AirPrint gebruiken
Dit gedeelte beschrijft de instellingen die nodig zijn om AirPrint te gebruiken en de te verrichten procedures bij gebruik van Apple-apparaten.
|
AirPrint-instellingen
|
|
Functies van AirPrint
|
|
Probleemoplossing
|
AirPrint-instellingen configureren
U kunt gegevens registreren die worden gebruikt voor het identificeren van de machine, zoals de naam van de machine en de installatielocatie. U kunt ook het afdrukken via AirPrint uitschakelen op de machine. U gebruikt de UI op afstand om deze instellingen te wijzigen.
|
|
|
Voor meer informatie over de basishandelingen die moeten worden verricht wanneer u het apparaat instelt via de UI op afstand, raadpleegt u Menuopties instellen via de UI op afstand.
|
1
Start de UI op afstand en meld u in de systeembeheerdersmodus aan. De UI op afstand starten
2
Klik op [Instellingen/registratie] op de portaalpagina. Schermen van de UI op afstand
Als u een mobiel apparaat gebruikt, zoals een iPad, iPhone of iPod touch, moet u "klikken" hieronder lezen als "tikken".
3
Selecteer [Netwerkinstellingen] 
[AirPrint-instellingen].
[AirPrint-instellingen].4
Klik op [Bewerken...].
5
Geef de vereiste instellingen op.
[AirPrint gebruiken]
Schakel dit selectievakje in om AirPrint in te schakelen. Schakel het selectievakje uit om AirPrint uit te schakelen.
Schakel dit selectievakje in om AirPrint in te schakelen. Schakel het selectievakje uit om AirPrint uit te schakelen.
[Printernaam:]
Geef de naam op van de machine. Als een mDNS-naam reeds is geregistreerd in [mDNS-instellingen] (DNS configureren), verschijnt de geregistreerde naam.
Geef de naam op van de machine. Als een mDNS-naam reeds is geregistreerd in [mDNS-instellingen] (DNS configureren), verschijnt de geregistreerde naam.
[Locatie:]
Geef de locatie op van de machine. Als er al een locatie is geregistreerd in [Apparaatinformatie] ([Systeembeheer] in [Instellingen Systeembeheer] (Instellingen/registratie)), wordt de geregistreerde naam weergegeven.
Geef de locatie op van de machine. Als er al een locatie is geregistreerd in [Apparaatinformatie] ([Systeembeheer] in [Instellingen Systeembeheer] (Instellingen/registratie)), wordt de geregistreerde naam weergegeven.
[Breedtegraad:]
Geef de breedtegraad op van de locatie waar de machine is geïnstalleerd.
Geef de breedtegraad op van de locatie waar de machine is geïnstalleerd.
[Lengtegraad:]
Geef de lengtegraad op van de locatie waar de machine is geïnstalleerd.
Geef de lengtegraad op van de locatie waar de machine is geïnstalleerd.
6
Klik op [OK].
 |
Als u [AirPrint gebruiken] selecteert, worden de volgende instellingen aangezet.<Gebruik HTTP>
[Instellingen IPP-afdrukken]
<mDNS-instellingen> (IPv4-instellingen)
<mDNS-instellingen> (IPv6-instellingen)
<Network Link Scan-instellingen>
|
|
|
|
Als u de [Printernaam:] wijzigt die u ooit hebt opgegeven, kunt u misschien niet meer vanaf de Mac afdrukken waarmee u tot dusver heeft kunnen afdrukken. Dat komt doordat <mDNS-naam> (DNS configureren) voor IPv4 ook automatisch wordt gewijzigd. Voeg in dit geval deze machine weer aan de Mac toe.
Door het invoeren van de printernaam wordt het makkelijker om meerdere printers te identificeren die AirPrint ondersteunen.
|
De instelling van voor AirPrint beschikbare functies wijzigen
Als u ongebruikte functies in AirPrint wilt uitschakelen of als u de communicatie wilt versleutelen, configureert u de desbetreffende instelling met behulp van het bedieningspaneel of de gebruikersinterface op afstand.
Afdruk- en faxinstellingen wijzigen
Voor afdrukken of faxen via AirPrint wordt het IPP-protocol gebruikt.
|
De functie in-/uitschakelen (Aan/Uit)
U kunt opgeven of AirPrint gebruikt moet worden voor het afdrukken en voor het verzenden van faxen. De standaardinstelling is [Aan].
Meld u aan bij de gebruikersinterface op afstand in de modus Systeembeheerder (De UI op afstand starten)
[Instellingen/registratie] [Netwerkinstellingen] [TCP/IP-instellingen] [Bewerken...] in [Instellingen IPP-afdrukken] Selecteer het [Gebruik IPP-afdrukken] vakje of maak het leeg [OK] |
|
De instelling voor TLS wijzigen
U kunt opgeven of u communicatie wilt versleutelen met TLS wanneer u afdrukt of faxt met AirPrint. De fabrieksinstelling is [Aan].
Meld u aan bij de gebruikersinterface op afstand in de modus Systeembeheerder (De UI op afstand starten)
[Instellingen/registratie] [Netwerkinstellingen] [TCP/IP-instellingen] [Bewerken...] in [Instellingen IPP-afdrukken] Selecteer het [Gebruik TLS] vakje of maak het leeg [OK] |
De scaninstelling wijzigen
Configureer de scaninstelling met behulp van AirPrint.
|
De functie instellen op Inschakelen of Uitschakelen
U kunt de scanfunctie van AirPrint in- en uitschakelen. De standaardinstelling is <Aan>.
<Menu>
<Netwerkinstellingen> <TCP/IP-instellingen> <Network Link Scan-instellingen> Stel <Network Link Scan gebruiken> in op <Uit> of <Aan>. |
|
De TLS-instelling wijzigen
U kunt opgeven of bij het scannen van gegevens met behulp van AirPrint, TLS communicatie moet worden gecodeerd. De standaardinstelling is <Aan>.
<Menu>
<Netwerkinstellingen> <TCP/IP-instellingen> <Network Link Scan-instellingen> stel <Gebruik TLS> in op <Uit> of <Aan>. |
Het scherm voor AirPrint weergeven
U kunt het scherm van AirPrint weergeven en zo niet alleen toegang krijgen tot de verschillende AirPrint-instellingen, maar ook gegevens van verbruiksartikelen bekijken, zoals papier en tonercartridge, etc. Verder kunt u instellingen van beveiligingsfuncties realiseren (Met TLS gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand).
1
Selecteer [Systeemvoorkeuren] [Printers en scanners] en voeg het apparaat toe aan de door u gebruikte Mac.
[Printers en scanners] en voeg het apparaat toe aan de door u gebruikte Mac.Als het apparaat reeds is toegevoegd, is deze bewerking niet nodig.
2
Selecteer deze machine in de lijst met printers in [Printers en scanners].
3
Klik op [Opties en toebehoren].
4
Klik op [Geef webpagina van printer weer].
5
Log in op de UI op afstand.
Wilt u de AirPrint-instellingen wijzigen, dan moet u zich als beheerder aanmelden.
Aan AirPrint toegewijde pagina
Wanneer u zich met beheerdersrechten aanmeldt, verschijnt de pagina met AirPrint-informatie, zoals hieronder weergegeven.
[AirPrint-instellingen]
Hiermee kunt u de waarden controleren die zijn ingevoerd in de AirPrint-instellingen, zoals de naam en de locatie van de machine. U kunt op [Bewerken...] klikken om de instellingen te wijzigen.
[Andere instellingen]
[Beveiligingsinstellingen voor afdrukken]
Configureer de beveiligingsinstellingen voor afdrukken met behulp van TLS of authenticatie.
[Beveiligingsinstellingen voor scannen]
Configureer de beveiligingsinstellingen voor scannen met behulp van TLS.
[TLS-instellingen]
Hiermee kunt u de code en het certificaat voor TLS wijzigen. Met TLS gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand
[Instellingen sleutel en certificaat]
Hiermee kunt u een code en een certificaat genereren, of een aanvraag voor uitgifte van een certificaat doen. Met TLS gecodeerde communicatie inschakelen voor de UI op afstand
[Informatie over verbruiksartikelen]
Hiermee kunt u de informatie van een papierbron en verbruiksartikelen van de machine en de apparaatversie controleren.
Handelsmerken
Apple, Bonjour, iPad, iPhone, iPod touch, Mac, Mac OS, OS X en Safari zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de V.S. en andere landen. AirPrint en het AirPrint-logo zijn handelsmerken van Apple Inc.