De aansluitingen van extern apparaat via USB beperken

Hiermee kunt u instellen of de USB-apparaten mogen worden gebruikt die zijn aangesloten op het apparaat.
Zodra deze instelling is ingeschakeld, wordt de USB-poort op de achterzijde van de machine uitgeschakeld.
BELANGRIJK
Wanneer de instelling is voltooid:
U moet het apparaat opnieuw opstarten om de instellingen te activeren.
1
Druk op [] (Menu).
2
Druk op [] of [] om <Systeeminstellingen> te markeren en druk vervolgens op [OK].
Als de pincode van de systeembeheerder is opgegeven:
Gebruik de numerieke toetsen om de pincode van de systeembeheerder in te voeren en druk vervolgens op [OK].
3
Druk op [] of [] om <USB-apparaat Aan/Uit> te markeren en druk vervolgens op [OK].
4
Druk op [] of [] om <Uit> of <Aan> te markeren en druk vervolgens op [OK].
<Uit>
USB-apparaten kunnen niet worden gebruikt.
<Aan>
USB-apparaten kunnen worden gebruikt.
5
Druk op [] (Menu) om het menuscherm te sluiten.
6
Start de machine opnieuw op.
De wijzigingen worden pas van kracht nadat u de machine opnieuw hebt opgestart.
Schakel de machine uit en wacht minimaal 10 seconden voordat u deze weer inschakelt.
1358-08K