Basisbewerkingen in Windows
|
OPMERKINGEN
|
|
De bediening kan verschillen afhankelijk van de computer die u gebruikt.
|
De printermap weergeven
Windows 7/Server 2008 R2[Starten]

selecteer [Apparaten en printers].
Windows 8/Server 2012
Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm op

selecteer [Configuratiescherm]

[Apparaten en printers weergeven].
Windows 8.1/Server 2012 R2
Klik met de rechtermuisknop op [Start]

selecteer [Configuratiescherm]

[Apparaten en printers weergeven].
Windows 10
[

]

selecteer [Systeem]

[Configuratiescherm]

[Hardware en geluiden]

[Apparaten en printers].
Windows Server 2008
[Start]

selecteer [Configuratiescherm]

dubbelklik op [Printers].
Windows Server 2016
Klik met de rechtermuisknop op [

]

selecteer [Configuratiescherm]

[Hardware]

[Apparaten en printers].
Inschakelen [Netwerkdetectie]
Schakel [Netwerkdetectie] in om de computers op uw netwerk te bekijken.
Windows 7/Server 2008 R2[Starten]

selecteer [Configuratiescherm]

[Netwerkstatus en -taken weergeven]

[Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen]

selecteer [Netwerkdetectie inschakelen] onder [Netwerkdetectie].
Windows 8/Server 2012Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm op

selecteer [Configuratiescherm]

[Netwerkstatus en -taken weergeven]

[Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen]

selecteer [Netwerkdetectie inschakelen] onder [Netwerkdetectie].
Windows 8.1/Server 2012 R2Klik met de rechtermuisknop op [Start]

selecteer [Configuratiescherm]

[Netwerkstatus en -taken weergeven]

[Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen]

selecteer [Netwerkdetectie inschakelen] onder [Netwerkdetectie].
Windows 10[

]

selecteer [Systeem]

[Configuratiescherm]

[Netwerkstatus en -taken weergeven]

[Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen]

selecteer [Netwerkdetectie inschakelen] onder [Netwerkdetectie].
Windows Server 2008[Start]

selecteer [Configuratiescherm]

dubbelklik op [Netwerkcentrum]

selecteer [Netwerkdetectie inschakelen] onder [Netwerkdetectie].
Windows Server 2016Klik met de rechtermuisknop op [

]

selecteer [Configuratiescherm]

[Netwerkstatus en -taken weergeven]

[Geavanceerde instellingen voor delen wijzigen]

selecteer [Netwerkdetectie inschakelen] onder [Netwerkdetectie].
Gedeelde printers op de afdrukserver weergeven
1
Open Windows Verkenner.
Windows 7/Server 2008
[Starten]

selecteer [Alle programma's] of [Programma's]

[Bureau-accessoires]

[Windows Verkenner].
Windows 8/Server 2012
Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm op

selecteer [Verkenner].
Windows 8.1/Server 2012 R2
Klik met de rechtermuisknop op [Start]

selecteer [Verkenner].
Windows 10/Server 2016Klik met de rechter muisknop op [

]

selecteer [Verkenner]
2
Selecteer de printerserver in [Netwerk] of [Mijn netwerklocaties].
Als u wilt zien welke computers in het netwerk zijn opgenomen, moet u mogelijk netwerkdetectie inschakelen of in het netwerk zoeken naar computers.
Gedeelde printers worden weergegeven.
Het scherm [Instelling softwareprogramma's/handleidingen] weergeven
Als de computer het scherm [Instelling softwareprogramma's/handleidingen] niet automatisch weergeeft nadat u de meegeleverde CD-ROM/DVD-ROM hebt geplaatst, volgt u de onderstaande procedure. De stationsnaam van de CD-ROM/DVD-ROM wordt in deze handleiding aangegeven als "D:". De stationsletter van de CD-ROM/DVD-ROM kan verschillen afhankelijk van de computer die u gebruikt.
Windows 7/Server 2008
[Starten]

voer "D:\MInst.exe" in [Programma's en bestanden zoeken] in of in [Zoekopdracht starten]

Druk op de toets [Enter] op het toetsenbord.
Windows 8/Server 2012
Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek

[Uitvoeren]

voer "D:\MInst.exe" in

en klik op [OK].
Windows 8.1/Server 2012 R2
Klik met de rechtermuisknop op [Start]

[Uitvoeren]

voer "D:\MInst.exe" in

en klik op [OK].
Windows 10
Voer "D:\MInst.exe" in in het zoekvak

en klik op [D:\MInst.exe] dat wordt weergegeven als zoekresultaat.
Windows Server 2016
Klik op [

]

voer "D:\MInst.exe" in

en klik op [D:\MInst.exe] dat wordt weergegeven als zoekresultaat.
Een testpagina afdrukken in Windows
U kunt controleren of het printerstuurprogramma werkt door een testpagina af te drukken in Windows.
1
Papier van A4 formaat in de papierlade plaatsen.
Papier in de papierlade plaatsen
2
3
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma voor dit apparaat en klik op [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].
4
Klik op [Testpagina afdrukken] in het tabblad [Algemeen].
De testpagina wordt afgedrukt.
De bitarchitectuur controleren
Weet u niet zeker of op uw computer de 32-bits of 64-bits versie van Windows wordt uitgevoerd, volg dan onderstaande procedure.
1
Geef [Configuratiescherm] weer.
Windows 7/Server 2008
[Starten]

selecteer [Configuratiescherm].
Windows 8/Server 2012
Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm op

selecteer [Configuratiescherm].
Windows 8.1/Server 2012 R2
Klik met de rechtermuisknop op [Start]

selecteer [Configuratiescherm].
Windows 10/Server 2016
Ga naar stap 2.
2
Geef [Systeem] weer.
Windows 7/8/Server 2008 R2/Server 2012
Klik op [Systeem en onderhoud] of [Systeem en beveiliging]

[Systeem].
Windows 10/Server 2016Klik op [

]

[Instellingen]

[Systeem]

selecteer [Info].
Windows Server 2008
Dubbelklik op [Systeem].
3
Controleer de bitarchitectuur.
Voor 32-bits versies
wordt [32 bitsbesturingssysteem] weergegeven.
Voor 64-bits versies
wordt [64 bitsbesturingssysteem] weergegeven.
De computernaam controleren
1
Geef [Configuratiescherm] weer.
Windows 7/Server 2008
[Starten]

selecteer [Configuratiescherm].
Windows 8/Server 2012
Klik met de rechtermuisknop in de linkerbenedenhoek van het scherm op

selecteer [Configuratiescherm].
Windows 8.1/Server 2012 R2Klik met de rechtermuisknop op [Start]

selecteer [Configuratiescherm].
Windows 10Klik op [

]

selecteer [Systeem]

[Configuratiescherm].
Windows Server 2016Klik met de rechtermuisknop op [

]

selecteer [Configuratiescherm].
2
Geef [Systeem] weer.
Windows 7/8/10/Server 2008 R2/Server 2012/Server 2016
Klik op [Systeem en onderhoud] of [Systeem en beveiliging]

[Systeem].
Windows Server 2008
Dubbelklik op [Systeem].
3
Controleer de naam van de computer.
De printerpoort controleren
1
2
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma voor dit apparaat en klik op [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].
3
Op het tabblad [Poorten] moet u controleren of de poort correct is geselecteerd.
|
|
Als u een netwerkverbinding gebruikt en het IP-adres van het apparaat hebt veranderd
Als [Beschrijving] voor de geselecteerde poort [Canon MFNP Port] is en het apparaat en de computer zich op hetzelfde subnet bevinden, wordt de verbinding in stand gehouden. U hoeft geen nieuwe poort toe te voegen. Als het [Standard TCP/IP Port] is, moet u een nieuwe poort toevoegen. Printerpoorten configureren
|
Bidirectionele communicatie controleren
1
2
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het printerstuurprogramma voor dit apparaat en klik op [Eigenschappen van printer] of [Eigenschappen].
3
Controleer op het tabblad [Poorten] of het selectievakje [Ondersteuning in twee richtingen inschakelen] is geactiveerd.
De SSID controleren waarop de computer is aangesloten
Als de computer is aangesloten op een draadloos LAN netwerk, klikt u op

,

,

of

in het systeemvak om de SSID van de aangesloten draadloos LAN-router weer te geven.
Wanneer u afdrukt of verzendt vanuit de app Windows Store
Windows 8 / Server 2012 Toon de charms aan de rechterkant van het scherm

Tik of klik op [Apparaten]

Het stuurprogramma dat u gebruikt

[Afdrukken].
Windows 8.1 / Server 2012 R2 Toon de charms aan de rechterkant van het scherm

Tik of klik op [Apparaten]

[Afdrukken]

Het stuurprogramma dat u gebruikt

[Afdrukken].
Windows 10 Tik of klik op [Afdrukken] op de toepassing

Het stuurprogramma dat u gebruikt

[Afdrukken].
|
|
|
Als u een document afdrukt of een fax verzendt volgens deze methode, is er slechts een beperkt aantal functies beschikbaar.
Als het bericht [Er is iets met de printer. Ga naar het bureaublad om dit op te lossen.] wordt weergegeven, gaat u naar het bureaublad en voert u de vereiste handelingen uit. Dit bericht verschijnt als de machine zodanig is ingesteld dat de gebruikersnaam wordt weergegeven bij het afdrukken van documenten, het verzenden van faxen of soortgelijke taken.
|