|
Controleer of het netsnoer goed op de machine is aangesloten en of de stekker van het netsnoer in het stopcontact is gestoken.
Raadpleeg de Beknopte handleiding.
|
|
Controleer of het netsnoer wel stroom levert.
Gebruik een ander netsnoer of gebruik een voltmeter om het netsnoer door te meten.
|
|
Schakel de hoofdschakelaar in.
Raadpleeg de Beknopte handleiding.
|
|
Wacht even totdat de machine is opgestart en opgewarmd.
|
|
Druk op het bedieningspaneel op [
] (Energiebesparing) om de slaapstand uit te schakelen. |
|
Als de machine een foutsignaal afgeeft en niet actief wordt ook al hebt u op [
] (Start) gedrukt, zijn de instellingen waarschijnlijk niet juist geconfigureerd. Controleer de geconfigureerde instellingen. |
|
Controleer of het papier goed in de papiercassette is geplaatst.
|
|
Controleer of er papier is vastgelopen.
|
|
Schakel het apparaat uit, wacht 10 seconden en schakel het apparaat dan weer in.
Raadpleeg de Beknopte handleiding.
Als het probleem hiermee is verholpen, gaat de foutindicator uit en keert het display terug naar de stand-bymodus. Als de foutindicator blijft knipperen, haalt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact en neemt u contact op met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk.
|
|
Als er een foutbericht op het scherm verschijnt, raadpleegt u het volgende gedeelte en voert u de juiste handeling uit.
Maak een afdruk van het communicatiebeheerrapport en kijk of het rapport fouten bevat.
|
|
Controleer of de telefoonkabel goed is aangesloten. Controleer of de kabels die zijn aangesloten op de poort voor de telefoonlijn en de externe apparaatpoort op de achterzijde van het apparaat, niet zijn omgekeerd. Raadpleeg de Beknopte handleiding.
|
|
Controleer of het lijntype (kiezen of drukken) dat in het menu is opgegeven, correspondeert met het lijntype dat op de machine is aangesloten.
|
|
Controleer of de telefoonlijn niet wordt gestoord door apparaten in de buurt zoals een magnetron. Dit kan van invloed zijn op de status van de telefoonlijn.
|