Installeren met een specifiek inf-bestand

In dit gedeelte wordt de procedure uitgelegd voor het installeren van een stuurprogramma met een inf-bestand door middel van de Windows-functie Printer toevoegen.
Als u de installatie uitvoert volgens deze procedure, moet u het standaardscherm met afdrukinstellingen van Windows gebruiken bij het afdrukken vanuit een bureaubladapp. Anders wordt het scherm met de afdrukinstellingen van het stuurprogramma niet weergegeven.
In de uitleg wordt de installatie van een standaard TCP/IP-poort gebruikt.

Voorwaarden

Systeemvereisten
Bevestig het IP-adres van het apparaat.
Opmerkingen en waarschuwingen met betrekking tot de installatie
Wanneer u de computer opstart, moet u zich aanmelden als lid van de groep Administrators.
Schermweergave [Bureaublad] (bij gebruik van Windows 8.1/Server 2012 R2)

Procedures

1.
Start de wizard Printer toevoegen van Windows.
Als u start vanaf [Instellingen] (alleen Windows 10/Server 2016/Server 2019)
(1) Klik op [Apparaten] → klik op [Een printer of scanner toevoegen] in [Printers en scanners].
(2) Klik op [De printer die ik wil gebruiken, staat niet in de lijst].
Als u start vanaf [Configuratiescherm]
(1) Open [Apparaten en printers] → klik op [Een printer toevoegen].
(2) Op het scherm voor de selectie van een apparaat klikt u op [De printer die ik wil staat niet in de lijst].
2.
Selecteer Lokale printer toevoegen en ga naar het volgende scherm.
3.
Selecteer [Een nieuwe poort maken] → selecteer [Standard TCP/IP Port] in [Type poort] → klik op [Volgende].
4.
Voer het IP-adres van het apparaat in [Hostnaam of IP-adres] in → volg de instructies op het scherm.
Als het apparaat niet kan worden gevonden, kan het worden herkend als een onbekend apparaat. Als dit het geval is, klikt u op "Details openen".
[+][-]
5.
Klik in het scherm [Printer toevoegen] op [Bladeren].
6.
Klik op [Bladeren] → selecteer een van de inf-bestand in de map van het gedownloade stuurprogramma.
De operationele werking verandert niet ongeacht welk inf-bestand hebt gekozen.
7.
Selecteer het te gebruiken apparaat in [Printers] → klik op [Volgende].
8.
Installeer het stuurprogramma overeenkomstig de instructies op het scherm → klik op [Voltooien].

Verwante onderwerpen