Oplossen van problemen

Als een van de volgende problemen optreedt tijdens het gebruik, probeert u de acties die in dit gedeelte worden voorgesteld, voordat u contact opneemt met de ondersteuning.
Controleer eerst het volgende:

Is het apparaat ingeschakeld?

Controleer of het netsnoer goed op de machine is aangesloten en of de stekker van het netsnoer in het stopcontact is gestoken.
Controleer of het netsnoer wel stroom levert.
Gebruik een ander netsnoer of gebruik een voltmeter om het netsnoer door te meten.
Schakel de hoofdschakelaar in.
Als dit allemaal in orde is, leest u "Is het apparaat net ingeschakeld?".

Is het apparaat net ingeschakeld?

Wacht even totdat de machine is opgestart en opgewarmd.
Als dit allemaal in orde is, leest u "Bevindt het apparaat zich in de slaapstand?".

Bevindt het apparaat zich in de slaapstand?

Druk op het bedieningspaneel op [] (Energiebesparing) om de slaapstand uit te schakelen.
Als dit allemaal in orde is, leest u "Knippert of brandt het foutlampje?".

Zijn de instellingen juist geconfigureerd?

Als de machine een foutsignaal afgeeft en niet actief wordt ook al hebt u op [] (Start) gedrukt, zijn de instellingen waarschijnlijk niet juist geconfigureerd. Controleer de geconfigureerde instellingen.

Knippert of brandt het foutlampje?

Controleer of het papier goed in de papiercassette is geplaatst.
Controleer of er papier is vastgelopen.
Schakel het apparaat uit, wacht 10 seconden en schakel het apparaat dan weer in.
Als het probleem hiermee is verholpen, gaat de foutindicator uit en keert het display terug naar de stand-bymodus. Als de foutindicator blijft knipperen, haalt u de stekker van het apparaat uit het stopcontact en neemt u contact op met uw Canon-dealer of met de Canon-helpdesk.
Als dit allemaal in orde is, leest u "Wordt er een bericht weergegeven op het scherm?".

Wordt er een bericht weergegeven op het scherm?

Als er een foutbericht op het scherm verschijnt, raadpleegt u het volgende gedeelte en voert u de juiste handeling uit.
Maak een afdruk van het communicatiebeheerrapport en kijk of het rapport fouten bevat.
Als dit allemaal in orde is, leest u "Is de telefoonlijn goed aangesloten en ingesteld?".

Is de telefoonlijn goed aangesloten en ingesteld?

Controleer of de telefoonkabel goed is aangesloten. Controleer of de kabels die zijn aangesloten op de poort voor de telefoonlijn en de externe apparaatpoort op de achterzijde van het apparaat, niet zijn omgekeerd. Raadpleeg de Beknopte handleiding.
Controleer of het lijntype (kiezen of drukken) dat in het menu is opgegeven, correspondeert met het lijntype dat op de machine is aangesloten.
Controleer of de telefoonlijn niet wordt gestoord door apparaten in de buurt zoals een magnetron. Dit kan van invloed zijn op de status van de telefoonlijn.

Als u nog steeds problemen ondervindt nadat u de handelingen hebt geprobeerd die in dit gedeelte worden voorgesteld, raadpleeg dan de volgende gedeeltes om de problemen op te lossen:
"Problemen bij het verzenden"
"Problemen bij het ontvangen"
1358-09F