Tabblad [Verzonden faxgegevens en afbeelding]
U kunt opgeslagen zendlogboeken van verzendingsdatabeelden, tijdstippen van verzending, ontvangers enz. beheren.
[Stuurprogramma waarvan moeten worden weergegeven]
Schakel over tussen lijsten van logboeken weer te geven in [Verzonden faxgegevens en afbeelding] als u het stuurprogramma met meerdere apparaten gebruikt.
[Verzonden faxgegevens en afbeelding]
Geeft een faxverzendingslogboek als lijst weer.
Als er meerdere pagina's zijn, kunt u overschakelen tussen pagina's met [Achterzijde] en [Volgende]. Voor verzendingslogboeken van faxen verzonden naar meerdere ontvangers, kunt u ook overschakelen tussen elke ontvanger.
Als u klikt op [Vergroten], kunt u het geselecteerde verzendingslogboek vergroten en controleren.
[Verzendtijd] is het tijdstip van verzending van het stuurprogramma naar het apparaat. Dit verschilt van het tijdstip waarop de fax daadwerkelijk vanaf het apparaat wordt verzonden.
[Alles verwijderen]
Verwijdert alle logboeken.
[Verwijderen]
Verwijdert het geselecteerde logboek.
[Vernieuwen]
Werkt de logboeken bij naar hun nieuwste status.
[Bestemmingenlijst]
Geeft de bestemming van het geselecteerde logboek weer.
[Instellingen opslaan] Dialoogvenster [Instellingen opslaan]
Hiermee stelt u de opslaglocatie voor verzonden afbeeldingen in, en het maximumaantal verzonden afbeeldingen dat kan worden opgeslagen.
U kunt uitsluitend een plaatselijke map opgeven als de opslaglocatie.
U kunt een maximumaantal kiezen tussen 32 en 1.024.
Iedere verzonden afbeelding vraagt een flink aantal kilobytes opslagruimte.
Verwante onderwerpen