Algemene instellingen voor alle tabbladen
U kunt vaak gebruikte instellingen als profiel registreren.
U kunt profielen instellen in de tabbladen [Bestemming selecteren] en [Speciaal]
[Profiel]
Van toepassing op geregistreerde faxverzendingsinstellingen. Geregistreerde profielen kunnen worden bewerkt of verwijderd.
Omdat profielen met een rode stip (
) vooraf ingestelde profielen zijn, kunt u ze niet bewerken of verwijderen.
) vooraf ingestelde profielen zijn, kunt u ze niet bewerken of verwijderen.[Toevoegen] 
Dialoogvenster [Profiel toevoegen]
Hiermee kunt u de huidige faxverzendinstellingen als profiel registreren.
Stel [Naam] en [Pictogram] in. Voer indien nodig een opmerking in [Opmerking] in. Als u de huidige instellingen voor een lijst wilt controleren, klikt u op [Instellingen weergeven].
[Bewerken] Dialoogvenster [Profiel bewerken]
Zorgt ervoor dat u de inhoud van een profiel kunt bewerken. U kunt ook een bestand opgeven om een profiel naar te importeren en het huidige profiel als een bestand opslaan.
[Profielenlijst]
Hiermee kunt u een lijst van geregistreerde profielen weergeven. Als u klikt op [
] (Omhoog verplaatsen) of [
] (Omlaag verplaatsen) na het selecteren van een profiel, kunt u de positie in de volgorde van profielen aanpassen.
] (Omhoog verplaatsen) of [] (Omlaag verplaatsen) na het selecteren van een profiel, kunt u de positie in de volgorde van profielen aanpassen.Hiermee kunt u de inhoud van een geselecteerd profiel in lijstvorm weergeven. U kunt de inhoud van de instellingen ook naar het klembord kopiëren.
[Verwijderen]
Verwijdert het geselecteerde profiel.
[Naam]/[Pictogram]/[Opmerking]
Geeft de naam, het pictogram en de opmerking van het geselecteerde profiel weer. Geregistreerde namen, pictogrammen en opmerkingen van profielen kunnen worden bewerkt.
[Importeren]
Importeert een profiel opgeslagen als een bestand (*.cfg) en voegt dit toe aan de [Profielenlijst].
[Exporteren]
Hiermee wordt het profiel geëxporteerd dat is geselecteerd in [Profielenlijst] en opgeslagen als bestand (*.cfg).
[Instellingen van toepassing gebruiken]
Voor de volgende onderdelen krijgen de instellingen van de toepassing voorrang op de profielinstellingen.
Tabblad [Speciaal] > [Paginaformaat]/[Afdrukstand]
Als deze functie is uitgeschakeld, worden de bovenstaande onderdelen overschreven met de geselecteerde profielinstellingen.