Verbeteren en aanpassen van de kopieerkwaliteit - Canon - imageRUNNER ADVANCE C356i III / C356P III / C256i III - Gebruikershandleiding (producthandleiding)

Gebruikershandleiding (producthandleiding)
	Vorige Volgende

Alles uitvouwen Alles samenvouwen

Bovenste portalpagina
Bovenste handleidingenpagina
Instellen
Noodzakelijke voorbereidingen voor gebruik
Onbevoegde toegang voorkomen
Installatie met de installatiegids
Aanmelden als beheerder
De datum/tijd instellen
De netwerkomgeving instellen
De vergrendeling van netwerkinstellingen opheffen
De netwerkverbindingsmethode selecteren
Verbinding maken met een bedraad LAN
Verbinding maken met een draadloos LAN
De verbinding met de WPS-drukknopmodus tot stand brengen
De verbinding met de WPS-pincodemodus tot stand brengen
Een verbinding via selectie van een draadloze router tot stand brengen
Een verbinding tot stand brengen door gedetailleerde instellingen op te geven
De SSID en netwerksleutel controleren
Een IP-adres instellen
Een IPv4-adres instellen
Een IPv6-adres instellen
Instellen van het IPv4 adres van de sublijn
De netwerkomgeving aanpassen
Ethernet-instellingen doorvoeren
De wachttijd instellen bij verbinding maken met een netwerk
DNS-instellingen doorvoeren
SMB-instellingen doorvoeren
WINS-instellingen doorvoeren
WebDAV-instellingen doorvoeren
De LDAP-server registreren
Controleren en bedienen via SNMP
Statische routering instellen
Andere netwerkinstellingen
Systeemdatacommunicatie configureren
Stuurprogramma's installeren
Instellingen faxlijn
Communicatie via e-mail/I-fax instellen
Instellen van het Geavanceerde ruimte van de machine
De Geavanceerde ruimte instellen op openbaar
Aansluiten op andere apparaten
Basisbewerkingen
Onderdelen en de bijbehorende functies
Voorzijde
Achterzijde
Binnenkant
Invoerlade
Papiertafel
Papierlade
Bedieningspaneel
De machine aanzetten
De machine uitzetten
Originelen plaatsen
Papier plaatsen
Basisprocedure voor het plaatsen van papier
Enveloppen plaatsen
Voorbedrukt papier laden
Het aanraakscherm gebruiken
Basisschermen op het aanraakscherm
Items op het <Home>-scherm
Weergave-instellingen voor de tijdlijn
Items in de tijdlijn
Basisbediening van het aanraakscherm
Tekens invoeren
Aanmelden bij de machine
Lijst met items die kunnen worden gepersonaliseerd
Het type en formaat papier opgeven
Het papierformaat en -type voor de papierlade opgeven
Het papierformaat en -type voor de papiertafel opgeven
Veelgebruikt papierformaat en -type voor de papiertafel opslaan
Het formaat en type papier voor gebruik met de papiertafel vastleggen
Opslaan van vrij formaat papier (Papier van aangepast formaat)
De juiste papierbron voor een specifieke functie automatisch selecteren
Het aanraakscherm aanpassen
Het <Home>-scherm aanpassen
Een snelkoppeling aanmaken voor een veelgebruikte functie
Een combinatie van veelgebruikte functies registreren
Het scherm met basisfuncties aanpassen
Veelgebruikte instellingen en bestemmingen opslaan als persoonlijke/gedeelde knoppen op het <Home>-scherm
Persoonlijke/gedeelde knoppen opslaan
De weergavetaal wijzigen
Sneltoetsen voor veelgebruikte instellingen/geregistreerde items opslaan
De schermweergave en de bewerkingscondities aanpassen
Verzend-/afdrukopdrachten annuleren
Geluiden instellen
De sluimermodus inschakelen
Bestemmingen opslaan
Het adresboek van de machine
Bestemmingen registreren in het adresboek
Meerdere bestemmingen registreren als een groep
De opgeslagen bestemmingen in het adresboek bewerken
Een bestemming onder een snelkiestoets opslaan
Een groep onder een snelkiestoets opslaan
De geregistreerde bestemmingen onder snelkiestoetsen bewerken
Kopiëren
Scherm met basisfuncties voor kopiëren
Basisbewerkingen voor kopiëren
Kopiëren annuleren
Verbeteren en aanpassen van de kopieerkwaliteit
Het type origineel voor kopiëren selecteren
Aanpassen van beeldscherpte voor kopiëren (Beeldscherpte)
Verwijderen van donkere randen bij het kopiëren (Randverwijdering)
De kleur aanpassen
Eén-toets kleur-modus
Efficiënt kopiëren
Meerdere originelen op één vel kopiëren (N op 1)
Gelijktijdig kopiëren van afzonderlijk gescande originelen (Opdrachtsamenstelling)
Controleren van de kopieerresultaten
Direct kopiëren zonder andere opdrachten te onderbreken
Handige functies voor het maken en beheren van materiaal
Eindigen met Sorteren/Groeperen
Afwerken met het nietapparaat
Getallen en symbolen aan kopieën toevoegen
Handige kopieerfuncties
Beeldverschuiving
U via e-mail melden dat het kopiëren is voltooid
ID-kaart kopieën maken
Blanco pagina's overslaan bij het afdrukken
Kopiëren van vertrouwelijke documenten beperken
De tekst "TOPGEHEIM" insluiten (Beveiligd watermerk)
Kopiëren van documenten uitschakelen (Scanvergrendeling document)
Kopiëren beperken met behulp van een TL-code
Kopiëren beperken met behulp van een QR-code
Kopieerbewerkingen verminderen
Oproepen van eerder gebruikte kopieerinstellingen (Vorige instellingen)
Beperkingen met betrekking tot de combinatie van functies
Scherm met basisfuncties voor kopiëren
<Opties> Scherm (1/2)
<Opties> Scherm (2/2)
Faxen
Scherm met basisfuncties voor faxen
Basisbewerkingen voor het verzenden van faxen
Het verzenden van faxen annuleren
Faxen ontvangen
Faxen verzenden
Gescande afbeeldingen controleren voordat u ze verzendt (Voorbeeld)
De verbinding met de ontvanger controleren voordat u gaat verzenden (Directe verzending)
Handmatig faxen (Handmatige verzending)
U via e-mail melden dat het verzenden is voltooid
Verzendbewerkingen verminderen
Gelijktijdig verzenden van afzonderlijk gescande documenten (opdrachtsamenstelling)
Oproepen van eerder gebruikte verzendinstellingen (Vorige instellingen)
Nuttige functies bij verzenden
Verzenden op een bepaald tijdstip
Een kopie van een verzonden document opslaan
Verschillende ontvangstmethoden
Ontvangen documenten in de machine opslaan (Ontvangst in geheugen)
Ontvangen documenten privé houden
Automatisch doorsturen van ontvangen documenten
Status en logboek voor verzonden en ontvangen documenten controleren
Faxen versturen vanaf uw computer
Faxen verzenden vanaf een computer
Internetfaxen (I-fax) gebruiken
I-Faxen verzenden
I-faxen ontvangen
Externe faxen gebruiken
Afdrukken
Afdrukken vanaf een computer
Afdrukken annuleren
De afdrukstatus en -geschiedenis controleren
Geavanceerde functies voor het afdrukken
Documenten in de machine afdrukken (Afdrukken met geforceerd in de wachtrij zetten)
Afdrukken op een opgegeven tijdstip (Geplande afdrukken)
Afdrukken met instellingen waarmee onbevoegd kopiëren wordt uitgeschakeld
Verschillende afdrukmethoden
Bestanden direct afdrukken zonder ze te openen
Afdrukken met een virtuele printer
Afdrukken vanaf geheugenmedia (Media-afdruk)
Bestanden naar een map kopiëren om af te drukken ('hot folder')
Scannen
Scherm met basisfuncties voor scannen
Basisbewerkingen voor het scannen van originelen
Status en logboek voor gescande documenten controleren
Duidelijk scannen
Beeldkwaliteit aanpassen
Dichtheid aanpassen
Aanpassen van beeldscherpte bij het scannen (Beeldscherpte)
Verwijderen van donkere randen bij het scannen (Randverwijdering)
Efficiënt scannen
Gelijktijdig verzenden/opslaan van afzonderlijk gescande documenten (Opdrachtsamenstelling)
Handige scanfuncties
Blanco pagina's overslaan bij het scannen
Gescande originelen controleren voordat u ze verzendt/opslaat (Voorbeeld)
Verzenden/opslaan op een bepaald tijdstip
U via e-mail melden dat het verzenden/opslaan is voltooid
Scannen met de OCR-functie
Verbeteren van de beveiliging van elektronische bestanden
Oproepen van eerder gebruikte verzend-/opslaginstellingen (Vorige instellingen)
Een bestandsnaam instellen
E-mailinstellingen opgeven
Uw computer gebruiken om te scannen (Extern scannen) (Windows)
Color Network ScanGear 2 gebruiken
Originelen scannen vanuit een toepassing
WSD gebruiken
Originelen scannen met WSD (WSD-scan)
Opslagruimte gebruiken
Als eenvoudige bestandsserver gebruiken
Documenten in de Geavanceerde ruimte opslaan
De Geavanceerde ruimte openen vanaf een computer
Werken met bestanden en mappen in de Geavanceerde ruimte
De persoonlijke ruimte aanmaken in de Geavanceerde ruimte
Bestanden in de Geavanceerde ruimte afdrukken
Met andere apparaten werken
Documenten op andere apparaten opslaan
Werken met bestanden en mappen op andere apparaten
Bestanden op andere apparaten afdrukken
Eenvoudige bewerkingen uitvoeren op bestanden
Documenten in het postvak opslaan
Bestanden in het postvak bewerken
Bestanden in het postvak afdrukken
Bestanden in de postbus verzenden
De postvakinstellingen opgeven
Werken met gegevens in geheugenmedia
Documenten op geheugenmedia opslaan
Werken met bestanden en mappen in geheugenmedia
Bestanden in geheugenmedia afdrukken
Instellingenscherm en bewerkingen voor scannen om op te slaan
Instellingenscherm en bewerkingen voor afdrukken van opgeslagen bestanden
Opslaglocaties en bestandsindelingen voor elke modus
Koppelen aan mobiele apparaten
Verbinding maken met mobiele apparaten
Directe verbinding maken
De machine via toepassingen gebruiken
AirPrint gebruiken
Afdrukken met AirPrint
Scannen met AirPrint
Faxen met AirPrint
Als AirPrint niet kan worden gebruikt
Google Cloudprinter gebruiken
De gebruikersinstellingen voor Google Cloudprinter configureren
Afdrukken met standaard afdrukservice (Android)
De machine beheren
Een beveiligingsbeleid op de machine toepassen
Gebruik van een wachtwoord ter beveiliging van de instellingen voor het beveiligingsbeleid
Configureren van instellingen voor het beveiligingsbeleid
Instellingen voor het beveiligingsbeleid
Gebruikers beheren
De instellingen van persoonlijke-verificatiebeheer configureren
Gebruikersgegevens in het lokale apparaat registreren
Importeren/exporteren van gebruikersgegevens
Gebruikersgegevens toevoegen en bewerken in een CSV-bestand
Serverinformatie registreren
De verificatiefuncties configureren
Persoonlijke verificatie gebruiken voor het beheer van afdrukken/faxen/extern scannen via een computer
Andere handige functies voor persoonlijke-verificatiebeheer gebruiken
Instellen van afdelings-ID-beheer
De systeembeheerders-ID en pincode wijzigen
Afdelings-ID-beheerinstellingen configureren
Afdelings-ID's gebruiken voor het beheer van afdrukken of extern scannen via een computer
Persoonlijke mappen configureren
ACCESS MANAGEMENT SYSTEM gebruiken
Gegevens van gebruikersinstellingen verwijderen
Netwerkbeveiligingsinstellingen configureren
Communicatie beperken door firewalls in te stellen
IP-adressen bij firewall-instellingen opgeven
MAC-adressen bij firewall-instellingen opgeven
De firewall van de sublijn configureren
Een proxy instellen
De sleutel en het certificaat voor TLS configureren
Sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie genereren
IPSec-instellingen configureren
De instellingen voor verificatie met IEEE 802.1X configureren
De functies van de machine beperken
Beperkingen instellen voor de toegang tot het adresboek en verzendfuncties
Gebruik van het adresboek beperken
Beperkingen instellen voor beschikbare bestemmingen
De verzendfuncties voor faxen beperken
Afdrukken vanaf een computer beperken
Het gebruik van geheugenmedia beperken
De beveiliging van documenten verhogen
Gebruikersgegevens op documenten afdrukken
Onzichtbare tekst insluiten (Geforceerd beveiligd watermerk)
Gegevens insluiten die kopiëren beperken, insluiten (Geforceerde scanvergrendeling document)
TL-codes voor kopieerbeperkingen gebruiken
QR-codes voor kopieerbeperkingen gebruiken
Een digitale handtekening toevoegen aan verzonden bestanden
Een apparaathandtekeningcertificaat genereren
Een gebruikershandtekeningcertificaat registreren
De machine vanaf een computer beheren (Remote UI (UI op afstand))
De Remote UI (UI op afstand) starten
De status en logboeken controleren
Uitzetten/Herstarten van de machine
Bestemmingen via de Remote UI (UI op afstand) registreren
Een adreslijst delen met specifieke gebruikers
Gebruikersgroepen registeren
Een sleutel en certificaat voor netwerkcommunicatie registreren
De vervalcontrolemethode voor ontvangen certificaten configureren
Een sleutel- en certificaatondertekeningsverzoek (CSR) genereren
Een certificaat van een SCEP-server ophalen/bijwerken
Opgeslagen bestanden beheren
Beheren van de logboeken
De gegevens van instellingen importeren/exporteren
Alle instellingen importeren/exporteren
De instellingen afzonderlijk importeren/exporteren
Adresboekitems
Reservekopie maken/herstellen van gegevens
Firmware bijwerken
Bijwerken van firmware (Distributie)
Geplande updates instellen
Berichten van de beheerder weergeven
De Visueel bericht-functie configureren
E-mailmelding verzenden wanneer er een fout optreedt
Optionele producten voor het systeem installeren
Instellingen synchroniseren voor meerdere multifunctionele Canon-printers
Synchronisatie van instellingen starten
Gedetailleerde synchronisatie-instellingen opgeven (Servermachine of server/clientmachine)
De te synchroniseren machines omschakelen
De apparaatgegevens met andere multifunctionele Canon-printers delen
De bestemmingen van apparaatgegevens registreren
Gebruikersverificatie uitvoeren bij verspreiding van apparaatgegevens
De apparaatgegevens verspreiden
De resultaten van distributie van apparaatgegevens controleren
Hardeschijfgegevens beheren
Overbodige gegevens van de harde schijf verwijderen
Initialiseren van alle gegevens/instellingen
TPM gebruiken
Functies die gekoppeld zijn aan clouddiensten
Instellingen/Registratie
Tabel Instellingen/Registratie
Voorkeuren
Papierinstellingen
Weergave-instellingen
Tijdklok/Energie instellingen
Netwerk
Externe interface
Toegankelijkheid
Volume Settings
Aanpassen/Onderhoud
Aanpassen beeldkwaliteit
Onderhoud
Functie-instellingen
Algemeen
Kopie
Printer
Afdrukrapport
Custom Settings
UFR II
PCL
PS
Imaging
PDF
XPS
Utility
Verzenden
Ontvangen/Doorzenden
Opslaan/Toegang bestanden
Afdrukken
Webtoegang
Stel bestemming in
Beheerinstellingen
Gebruikersbeheer
Apparaatbeheer
Licentie/Overige
Gegevensbeheer
Beveil.instellingen
<Voorkeuren>
<Papierinstellingen>
<Weergave-instellingen>
<Tijdklok/Energie instellingen>
<Netwerk>
<Externe interface>
<Toegankelijkheid>
<Aanpassen/Onderhoud>
<Aanpassen beeldkwaliteit>
<Onderhoud>
<Functie-instellingen>
<Algemeen>
<Kopie>
<Printer>
<Verzenden>
<Ontvangen/Doorzenden>
<Opslaan/Toegang bestanden>
<Afdrukken>
<Stel bestemming in>
<Beheerinstellingen>
<Gebruikersbeheer>
<Apparaatbeheer>
<Licentie/Overige>
<Gegevensbeheer>
<Beveil.instellingen>
Onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij het verplaatsen van de machine
Regelmatig reinigen
De buitenkant van het apparaat reinigen
De glasplaat reinigen
De aanvoer reinigen
Het stofwerende glas reinigen
Vervangen van de tonercartridge
Vervangen van het tonerafvalreservoir
De nietjes vervangen (optioneel)
De nietjes van de Staple Finisher vervangen
Vervangen van de drumeenheid
Vervangende onderdelen
De resterende hoeveelheid verbruiksmaterialen controleren
Aanpassen van de afdrukkwaliteit
Gradatie aanpassen
Dichtheid aanpassen
Kleurcorrectie
Kleuren levendiger maken
Aanpassen van afbeeldingsgrootte
Het rasterpatroon instellen
De hoeveelheid toner die wordt gebruikt voor afdrukken in kleur verminderen
Onregelmatigheden in grijze gebieden corrigeren
Instellingen beheer type papier
Controleren van het aantal pagina's voor Kopiëren/Afdrukken/Faxen/Scannen
Rapporten en lijsten afdrukken
Probleemoplossing
Als de machine niet werkt
Kan niet afdrukken
Problemen met afdrukresultaten
Problemen met faxen
Problemen met scannen
Problemen met het netwerk
Problemen met beveiliging
Problemen met MEAP
Andere problemen
Er wordt een bericht of een getal weergegeven dat begint met "#" (een foutcode)
Er wordt een bericht weergegeven dat u contact moet opnemen met een plaatselijke bevoegde Canon-dealer
Maatregelen bij elk bericht
Maatregelen voor elke foutcode
Papierstoringen oplossen
Papierstoringen in de aanvoer
Papierstoringen in de machine
Papierstoringen in de fixeereenheid
Papierstoringen in een papierbron
Papierstoringen in een finisher (optioneel)
Papierstoringen in de Staple Finisher
Vastgelopen nietjes verwijderen (optioneel)
Er zijn vastgelopen nietjes in de Staple Finisher
Beveiligingsmaatregelen implementeren
Verschillende beveiligingsfuncties
Bijlage
Software van derden
Kennisgeving
Handige functies
Bediening
Personalisatie gebruiken
Productiviteit
Beeldkwaliteit
Beheerbaarheid
Een dubbele netwerkomgeving opzetten
Betrouwbaarheid
Compatibiliteit met kantoor
De lijst met systeemfuncties en items
Home
Kopie
Fax
Scannen en verzenden
Scannen en opslaan
Toegang opgeslagen bestanden
Fax/I-Fax postbus
Afdrukken
MEAP
MEAP-toepassingen installeren
MEAP-toepassingen beheren
Licenties van MEAP-toepassingen beheren
Aanmeldingsservices wijzigen
Basisbewerkingen in Windows
Systeemspecificaties
Faxfunctie
Verzendfuncties
Printerfuncties
Opslagruimtefucnties
Beheerfuncties
Systeemomgeving
Netwerkomgeving
Systeemopties
Technische gegevens hardware
Hoofdeenheid
Invoerlade
Beschikbaar papier
Cassette Module-AE
Cassette Feeding Unit-AJ
Cassette Feeding Unit-AK
Staple Finisher-Z
Copy Card Reader
Opties
Optionele apparatuur
FL Cassette-AV
Cassette Module-AE
Cassette Feeding Unit-AJ
Cassette Feeding Unit-AK
Staple Finisher-Z
Copy Card Reader
ADF Access Handle-A
Optionele apparatuur die specifieke functies ondersteunt
Handleidingen en hun inhoud
Gebruikershandleiding gebruiken
Lay-out van de Gebruikershandleiding
Weergave Gebruikershandleiding
Handmatige Weergave-instellingen