Aanpassen/Onderhoud

OPMERKING
Menuopties in het volgende overzicht:
Standaardinstellingen worden vet weergegeven.

Speciale verwerking

Instellingen
Beschrijvingen
Speciale modus U
Instellen of vlekken of gemorste toner worden verminderd op het afgedrukt papier, vooral als er dik papier wordt gebruikt of wordt gewerkt in een droge omgeving:
Uit, Aan
Speciale modus V
Het niveau instellen voor het verminderen van het krullen of kreukelen van papier:
Uit, Modus 1, Modus 2, Modus 3
Speciale modus Z
Het niveau instellen voor het verminderen van verticale strepen op afgedrukt papier wanneer er wordt gekopieerd of wanneer ontvangen documenten worden afgedrukt:
Kopie: Uit, Modus 1, Modus 2, Modus 3, Modus 4
Fax: Uit, Modus 1, Modus 2, Modus 3, Modus 4
Speciale modus B
Het niveau instellen voor het verminderen van verticale strepen op afdrukken als een tonercartridge lange tijd niet is gebruikt of na het vervangen van de tonercartridge:
Uit, Modus 1, Modus 2, Modus 3
Speciale modus C
Instellen of verticale strepen op afdrukken, of afdrukgeluid moeten worden verminderd:
Uit, Aan
Speciale modus D
Instellen of verticale strepen op afdrukken, of afdrukgeluid tijdens kopiëren of afdrukken moeten worden verminderd:
Kopie: Uit, Aan
Afdrukken: Uit, Aan
Speciale modus I
Stel deze instelling in op <Aan> als het papier vaak vastloopt tijdens dubbelzijdig afdrukken:
Uit, Aan
Speciale modus J
Stel deze instelling in op <Aan> als er vlekken voorkomen op afgedrukt papier wanneer u dunne lijnen of lichte afbeeldingen afdrukt:
Uit, Aan
Speciale modus K
Stel deze instelling in op <Aan> als toner niet voldoende wordt gefixeerd, vooral in een omgeving met een lage temperatuur:
Uit, Aan

Reinig fixeereenheid

Als er zwarte strepen op het afgedrukte papier voorkomen, reinigt u de fixeereenheid nadat u de tonercartridges hebt vervangen.
1358-092