| Gebruikershandleiding (producthandleiding) | |
|---|---|
| Gebruikershandleiding (producthandleiding) | |
|---|---|
Bovenste portalpaginaBovenste handleidingenpaginaInstellenBasisbewerkingenKopiërenScherm met basisfuncties voor kopiërenBasisbewerkingen voor kopiërenVerbeteren en aanpassen van de kopieerkwaliteitHet type origineel voor kopiëren selecterenAanpassen van beeldscherpte voor kopiëren (Beeldscherpte)Verwijderen van donkere randen bij het kopiëren (Randverwijdering)De kleur aanpassenEén-toets kleur-modusEfficiënt kopiërenHandige functies voor het maken en beheren van materiaalHandige kopieerfunctiesKopiëren van vertrouwelijke documenten beperkenKopieerbewerkingen verminderenBeperkingen met betrekking tot de combinatie van functies FaxenAfdrukkenScannenOpslagruimte gebruikenKoppelen aan mobiele apparatenDe machine beherenInstellingen/RegistratieOnderhoudProbleemoplossingBeveiligingsmaatregelen implementerenBijlage|
|
Pas de dichtheid van geel, magenta, cyaan en zwart afzonderlijk aan.
|
/b_D02102_C.gif)
<Sluiten>.
(Start).|
TIPS
|
|
U kunt maximaal vier instellingen registreren na aanpassing. Druk na het aanpassen van de kleur op <Oproepen/Registreren>
selecteer een knop van <C1> tot <C4> druk op <Registreren> <Ja> <OK>.
Als u geregistreerde instellingen wilt oproepen, drukt u op <Oproepen/Registreren>, selecteer een knop en druk op <OK>.
U kunt de knopnamen van <C1> tot <C4> wijzigen. Selecteer de knop die u wilt wijzigen, druk op <Hernoemen> en voer een nieuwe naam in.
Als u de geregistreerde instellingen wilt verwijderen, selecteert u de knop
en drukt u op <Verwijderen> <Ja>. |
