Beveiliging

In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verschillende beveiligingsinstellingen en -beperkingen kunt configureren.

Stel eerst de beheerdersgegevens in om beveiligingsinstellingen te kunnen opgeven, en geef vervolgens beperkingen op.

Instellingen van systeembeheerder opgeven	Raadpleeg "De gegevens van de Systeembeheerder instellen".
De apparaatnaam en de locatie opgeven	Raadpleeg "De machinenaam en locatie registreren".
Beperkingen voor het opgeven van bestemmingen en het gebruiken van de verzendfuncties	Zie de gedeeltes hieronder. "Faxverzending en telefoneren beperken" "Een pincode instellen voor het adresboek" "De op te geven bestemmingen beperken" "Het versturen van faxen vanaf uw computer beperken" "Verzenden vanuit taakhistorie beperken" "Bevestiging van het faxnummer vereisen" "Bestemmingen bevestigen voor snelkeuzetoetsen/codes voor verkort kiezen" "Groepsverzending beperken" "De weergave-instellingen voor de taakhistorie opgeven"
De aansluiting van externe apparaten via USB beperken	Raadpleeg "De aansluitingen van extern apparaat via USB beperken".