Vervangen van de stempelpatroon
0UUY-0HA 0UW1-0HA 0YRY-0H6 0X7F-0KA 0X7H-0KA 1100-0H9 0X6E-0KA 0X6W-0KA 10XJ-0H9 0X7C-0KA 0X7A-0KA 1106-0H9 0WXY-0KC 0X7E-0KA 10YY-0H9 10H3-0H7 0WR6-0KJ 0WR7-0KJ 108A-0H8 1116-0H8 10H4-0H7 0WR5-0KJ 0WR8-0KJ 0YWJ-0J4 0YWH-0KA 0YWR-0HY 0YWK-0KA 0YWE-0KA 0YWF-0KA
De machine heeft een functie voor het stempelen van originelen die met de aanvoer zijn gescand, om aan te geven dat ze al zijn gescand. Dit stempel is een verbruiksmateriaal. Als het stempel zwakker wordt, vervangt u de stempelcartridge die aan de aanvoer is bevestigd.
Als de Single Pass DADF-A is aangesloten
1
Schakel de stroom uit en haal de stekker uit de wandcontactdoos.
Controleer de werkingsstatus van de machine voordat u deze uitschakelt. U kunt de stroom ook uitschakelen terwijl de machine een bewerking uitvoert, maar hierdoor kan de bewerking worden onderbroken of kunnen gegevens beschadigd raken.
2
Open de aanvoer.
3
Open de klep van het scangebied voor aangevoerde documenten.
Trek aan de hendel op de aanvoer om de klep van het scangebied van de documentaanvoer te openen.
Open de klep voorzichtig om de glasplaat niet te beschadigen.
4
Open het stempeldeksel.
5
Vervang de stempelcartridge met de meegeleverde pincet.
Verwijder de stempelcartridge en plaats de nieuwe stempelcartridge tot u een klik hoort.
Plaats de stempelcartridge in de juiste positie. Als deze niet correct is geplaatst, kunnen er papierstoringen optreden.
6
Sluit het stempeldeksel.
7
Sluit de klep van het scangebied van de documentaanvoer tot deze op zijn plaats klikt.
8
Sluit voorzichtig de aanvoer.
9
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact en schakel de stroom in.
Als de DADF-AV is aangesloten
1
Schakel de stroom uit en haal de stekker uit de wandcontactdoos.
Controleer de werkingsstatus van de machine voordat u deze uitschakelt. U kunt de stroom ook uitschakelen terwijl de machine een bewerking uitvoert, maar hierdoor kan de bewerking worden onderbroken of kunnen gegevens beschadigd raken.
2
Trek aan de hendel en open het deksel van de aanvoer.
3
Open het binnendeksel van de aanvoer.
4
Vervang de stempelcartridge met de meegeleverde pincet.
Verwijder de stempelcartridge en plaats de nieuwe stempelcartridge tot u een klik hoort.
Zorg dat de stempelpatroon niet uitsteekt boven het oppervlak.
Plaats de stempelcartridge in de juiste positie. Als deze niet correct is geplaatst, kunnen er papierstoringen optreden.
5
Sluit het binnendeksel van de aanvoer.
6
Sluit het deksel van de aanvoer.
7
Steek de stekker van het netsnoer in het stopcontact en schakel de stroom in.
KOPPELINGEN