details openen" klikken.
Opnieuw installeren na het uitvoeren van de volgende procedure.
(1) Het apparaat en de computer met elkaar verbinden via een USB-kabel → het apparaat inschakelen.
(2) Open [Apparaatbeheer].
In Windows 10/Server 2016/Server 2019
Klik met de rechtermuisknop op [
![](./images/book_images/b_drv_icw_10_start.jpg)
] → klik op [Apparaatbeheer].
In Windows 7/Server 2008 R2/8.1/Server 2012/Server 2012 R2
Open [Configuratiescherm] > [Hardware en geluiden] > [Apparaatbeheer].
In Windows Vista/Server 2008
Open [Configuratiescherm] > [Systeem en onderhoud] > [Apparaatbeheer].
(3) Met de rechtermuisknop klikken op het doelapparaat weergegeven in [Andere apparaten] → klikken op [Verwijderen].
(4) De apparaatnaam bevestigen.
Canon + <modelnaam>
7.
Klik op [Opnieuw opstarten] (of [Afsluiten]).
Het geïnstalleerde apparaat wordt weergegeven onder [Apparaten en printers] in het Windows Configuratiescherm.
Verwante onderwerpen