Dit gedeelte beschrijft de procedure voor het omschakelen van de te synchroniseren machines na het starten van de synchronisatie van aangepaste instellingen.
Stop met de synchronisatie in [Synchronize Custom Settings] in de Remote UI (UI op afstand) van de servermachine (server/clientmachine). Synchronisatie van instellingen starten
4
Start met de synchronisatie in [Synchronize Custom Settings] in de Remote UI (UI op afstand) van de nieuwe servermachine (server/clientmachine). Synchronisatie van instellingen starten
Als u geen toegang krijgt tot [Synchronize Custom Settings (Server)], gebruikt u eerder gebruikte back-upgegevens.
2
Start met de synchronisatie in [Synchronize Custom Settings] in de Remote UI (UI op afstand) van de nieuwe servermachine (server/clientmachine). Synchronisatie van instellingen starten
Bij de overgang naar een nieuwe servermachine (server/clientmachine) wordt aangeraden om dezelfde netwerkinstellingen te gebruiken als voor de oude servermachine, zoals IP-adres en hostnaam.
Als de netwerkinstellingen (IP-adres en hostnaam) van de nieuwe servermachine (server/clientmachine) verschillen van de instellingen van de vorige servermachine (server/clientmachine), moet de doelservermachine (server/clientmachine) opnieuw worden ingesteld vanaf de clientmachine.
De servermachine wijzigen (server/clientmachine) (als replicatie is ingesteld)
Bij het herstellen van de replicatiegegevens naar een nieuwe servermachine
Volg deze procedure om een server te herstellen waarvan de harde schijf is vervangen enz.
Servermachine (server/clientmachine)
Clientmachine
Replicatiebestemming
1
Klik in de Remote UI (UI op afstand) van de servermachine (server/client machine) op [Synchronize Custom Settings (Server)] [Replication] [Stopped] om de replicatie te stoppen.
Als de synchronisatie niet kan worden gestopt omdat de servermachine niet actief is, enz., is deze stap niet nodig.
2
Klik in de Remote UI (UI op afstand) van de nieuwe servermachine (server/client machine) op [Synchronize Custom Settings (Server)] [Recovery Using Replicated Data] geef de machine op die gebruikt moet worden als replicatiebestemming herstel de replicatiegegevens.
Als IP-adres en hostnaam van de machine ongewijzigd zijn, zijn de volgende stappen niet nodig.
De clientmachines moeten opnieuw worden opgestart na het configureren van de synchronisatie.
Bij gebruik van de machine ingesteld als replicatiebestemming als nieuwe servermachine
Volg deze procedure om de multifunctionele Canon-machine die als replicatiebestemming is ingesteld, te gebruiken als servermachine.
Servermachine (server/clientmachine)
Clientmachine
Replicatiebestemming
1
Klik in de Remote UI (UI op afstand) van de servermachine (server/client machine) op [Synchronize Custom Settings (Server)] [Replication] [Stopped] om de replicatie te stoppen.
Als de synchronisatie niet kan worden gestopt omdat de servermachine niet actief is, enz., is deze stap niet nodig.
2
Start synchronisatie in [Synchronize Custom Settings] in de Remote UI (UI op afstand) van de machine ingesteld als replicatiebestemming (de nieuwe servermachine). Synchronisatie van instellingen starten
De clientmachines moeten opnieuw worden opgestart na het configureren van de synchronisatie.
Als de replicatie niet kan worden gestopt op de servermachine
Als de replicatie niet kon worden gestopt op de servermachine omdat deze niet actief is enz., kan de machine die was ingesteld als replicatiebestemming niet door een andere servermachine worden ingesteld als replicatiebestemming. Start synchronisatie als de servermachine in [Synchronize Custom Settings] in de Remote UI (UI op afstand) voor de replicatiebestemming-machine, en stop de synchronisatie van [Synchronize Custom Settings (Server)]. Synchronisatie van instellingen starten
Een clientmachine wijzigen
Volg deze procedure om een clientmachine te wijzigen in een nieuwe machine.
Servermachine (server/clientmachine)
Clientmachine
Clientmachine
1
Stop met de synchronisatie van [Synchronize Custom Settings] in de Remote UI (UI op afstand) van de doelclientmachine. Synchronisatie van instellingen starten
Als de clientmachine niet kan worden bediend, verwijdert u de doelclientmachine in [Synchronize Custom Settings (Server)] [Confirm Device Information] in de Remote UI (UI op afstand) van de servermachine (server/clientmachine).
Als de synchronisatie niet correct is gestopt op een clientmachine of als de clientmachine niet is verwijderd in [Synchronize Custom Settings (Server)] [Confirm Device Information] in de Remote UI (UI op afstand) van de servermachine (server/clientmachine), wordt deze clientmachine geteld als een machine die nog in gebruik is.
This site uses cookies to provide its contents and functions and improve their qualities etc. You can find out more about our use of the cookies here. If you select "Reject", only cookies necessary to provide the contents and functions of the site are recorded and stored.