|
NB:
|
|
Om doorzendinstellingen op te geven, moet u inloggen als beheerder.
|

|
NB:
|
|
De typen ontvangstmodi die kunnen worden geselecteerd zijn afhankelijk van de aangesloten optionele apparatuur.
|
|
Receive Method:
|
Hiermee selecteert u de ontvangstmodus.
|
|
Forwarding Condition Name:
|
Voer een naam in voor de doorzendvoorwaarde. Als u [Enable This Forwarding Condition] selecteert, wordt deze doorzendvoorwaarde ingeschakeld.
|
|
Forwarding Conditions:
|
Met deze instellingen kunt u de doorzendvoorwaarden aangeven waar de ontvangen documenten aan moeten voldoen om te kunnen worden doorgezonden.
|
|
Forwarding Destination:
|
Om een adres uit het adresboek op te geven, selecteert u [Select Destination from Address List] → klik op [Select Destination] → selecteer het gewenste adres uit de weergegeven lijst.
Als u documenten wilt doorzenden naar een vertrouwelijk faxpostvak, selecteert u [Select from Confidential Fax Inbox] → klik op de vervolgkeuzelijst → selecteer het gewenste vertrouwelijke faxpostvak waarnaar u documenten wilt doorzenden.
Als u een link via e-mail wilt verzenden naar het vertrouwelijke faxpostvak waarin de documenten zijn opgeslagen, selecteert u [Enable URL Send].
|
|
Forwarding Settings:
|
Geef de benodigde instellingen voor het doorzenden van documenten op, zoals de documentnaam en de bestandsindeling. Selecteer in de lijst de bestandsindeling van het door te zenden document.
Als u het document wilt verdelen in afzonderlijke pagina's voordat u ze doorzendt, selecteert u [Divide into Pages].
Als u de tijd voor het doorzenden wilt opgeven, selecteert u [Specify Forwarding Time].
Als u dagelijks doorzenden wilt inschakelen, selecteert u [Everyday] → stel de begin- en eindtijden in.
Als u alleen op bepaalde dagen doorzenden wilt inschakelen, selecteert u [Aangeven periode] → geef de dag, de start- en eindtijd voor doorzenden op.
Als u wilt dat een bevestiging wordt verzonden als het doorzenden goed is verlopen, selecteert u [Forwarding Done Notice] → klik op [Select Destination] → selecteer de bestemming waarnaar de bevestiging moet worden verzonden.
Als u wilt dat er alleen een melding wordt verzonden als er een fout is opgetreden, selecteert u [Notice Only for Errors].
Als u de documenten die worden doorgezonden, wilt afdrukken of opslaan in het geheugen, selecteert u [Store/Print Received File].
|
|
NB:
|
|
Voor meer informatie over doorzendvoorwaarden raadpleegt u "Scannen en verzenden".
|
|
Receive Method:
|
Hiermee selecteert u de ontvangstmodus.
|
|
Enable This Forwarding Condition:
|
De hier geregistreerde doorzendvoorwaarde wordt ingeschakeld.
|
|
Forwarding Destination:
|
Om een adres uit een adressenlijst op te geven, selecteert u [Select Destination from Address List] → klik op [Select Destination] → selecteer het gewenste adres uit de weergegeven lijst.
Als u documenten wilt doorzenden naar een vertrouwelijk faxpostvak, selecteert u [Select from Confidential Fax Inbox] → klik op de vervolgkeuzelijst → selecteer het gewenste vertrouwelijke faxpostvak waarnaar u documenten wilt doorzenden.
Als u een link via e-mail wilt verzenden naar het vertrouwelijke faxpostvak waarin de documenten zijn opgeslagen, selecteert u [Enable URL Send].
|
|
Forwarding Settings:
|
Selecteer in de lijst de bestandsindeling van het door te zenden document.
Als u het document wilt verdelen in afzonderlijke pagina's voordat u ze doorzendt, selecteert u [Divide into Pages].
Als u wilt dat een bevestiging wordt verzonden als het doorzenden goed is verlopen, selecteert u [Forwarding Done Notice] → klik op [Select Destination] → selecteer de bestemming waarnaar de bevestiging moet worden verzonden.
Als u wilt dat er alleen een melding wordt verzonden als er een fout is opgetreden, selecteert u [Notice Only for Errors].
Als u de documenten die worden doorgezonden, wilt afdrukken of opslaan in het geheugen, selecteert u [Store/Print Received File].
|
|
BELANGRIJK
|
|
Wanneer de doorzendinstelling is verwijderd, kan deze niet worden opgeroepen.
|
|
NB:
|
|
U kunt doorzendinstellingen ook opgeven via het bedieningspaneel van de machine door op [Functie-instellingen] (Instellingen/Registratie) te drukken → [Ontvangen/Doorzenden] → [Algemene instellingen] → [Doorzendinstellingen]. Voor instructies over het gebruik van het bedieningspaneel om de doorzendinstellingen op te geven en meer informatie over de doorzendinstellingen raadpleegt u "Ontvangen/Doorzenden".
|