|
NEE
![]() |
Stel de ontvangstmodus in op <Auto omschakelaar Fax/Tel> of <Antwoordapparaat>.
Als u de ontvangstmodus hebt ingesteld op <Antwoordapparaat>, controleert u of een externe telefoon met ingebouwd antwoordapparaat op het apparaat is aangesloten en of dit is ingeschakeld en het juiste antwoordbericht heeft.
|
|
|
JA
![]() |
|||
|
JA
![]() |
Als u de belduur te kort instelt, worden inkomende faxberichten mogelijk als inkomende telefoongesprekken beschouwd. Stel bij <Bel starttijd> een langere belduur in voor inkomende faxen.
|
|
|
NEE
![]() |
|||
|
NEE
![]() |
Wijzig de <RX startsnelheid>.
|
|
|
JA
![]() |
|||
|
JA
![]() |
Druk in het geheugen aanwezige taken af, verzend ze of wis ze.
|
|
|
NEE
![]() |
|||
|
NEE
![]() |
Sommige machines kunnen dit signaal niet verzenden. In dat geval kunt u de fax handmatig ontvangen.
|