Printerinstellingen

 
Alle instellingen voor de printer worden kort toegelicht. Standaardinstellingen worden aangegeven met een dolksymbool ().
OPMERKINGEN
Sterretjes (*)
Instellingen gemarkeerd met "*1" worden misschien niet weergegeven, afhankelijk van het model dat u gebruikt, opties, of andere instel-items.

Papierformaat negeren

Geef aan of u wilt schakelen tussen papier van A4-formaat en het formaat Letter als een van deze papierformaten is geladen, maar het andere formaat niet. Als u bijvoorbeeld een document van het formaat Letter afdrukt maar alleen A4-papier is geladen in het apparaat, wordt het document afgedrukt op A4-papier.
Uit
Aan

Halftonen mobiel afdrukken

Selecteer de beeldverwerkingsmethode bij afdrukken vanaf een mobiel apparaat. Selecteer voor aantrekkelijke afdrukken <Gradatie> voor foto's en illustraties en <Foutdiffusie> voor documenten die grotendeels uit tekst bestaan.
Gradatie
Foutdiffusie

Priorit. snelh./kwalit. v. mobiel afdr.

U kunt selecteren of er prioriteit moet worden gegeven aan de afdruksnelheid of de afdrukkwaliteit wanneer u vanaf uw mobiele apparaat print.
Snelheidsprioriteit
Prioriteit beeldkwaliteit

Kopieën

Geef hier het gewenste aantal kopieën op.
1 tot 999

2-zijdig afdrukken *1

Geef aan of u dubbelzijdig wilt afdrukken.
Uit
Aan

Standaardpapier

Met dit item geeft u papierformaat op. Beschikbaar papier

Afdrukkwaliteit

U kunt instellingen in verband met de afdrukkwaliteit, veranderen.
Densiteit
Stel de tonerdichtheid in.
17 niveaus
 
Fijnaanpass./Densiteit (fijnaanp.)
Hoog
17 niveaus
Medium
17 niveaus
Laag
17 niveaus
De instellingen voor <Densiteit> worden uitgeschakeld wanneer u <Tonerbesparing> inschakelt.
Tonerbesparing
U kunt toner besparen als u print vanaf een mobiel apparaat. Selecteer <Aan> als u de layout of andere prestatiekenmerken wilt controleren voordat u verder gaat met het definitief afdrukken van een grote afdruktaak.
Uit
Aan

Lay-out

Geef de instellingen op voor de pagina-indeling, zoals de inbindlocatie.
Inbindlocatie
Als u de afdrukken bindt met een inbindinstrument, zoals een nietmachine, gebruik deze optie dan om op te geven of er aan de lange of korte zijde ingebonden moet worden.
Lange zijde
Korte zijde

Time-out

Stel de periode in waarna de huidige afdruktaak automatisch wordt geannuleerd als er een onderbreking in de ontvangst van afdrukgegevens optreedt.
5 t/m 15 t/m 300 (sec.)

PCL

Kies deze optie om instellingen op te geven voor PCL-afdrukken, zoals paginalay-out en afdrukkwaliteit.
Papierbesparing
Geef aan of u papier wilt besparen door lege pagina's in documenten niet uit te voeren. Als u <Aan> selecteert, worden er geen lege pagina's uitgevoerd. Als u alle gegevens van een document wilt uitvoeren, dus ook lege pagina's die aan het document zijn toegevoegd, selecteert u <Uit>.
Uit
Aan
Afdrukstand
Selecteer <Staand> (verticale richting) of <Liggend> (horizontale richting) voor de paginarichting.
Staand
Liggend
Lettergrootte
Geef het te gebruiken lettertype op door het bijbehorende ID-nummer te selecteren. U kunt vanaf het bedieningspaneel een lijst afdrukken met voorbeelden van de beschikbare PCL-lettertypen. PCL-lettertypelijst
0 tot 54
Puntgrootte
Geef de tekengrootte op in punten. U kunt de grootte in stappen van 0,25 aanpassen. U kunt deze optie alleen opgeven als een proportioneel lettertype is geselecteerd bij <Lettergrootte>.
4,00 t/m 12,00 t/m 999,75 (punt)
Pitch
Kies deze optie om de pitch of tekenafstand (cpi of tekens per inch) voor het lettertype op te geven. U kunt de pitch in stappen van 0,01 aanpassen. U kunt deze optie alleen opgeven als er een niet-proportioneel lettertype of een bitmaplettertype is geselecteerd bij <Lettergrootte>.
0,44 t/m 10,00 t/m 99,99 (cpi)
Vormlijnen
Hiermee stelt u het aantal af te drukken regels per pagina in. Deze waarde ligt tussen 5 en 128. Deze instelling wordt automatisch aangepast aan de hand van de instellingen voor <Standaard papierform.> en <Afdrukstand>.
5 tot 64 tot 128 (lijnen)
Tekencode
Selecteer hier de tekencode (tekenset) die het meest geschikt is voor de computer die u gebruikt om afdrukgegevens te verzenden. De opgegeven instelling wordt genegeerd als de tekencode wordt bepaald door het lettertype dat is opgegeven bij <Lettergrootte>.
DESKTOP
ISO4
ISO6
ISO11
ISO15
ISO17
ISO21
ISO60
ISO69
ISOL1
ISOL2
ISOL5
ISOL6
LEGAL
MATH8
MCTEXT
MSPUBL
PC775
 
PC8
PC850
PC852
PC8DN
PC8TK
PC1004
PIFONT
PSMATH
PSTEXT
ROMAN8
VNINTL
VNMATH
VNUS
WIN30
WINBALT
WINL1
WINL2
WINL5
Gebruikerspapier
Kies deze optie om aan te geven of u een aangepast papierformaat wilt instellen. Selecteer <Aan> om de afmetingen van het papier op te geven bij <X-dimensie> en <Y-dimensie>.
Uit
Aan
Maateenheid
Kies deze optie om de maateenheid te selecteren voor het instellen van een aangepast papierformaat.
Millimeter
Inch
X-dimensie
Geef hier de horizontale afmeting (korte kant) van het aangepaste papier op.
148 t/m 431 (mm)
Y-dimensie
Geef hier de verticale afmeting (lange kant) van het aangepaste papier op.
95 t/m 297 (mm)
CR aan LF toevoegen
Met deze optie kunt u instellen of er een Enter-teken (CR) moet worden toegevoegd wanneer de machine een teken voor een nieuwe regel (LF) ontvangt. Als <Ja> is geselecteerd, wordt de afdrukpositie naar het begin van de volgende regel verplaatst wanneer de machine een LF-code ontvangt. Als <Nee> is geselecteerd, wordt de afdrukpositie naar de volgende regel verplaatst, net onder de ontvangen LF-code.
Ja
Nee
A4-afdrukbreedte vergroten
Kies deze optie als u wilt instellen dat de breedte van het afdrukbare gebied van A4-papier in de stand Staand moet worden aangepast aan de breedte van LTR-papier.
Uit
Aan
Halftonen
U kunt de afdrukmethode selecteren om halftonen te reproduceren (het tussenliggende bereik tussen de lichtere en donkere gebieden van een afbeelding) voor optimale beeldkwaliteit. Voor elk document kunt u instellingen maken per soort afbeelding.
Tekst
Kleurtoon
Gradatie
Resolutie
 
Illustraties
Kleurtoon
Gradatie
Resolutie
 
Afbeelding
Kleurtoon
Gradatie
Resolutie
3Y7L-087