SNTP configureren

Met SNTP (Simple Network Time Protocol) kunt u de systeemklok synchroniseren met de tijdserver in het netwerk. Als u SNTP gebruikt, controleert het systeem de tijdserver in gespecificeerde intervallen, zodat de correcte tijd altijd wordt gehandhaafd. De tijd wordt aangepast op basis van UTC (Coordinated Universal Time). Het is dus belangrijk om de juiste tijdzone op te geven voordat u SNTP gaat configureren (De datum en tijd instellen). SNTP-instellingen kunt u opgeven via de externe UI.
De SNTP van het apparaat ondersteunt zowel NTP- (versie 3) als SNTP-servers (versies 3 en 4).
Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt via de externe UI, raadpleegt u Menuopties instellen via de externe UI.
1
Start de externe UI en meld u in de systeembeheerder-modus aan. De externe UI starten
2
Klik op [Instellingen/registratie] op de portaalpagina. Scherm van externe UI
3
Selecteer [Netwerkinstellingen]  [TCP/IP-instellingen].
4
Klik op [Bewerken] in [SNTP-instellingen].
5
Schakel het selectievakje [Gebruik SNTP] in en geef de benodigde instellingen op.
[Gebruik SNTP]
Schakel het selectievakje in als u SNTP wilt gebruiken voor synchronisatie. Als u SNTP niet wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje uit.
[NTP-servernaam]
Voer het IP-adres van de NTP- of SNTP-server in. Als DNS beschikbaar is in het netwerk, kunt u een hostnaam (of FQDN) invoeren die bestaat uit alfanumerieke tekens (voorbeeld: ntp.example.com).
[Pollinginterval]
Geef het interval op tussen opeenvolgende synchronisaties.
6
Klik op [OK].
Communicatie met de NTP-/SNTP-server testen
U kunt de status van de communicatie bij de geregistreerde server zien door op [Instellingen/registratie]  [Netwerkinstellingen]  [TCP/IP-instellingen]  [Controleer NTP-server] in [SNTP-instellingen] te klikken. Als een goede verbinding tot stand is gebracht, wordt het resultaat weergegeven, zoals dat hieronder wordt getoond. Met deze handeling wordt de systeemklok overigens niet aangepast.
3JE5-016