De scaninstellingen wijzigen (fax)

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de volgende scaninstellingen kunt wijzigen om een fax te versturen.

Raadpleeg "Basisprocedures voor het versturen van faxen" voor de instructies over de procedure voor het versturen van faxen.

Resolutie

Geef de resolutie op.

Hogere resoluties zorgen voor een betere beeldkwaliteit maar ook voor een langere verzendtijd.

<200 x 100 dpi (Normaal)>	Voor faxen die tekst bevatten
<200 x 200 dpi (Fijn)>	Voor faxen die kleine tekst bevatten
<200 x 200 dpi (Foto)>	Voor faxen die foto's bevatten
<200 x 400 dpi (Superfijn)>	Voor een fijnere resolutie dan met Fijn

Geef de dichtheid op.

[]-toets	Verlaag de dichtheid.
[]-toets	Verhoog de dichtheid.

Geef de scaninstellingen voor dubbelzijdige documenten op.

<Uit>	Geen formaatinstellingen voor dubbelzijdige documenten opgeven.
<Type boek>	De verticale afdrukstand van beelden op beide zijden zijn gelijk.
<Type kalender>	De verticale afdrukstand van beelden op beide zijden zijn omgekeerd.

Pas de instelling aan als u de omtrek van het beeld wilt benadrukken of het contrast wilt verminderen.

[]-toets	Stel deze instelling op het geschikte niveau op de schaal <-> in om scherpe foto's met halftonen te scannen. Hiermee kan moiré (een effect waarbij ongelijkmatige gradatie of een streeppatroon zichtbaar is) worden verminderd.
[]-toets	Stel deze instelling op het geschikte niveau op de schaal <+> in om scherp tekst of lijnen te scannen. Deze instelling is het meest geschikt voor het scannen van blauwdrukken en documenten met licht potloodschrift.