Internationaal een fax versturen (pauzes toevoegen)
Wanneer u een internationale oproep doet, moet u mogelijk een pauze toevoegen aan het faxnummer.
Omdat de signalen over een lange afstand moeten worden verzonden via een gecompliceerd kanaal, wordt uw oproep mogelijk niet doorverbonden zodat dat u een pauze toevoegt na de landcode of voorafgaand aan het faxnummer. Door het toevoegen van een pauze verstrijkt er voldoende tijd voordat de machine het nummer opnieuw kiest.
1
Plaats uw fax.
2
Druk op [
] (FAXEN/KOPIËREN) om over te schakelen naar het scherm voor de faxmodus.
] (FAXEN/KOPIËREN) om over te schakelen naar het scherm voor de faxmodus.3
Geef indien nodig de scannerinstellingen op.
4
Voer de internationale toegangscode in met behulp van de numerieke toetsen.
Voor meer informatie over internationale toegangscodes kunt u contact opnemen met uw telefoonmaatschappij.
5
Druk op [
] (Nummerherhaling/Pauze) om desgewenst een pauze in te voeren.
] (Nummerherhaling/Pauze) om desgewenst een pauze in te voeren.De letter <p> wordt weergegeven om aan te geven dat er een pauze is toegevoegd.
De standaardpauze is twee seconden*. Raadpleeg "Pauzeduur" als u de pauzetijd wilt wijzigen.
Als u meerdere pauzes wilt toevoegen, drukt u nogmaals op [] (Nummerherhaling/Pauze).
] (Nummerherhaling/Pauze).|
*
|
De standaardpauze verschilt afhankelijk van het land waar u de machine gebruikt.
|
6
Voer het landnummer, het kengetal en het fax-/telefoonnummer in met de numerieke toetsen.
7
Druk op [] (Nummerherhaling/Pauze) om zo nodig een pauze aan het einde van het fax-/telefoonnummer toe te voegen en druk vervolgens op [OK].
] (Nummerherhaling/Pauze) om zo nodig een pauze aan het einde van het fax-/telefoonnummer toe te voegen en druk vervolgens op [OK].De letter <P> wordt dan aan het einde van het faxnummer weergegeven.
De pauze die aan het einde van het nummer wordt toegevoegd, is ingesteld op 10 seconden.
8
Druk op [
] (Start).
] (Start).